Spanning

Spanning
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 9 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Spanning

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke spanningstechniek wendt de auteur aan?


Marijn haalde opgelucht adem en bekeek de kooi van wat dichterbij. Hij zag niet dat meneer Goldberg de professor een vernietigende blik toewierp.

Het monster uit de diepte, Patrick Lagrou
A
vragen oproepen over het personage
B
de lezer weet meer dan het personage
C
het personage weet meer dan de lezer
D
gebeurtenissen versnellen

Slide 3 - Quizvraag

Ze liepen over de stoep langs hoge herenhuizen. De tuintjes zagen er verzorgd uit, zonder dorre bladeren of mos tussen de tegels. Naast de meeste deuren hing een naambordje. Louise keek er niet naar. Ze rende vooruit, zoals ze altijd deed. Ronja hield mama’s hand stevig vast. Ze hadden een afspraak in een van deze huizen, op nummer 39. Een onheilspellend getal vond Ronja het. Een grensgetal. Louise stopte voor de stenen trap van zes treden met bovenaan een donkergroene deur. ‘Mag ik aanbellen?’ Ze had geen benul van waar ze naartoe gingen, maar Ronja voelde de spanning in mama’s hand.

Ik en Louise, Phebe Rasch
A
Ab ovo
B
in medias res

Slide 4 - Quizvraag

Welke spanningstechniek wendt de auteur aan?


Death-Cast belt me met de waarschuwing die je maar één keer in je leven krijgt: vandaag ga ik dood. Nee, wacht, ‘waarschuwing’ is te sterk uitgedrukt, want een waarschuwing houdt in dat er nog iets vermeden kan worden, zoals bij een auto die toetert naar een voetganger die door het rood wil lopen. Dit is meer een aankondiging. Het kenmerkende belsignaal schalt door de kamer, een eindeloos galmende gong die klinkt als een kerkklok een straat verderop. Ik begin meteen te flippen en duizend gedachten schieten tegelijk door mijn hoofd. Zo moet een parachutiste zich voelen als ze voor het eerst uit een vliegtuig springt, of een pianist die zijn eerste concert speelt. Niet dat ik dat ooit zeker zal weten.

Op het einde gaan ze allebei dood, Adam Silvera
A
sfeerscheppende ruimte creëren
B
gebeurtenissen versnellen
C
vooruitwijzende elementen inlassen
D
het geven van informatie plots afbreken

Slide 5 - Quizvraag


Mijn pas leidde naar een paar enorme eikenhouten deuren, en ik wist zeker dat het spoor daardoorheen ging. Behoedzaam duwde ik ze open. Toen hield ik geschrokken mijn adem in. De enorme ruimte was gevuld met dieren. Opgezette beesten. De schemerige kamer met het hoge plafond voelde aan als een zaal in een museum of zo'n soort grafkamer. In het schemerige licht dat door de ronde vensters hoog boven me naar binnen viel, leek het wel alsof hier genoeg dieren waren om de Ark van Noach mee te vullen.

Huiver, Maggie Stiefvater
A
sfeerscheppende ruimte creëren
B
gebeurtenissen versnellen
C
vooruitwijzende elementen inlassen
D
het geven van informatie plots afbreken

Slide 6 - Quizvraag

Welke techniek wordt hier getoond?
A
retardering
B
cliffhanger
C
beschrijven van tijd en ruimte
D
het achterhouden van de ware identiteit

Slide 7 - Quizvraag

De spreekkamer van Ward – ik noemde hem toen natuurlijk nog meneer Leedeman – lag op de tweede verdieping van het smalle grachtenhuis. De eerste trap was echt indrukwekkend, een en al grijsgewolkt marmer en zo breed dat we gemakkelijk naast elkaar naar boven hadden kunnen gaan, maar dat deed ik natuurlijk niet; ik bleef netjes achter hem lopen. Uit respect, zal hij wel gedacht hebben. Nou, mooi niet, ik wilde gewoon zien wat voor vent het was. Wat voor sokken hij droeg. Of zijn schoenen afgetrapte zolen hadden. Of hij nog soepel en zonder gehijg naar boven kwam. Als hij jonger was geweest, had ik waarschijnlijk ook naar zijn lijf gekeken – van die uitgezakte types, daar ben ik meteen klaar mee.

Zie me, hoor me, Martine Glaser
A
Ab ovo
B
In medias res

Slide 8 - Quizvraag


Ik word gedreven door logica. Dat is het meest interessante wat je over mij kunt zeggen. Leer je mij kennen, dan merk je meteen dat ik rechtlijnig denk én handel. Zo ben ik. Leer ermee omgaan. Je ziet een jongeman van zesentwintig, lang van gestalte en veeleer slungelig, de haren al een tijdje niet geknipt. Je ziet een jongeman in jeans en trui met een versleten jasje eroverheen, die nu aan de halte bij de provinciale weg van de bus stapt. Je denkt meteen dat ik een landloper ben – de kaki plunjezak bevestigt het vooroordeel – of, in het beste geval, een arbeider die ver van de stad verdwaald is. Dat is wat je ziet. Een buitenkant. Je ziet mij niet, want wie ik echt ben, houd ik altijd een beetje verscholen.

Eeuwig, Guido Eekhaut
A
Ab ovo
B
In medias res

Slide 9 - Quizvraag