Formuleren H4: verwijswoorden

Welkom mh1a!
Vandaag: 
Formuleren H4: verwijswoorden

Let op: voor het beantwoorden van de volgende vragen heb je steeds 10 seconden!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom mh1a!
Vandaag: 
Formuleren H4: verwijswoorden

Let op: voor het beantwoorden van de volgende vragen heb je steeds 10 seconden!

Slide 1 - Tekstslide

Wat is juist?
timer
0:10
A
deze aanvoerder
B
dit aanvoerder

Slide 2 - Quizvraag

Wat is juist?
timer
0:10
A
deze conclusie
B
dit conclusie

Slide 3 - Quizvraag

Wat is juist?
timer
0:10
A
deze experiment
B
dit experiment

Slide 4 - Quizvraag

Wat is juist?
timer
0:10
A
deze publiek
B
dit publiek

Slide 5 - Quizvraag

Wat is juist?
timer
0:10
A
die fakkel
B
dat fakkel

Slide 6 - Quizvraag

Wat is juist?
timer
0:10
A
die hulpmiddel
B
dat hulpmiddel

Slide 7 - Quizvraag

Wat is juist?
timer
0:10
A
die rijkdom
B
dat rijkdom

Slide 8 - Quizvraag


Wat viel jullie op aan de woorden?

Wanneer kreeg je deze/die en wanneer dit/dat?

Slide 9 - Tekstslide

We kijken even naar de uitleg over mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.

Slide 10 - Tekstslide

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
  • De-woorden zijn mannelijk (m) of vrouwelijk (v). 
  • Het-woorden zijn onzijdig (o).

  • Bij de-woorden gebruik je deze of die: de printer - deze printer - die printer
  • Bij het-woorden gebruik je dit of dat: het meisje - dit meisje - dat meisje


Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Hierna volgen de woorden van opdracht 1 in quizvorm. 

Je mag de woorden opzoeken in een (online) woordenboek om er achter te komen of het mannelijke, vrouwelijke of onzijdige woorden zijn. 

Slide 12 - Tekstslide

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
tijdschrift
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 13 - Quizvraag

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
koningin
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 14 - Quizvraag

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
achterstand
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 15 - Quizvraag

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
tuintafel
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 16 - Quizvraag

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
oogarts
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 17 - Quizvraag

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
parket
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 18 - Quizvraag

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
gordijn
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 19 - Quizvraag

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
evenement
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 20 - Quizvraag

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
parasol
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 21 - Quizvraag

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
verloting
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 22 - Quizvraag

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
maaimachine
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 23 - Quizvraag

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig? meisje
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag
Als je dit nog lastig vindt, dan blijf je klassikaal meedoen.

Denk je dat je het snapt? Dan ga je zelfstandig aan de slag met de opdrachten van blz. 108 en 109.

Havo? Maak dan ook opdracht 6!

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk 21-4:

H4 grammatica: formuleren, blz. 108 en 109:
opdracht 1 t/m 5
Havo? Ook opdracht 6

Slide 26 - Tekstslide