4H - Kapitel 2: Wiederholung

4HV - Kapitel 2: Reisen
Herzlich Wilkommen!

Donnerstag, den 2. November 2023



1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

4HV - Kapitel 2: Reisen
Herzlich Wilkommen!

Donnerstag, den 2. November 2023



Slide 1 - Tekstslide

Lernliste D-NL
Übersetze die großgeschrieben Wörter ins Niederländische.

Slide 2 - Tekstslide

Das Boot ist KNAPP 20 Meter lang.
A
zelfs
B
bijna
C
bovendien
D
maar

Slide 3 - Quizvraag

Ich höre im Zug immer Musik mit meinen KOPFHÖRER.
A
de locatie
B
het gebruik
C
de oortjes
D
het doel

Slide 4 - Quizvraag

Ich entscheide mich KURZFRISTIG, wo ich übernachte.
A
op korte termijn
B
voormalig
C
voldoende
D
allereerst

Slide 5 - Quizvraag

Im Gemeinschaftsraum STEHEN Computer ZUR VERFÜGUNG.
A
opgeslagen liggen
B
beschikbaar zijn
C
afzien van
D
voldoende zijn

Slide 6 - Quizvraag

Ich melde mich ENTWEDER morgen ODER übermorgen!
A
daarom
B
niet alleen ... maar ook
C
zowel ... als ook
D
of ... of

Slide 7 - Quizvraag

Lernliste NL-D
Ergänze das passende Wort auf Deutsch. Achte auf die richtige Form. 

Slide 8 - Tekstslide

Ihr könnt ... an der Rezeption ... .

ergens goed bekend zijn - aanmelden - zich haasten - zich verheugen

Slide 9 - Open vraag

In den Ferien sind wir mit Easyjet nach Australien ... .

de afrit - meenemen - rechtdoor - vakantie - vliegen - zojuist - buitenland

Slide 10 - Open vraag

Beim Abendessen liest meine Mutter gern ... .

lenen - klagen - de krant - tweepersoonskamer - invullen - verboden - zacht

Slide 11 - Open vraag

Wohin fahrt ihr in den ... ?

afgesloten - bevestigen - file - laten liggen - missen - oversteken - vakantie - zojuist

Slide 12 - Open vraag

Lernliste NL-D
Übersetze ins Deutsche 

Slide 13 - Tekstslide

het trottoir

Slide 14 - Open vraag

de eenpersoonskamer

Slide 15 - Open vraag

het retourtje

Slide 16 - Open vraag

de bezienswaardigheid

Slide 17 - Open vraag

Grammatik

Ergänze die Verben  im Präsens, im Präteritum oder im Perfekt.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Ergänze die Verben im Präsens, im Präteritum oder im Perfekt.

[besichtigen] ... ihr auch den Dom ... ?

Slide 20 - Open vraag

Ergänze die Verben im Präsens, im Präteritum oder im Perfekt.

[träumen] Wovon ... Sie, als Sie klein waren?

Slide 21 - Open vraag

Ergänze die Verben im Präsens, im Präteritum oder im Perfekt.

[reisen] Warum ... du dieses Jahr auch nach Österreich?

Slide 22 - Open vraag

Ergänze die Verben im Präsens, im Präteritum oder im Perfekt.

[spazieren gehen] Am letzten Abend ... wir noch in der Innenstat ... .

Slide 23 - Open vraag

Ergänze die Verben im Präsens, im Präteritum oder im Perfekt.

[fühlen] Ich ... mich gestern nach der Stadtführung nicht so wohl.

Slide 24 - Open vraag

Grammatik

Übersetze ins Deutsche.

Slide 25 - Tekstslide

Wie heeft zich gehaast?

Slide 26 - Open vraag

Tim, haal alsjeblieft de reisgids op.

Slide 27 - Open vraag

Gaan jullie naar Dresden op vakantie?

Slide 28 - Open vraag

Grammatik

Ergänze die fehlenden Wörter.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

In (een) ... Woche ist es soweit!
A
eine
B
einer
C
einem

Slide 31 - Quizvraag

Sollen wir vor (de) ... Bahnhof warten?
A
der
B
die
C
dem
D
den

Slide 32 - Quizvraag

Warum hast du die Karte unter (jouw) ... Gepäck gelegt?
A
dein
B
deine
C
deinem
D
deiner

Slide 33 - Quizvraag

Warum setzt sie sich nicht zwischen (jullie) ... ?
A
ihr
B
euch
C
euer

Slide 34 - Quizvraag

Warum sitzt Bella (voor haar) ... ?

Slide 35 - Open vraag

Das Geld liegt (in dit) ... Schließfach.

Slide 36 - Open vraag

Setz dich schon mal (op het) ... Moped.

Slide 37 - Open vraag

Ich lege den Teppich (onder deze) ... Tisch.

Slide 38 - Open vraag