03. Thema 4.2 - Een vrouw (1) 13-2

Thema 4: 
Relaties en seksualiteit
Basisstof 2: Een vrouw
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 4: 
Relaties en seksualiteit
Basisstof 2: Een vrouw

Slide 1 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Vandaag
Instructie § 4.2
Aan de slag § 4.2

Doelen checken
Huiswerk opgeven

Instructie § 4.2
 Instructie vervolg § 4.2 
Aan de slag § 4.2
Doelen checken
Huiswerk opgeven
BK
KGT



5 min
2 min

Slide 2 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Huiswerk 13 februari
Maken § 4.1: af
+
Leren 4.1
+
Nakijken

Maken § 4.1: af
+
Leren 4.1
+
Nakijken

BK
KGT

Slide 3 - Tekstslide

Geslachtskenmerken

primaire geslachtskenmerken

secundaraire geslachtskenmerken


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Doel: Een vrouw
  • Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Voortplantingsstel van een vrouw (inwendig)
Baarmoeder: hierin groeit het ongeboren kindje.

Eierstok: hierin vindt de ontwikkeling van de eicellen (vanaf de puberteit tot aan de overgang op ongeveer 50-jarige leeftijd) plaats.

Eicellen: de vrouwelijke geslachtscellen

Eileider: vervoeren cellen

Eisprong = ovulatie: de rijpe eicel komt vrij uit de eierstok

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel vrouw (uitwendig)
Vulva: uitwendige geslachtsorganen
Clitoris: zorgt voor seksuele prikkeling (orgasme). Er komen hier veel zenuwen samen. 
Clitoriseikel: gevoelig 'knopje'
Clitorushoed: huidplooi om de clitoruseikel
Vagina: opening verbind de vulva met de baarmoeder 
Binnenste schaamlippen: produceren slijm d.m.v. klieren (nat worden)
Buitenste schaamlippen: huidplooi; hierop groeit haar 
Maagdenvlies: weefsel met opening aan het begin van de vagina

Slide 9 - Tekstslide

De vrouw

Slide 10 - Tekstslide

Maagdenvlies

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Menstruatie / ongesteld
  • Menstruatiecyclus
  • Duurt gemiddeld 28 dagen 
  • Baarmoederslijmvlies groeit om een bevruchte eicel op te vangen.
  • Bij de menstruatie wordt het slijmvlies afgebroken.

Slide 13 - Tekstslide

bloed opvangen
Menstruatie (ongesteld zijn): het afstoten van een deel van het baarmoederslijmvlies wanneer een eicel niet is bevrucht.

Tijdens de menstruatie draagt een meisje maandverband of een tampon, of gebruikt ze een cup.
– Het is belangrijk dit regelmatig te 
verwisselen en je met water te wassen.

Slide 14 - Tekstslide

Menstruatie
Wat kan je gebruiken? Benoem de voordelen van alle 3.

Slide 15 - Tekstslide

'Intieme' hygiëne!  Hoe?
De vagina is 'een zelfreinigende zône. Weinig wassen is oké. De vagina bevat nuttige beschermende bacteriën.
Wassen met een waslapje en water. Van voor naar achter. Tussen de plooien van de schaamlippen kunnen bacteriën gaan zitten. Vanwege de temperatuur kunnen ze zich snel voortplanten. Dan kan een ontsteking ontstaan. Gebruik het waslapje nergens anders voor.

De vagina heeft een bepaalde zuurgraad waar de nuttige bacteriën goed werken:
Beter Geen of ZEER MATIG met zeep of andere schoonmaakmiddelen wassen. 
Als je dit WEL doet dan verandert de zuurgraad en heb je kans op een schimmelinfectie, irritatie van de huid, verminderde weerstand en daardoor meer kans op SOA's.
Geen water direct in de vagina brengen, dit heeft ook invloed op de zuurgraad!

Slide 16 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
  • Baarmoederslijmvlies wordt opgebouwd, wordt steeds dikker en vervolgens weer afgebroken.
  • Schematisch ziet het baarmoederslijmvlies er dan zo uit:

Slide 17 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
  • Ovulatie vindt meestal om de ongeveer vier weken plaats.
  • Menstruatie vindt gemiddeld veertien dagen na de ovulatie plaats (als de vrijgekomen eicel niet is bevrucht).
  • De periode van dag 1 tot de laatste dag = de menstruatiecyclus

Slide 18 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
  • Ovulatie = eisprong 
Dit is 2 weken voor de menstruatie (gemiddeld op dag 14)
  • Menstruatie = ongesteld zijn (op dag 1 tot en met 4)

Slide 19 - Tekstslide

Ovulatie = eisprong

Slide 20 - Tekstslide

Hypofyse
Belangrijke hormoonklier: De hypofyse.
Deze maakt verschillende hormonen
  1. hormonen die je geslachtsklieren beïnvloeden
  2. groeihormonen.

Slide 21 - Tekstslide

App
Menstruatiedagboek - kalender


Menstruatiekalender - cyclus

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Begrippen
  • Bevruchting (en waar dit plaatsvindt): de kernen van een eicel en zaadcel versmelten. Dit gebeurt in de eileiders
  • Ovulatie: eisprong. Er komt een eicel vrij (gebeurt 1 keer per maand)
  • Innesteling (en waar dit plaatsvindt): het klompje cellen zet zich vast in het slijmvlies van de baarmoeder.
  • Overgang: er komen geen eicellen meer tot ontwikkeling (eicellen zijn op)

Slide 25 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Huiswerk 14 februari
Maken § 4.2: 1-4
+
Leren 4.1
+
Nakijken

Maken § 4.2: 1-5
+
Leren 4.1
+
Nakijken

BK
KGT

Slide 26 - Tekstslide

Doel: Een vrouw
  • Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.

Slide 27 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video