Thema 6 Erfelijkheid en evolutie

Erfelijkheid en evolutie
Thema 6
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Erfelijkheid en evolutie
Thema 6

Slide 1 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen:
eigenschappen die je van je ouders hebt geerfd.
Basisstof 1 Genotype en Fenotype

Slide 2 - Tekstslide

Genotype
Alle erfelijke eigenschappen van een organisme die je hebt gekregen van je biologische ouders (bijv. sproeten)



je kunt ze niet veranderen

Slide 3 - Tekstslide

Fenotype
Je fenotype komt tot stand door je genotype EN de invloeden vanuit het milieu
- in de zon zitten
- haarverven
- tattoo
- littekens
het zichtbare uiterlijk

Slide 4 - Tekstslide

Het FENOTYPE van een organisme ontstaat dus door

GENOTYPE  en door INVLOEDEN UIT DE OMGEVING

Slide 5 - Tekstslide


Ezelsbruggetje:

GENotype = gen 

Fenotype = verF + veranderen

Slide 6 - Tekstslide

Wat wordt bepaald door genotype of fenotype? Sleep de eigenschappen A t/m H naar genotype of fenotype. 
Genotype
Fenotype
Een wipneus
Stijl haar vanaf de geboorte
Piercings 
Sproeten
Een litteken
gespierd lichaam
Eelt op je handen door hard werken
Blauwe ogen

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Video

HET GENOTYPE word bepaald door erfelijkheid en invloeden uit het milieu
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

stelling: van je vader krijg je minder genen dan van je moeder, klopt dat en leg uit waarom eens/oneens

Slide 10 - Open vraag

Welk van onderstaande eigenschap heeft te maken met het fenotype?
A
Blond geverfd haar
B
Kort geknipt haar
C
Rossig haar
D
Zowel A, B als C

Slide 11 - Quizvraag

Ieder organisme heeft zijn of haar unieke DNA

Slide 13 - Tekstslide

De stof DNA bevat informatie voor erfelijke eigenschappen

Slide 14 - Tekstslide

Informatie in het DNA noem je GENOTYPE

Slide 15 - Tekstslide

Elke lichaamscel heeft een kern

Je ichaam bestaat
  uit
 lichaamscellen

Slide 16 - Tekstslide

Chromosomen

zijn lange dunne draden 
in elke kern

Slide 17 - Tekstslide

In elke celkern liggen chromosomen

Slide 18 - Tekstslide

In deze draden zit de stof

DNA

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

DNA bevat informatie voor erfelijke eigenschappen.

A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag


DNA uit bijv. haar of bloed kan als bewijsmateriaal dienen
De politie gebruikt DNA, omdat iedereen uniek
DNA heeft
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Welke kenmerken kunnen erfelijk zijn?
kromme pink
astma
dyslexie
humor
lang haar
kleur ogen

Slide 23 - Sleepvraag