Breuken opfrissen

Breuken opfrissen

Laatste drie lessen:

Uitdelen toets

Starten met breuken.

1 / 22

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Breuken opfrissen

Laatste drie lessen:

Uitdelen toets

Starten met breuken.

Slide 1 - Tekstslide

Wat kan je vertellen over breuken?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een breuk

Een breuk is niks anders dan een deling ook wel een deel van een geheel.

Slide 4 - Tekstslide

Breuken vereenvoudigen

Breuken vereenvoudigen, wat is dat?

Slide 5 - Tekstslide

breuken optellen

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de noemer?

Slide 7 - Quizvraag

Breuken optellen

4/10

4/8

5/8

7/8

Slide 8 - Quizvraag

De breuk van driekwart=....

3/4

75%

3,4

0,75

Slide 9 - Quizvraag

Welke breuk is dit?

7/10

3/9

6/9

10/7

Slide 10 - Quizvraag

Haal de helen uit de breuk

Zorg dat de breuk zo klein mogelijk is.

\frac{​ 1 7 ​ ​}{​ 5 ​} =

2 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 5 ​}

3 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​}

3 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

Geen idee

Slide 11 - Quizvraag

Welke van de twee breuken is een gelijknamige breuk?

Slide 12 - Quizvraag

Om breuken te kunnen optellen of aftrekken moeten de breuken....

dezelfde teller hebben

dezelfde noemer hebben

Slide 13 - Quizvraag

Ik vereenvoudig de breuk .... zo veel mogelijk.

De breuk wordt dan

1/2

2/3

3/7

6/14

Slide 14 - Quizvraag

Maken boekje

Slide 15 - Tekstslide

Ongelijknamige breuk

Als de noemer niet hetzelfde is, is het een ONGELIJKNAMIGE breuk.

Je moet dus eerst de breuk

GELIJKNAMIG maken. (de NOEMERS

hetzelfde maken)

Slide 16 - Tekstslide

Breuken optellen

Als de breuken niet gelijknamig zijn, dan maak je ze eerst gelijknamig.

Slide 17 - Tekstslide

som en verschil

Gelijknamig maken

Bij som en verschil moeten we breuken gelijknamig maken.

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} =

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 5 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 5 ​} = \frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 5 ​}

\frac{​ . ​ ​}{​ 1 5 ​} + \frac{​ . ​ ​}{​ 1 5 ​}

1. Maak te noemers hetzelfde door ze te vermenigvuldigen.

2. Wat je onder doet, moet je ook boven doen.

Dus 5 x 1 links en 3 x 1 rechts

3. De breuken hebben nu dezelfde noemer en kunnen opgeteld worden.

Hetzelfde geld voor het verschil berekenen.

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg breuken

Slide 19 - Tekstslide

Breuken vermenigvuldigen

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot - \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} = - \frac{​ 1 \cdot 3 ​ ​}{​ 2 \cdot 4 ​} = - \frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} = \frac{​ 1 \cdot 3 ​ ​}{​ 2 \cdot 4 ​} = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ t e l l e r ​ ​}{​ n o e m e r ​} \cdot \frac{​ t e l l e r ​ ​}{​ n o e m e r ​} = \frac{​ t e l l e r \cdot t e l l e r ​ ​}{​ n o e m e r \cdot n o e m e r ​}

Slide 20 - Tekstslide

Delen door een breuk

Delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde van de breuk

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} = \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} \cdot \frac{​ 4 ​ ​}{​ 3 ​} = \frac{​ 2 \cdot 4 ​ ​}{​ 5 \cdot 3 ​} = \frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 5 ​}

Omdraaien

Slide 21 - Tekstslide

Hoe vergelijk je breuken met elkaar?

Door de breuken gelijknamig te maken.

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 ​}

Slide 22 - Tekstslide

Breuken opfrissen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Breuken opfrissen

Startrekenen VO 2F Hoofdstuk 5: breuken les 3

Startrekenen VO 2F Hoofdstuk 5: breuken les 3

Hoofdstuk 5 les 3 en 4

Startrekenen VO 2F Hoofdstuk 5: breuken les 3

Startrekenen VO 2F Hoofdstuk 5: breuken les 3

Startrekenen VO 2F Hoofdstuk 5: breuken les 3

Domein 1 getallen H3, Breuken les 2