CVA

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
ZelfzorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat doe je als je een beroerte vermoedt?
A
Je belt de huisarts
B
Je belt 112
C
Je rijdt naar het ziekenhuis
D
Je wacht tot het over gaat

Slide 2 - Quizvraag

Iemand praat verward en komt niet goed uit haar woorden. Is dit een beroerte?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Je werkt uren achter de laptop. je klaagt over pijn in je schouder. kun je een beroerte hebben?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Bij het tanden poetsen zie je dat cliënt haar borstel niet meer naar de mond kan brengen. Kan ze een beroerte hebben?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

iemand vertelt een grappig verhaal, maar kan absoluut niet op de naam van iemand komen.
Kan ze een beroerte hebben?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Tijdens een maaltijd merk je dat bij cliënt stukjes brood uit de mond vallen en er druppelt melk langs de kin. De mondhoek hangt ook ineens naar beneden. Kan hij een beroerte hebben?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Een scheve mond, verwarde spraak en een lamme arm zijn signalen van een beroerte.
Bij welke signalen bel je 112?
A
Je belt direct 112
B
Je belt 112 als alle verschijnselen zichtbaar zijn

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

pathologie van een CVA
  • De zenuwbanen uit het hersengebied kruisen hoog in het ruggenmerg
  • Bij uitvalsverschijnselen zit de oorzaak dus aan de ene kant en het letsel aan de andere kant
  • Bij uitvalsverschijnselen in het gezicht dan zit de schade aan dezelfde kant als de oorzaak

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat houdt afasie in?
  • Stoornis in het begrijpen en gebruiken van zowel gesproken als geschreven taal.
  • Komt vaak voor bij CVA in linker hersenhelft

Slide 18 - Tekstslide

Stoornis in het taalgebruik
  • Men begrijpt wat er wordt bedoeld, maar kan de juiste woorden of klanken niet goed vinden
  • Spreken verloopt moeizaam
  • Schrijven lukt niet meer

Slide 19 - Tekstslide

Stoornis in het taalbegrip
  • Men begrijpt niet wat er wordt gezegd
  • Klanken en woorden worden niet herkend
  • Opzeggen van veelgebruikte woorden van vroeger of oude liedjes lukt soms nog wel

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

apraxie

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

persevereren

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide