Taalverandering

Het woord drollenvanger
A
Is een nieuw woord
B
Is een ouderwets woord, dat bijna niet meer gebruikt wordt
C
Is een bestaand woord, dat door jongere mensen 'anders' gebruikt wordt
D
bestaat niet
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Het woord drollenvanger
A
Is een nieuw woord
B
Is een ouderwets woord, dat bijna niet meer gebruikt wordt
C
Is een bestaand woord, dat door jongere mensen 'anders' gebruikt wordt
D
bestaat niet

Slide 1 - Quizvraag

Oudere mensen gebruiken vaak het woord shizzle.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Wat weet je over taalverandering

Slide 3 - Woordweb

Het woord 'walkman' wordt niet meer gebruikt omdat het apparaat niet meer bestaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Het woord 'gast'
A
wordt door oudere mensen gebruikt als ze het hebben over een jongen
B
wordt door jongere mensen gebruikt als ze het hebben over een jongen
C
wordt alleen gebruikt als je hebt over iemand die op bezoek is

Slide 5 - Quizvraag

Hoe lang bestaat het woord coronawappie ongeveer?

Slide 6 - Open vraag

Als de ziekte Corona niet meer bestaat, dan zal het woord coronawappie over 100 jaar nog veel gebruikt worden.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Een persoon van 80 jaar gebruikt het woord 'vet' vooral als hij het heeft over:

Slide 8 - Open vraag

Een ouder persoon zegt vaak: 'Neem mij niet kwalijk'. Een jonger persoon zegt meestal:
A
sorry
B
pardon
C
het duidt mij niet euvel
D
excuseert u mij

Slide 9 - Quizvraag

Het woord 'verhip'
A
is een ouderwets woord dat bijna niet meer gebruikt wordt
B
is een nieuw woord dat door jongeren veel gebruikt wordt
C
is een normaal alledaags woord dat iedereen kent

Slide 10 - Quizvraag

Misschien is het woord 'keer' over 100 jaar wel een alledaags woord voor 'blut'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag