Voorkennis + 8.1 / 8.2

Hoofdstuk 8: Ruimtefiguren
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8: Ruimtefiguren

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Nieuw hoofdstuk: Ruimtemeetkunde
- Voorkennis: Metriek stelsel
   Aan de slag
- Voorkennis: Oppervlakte 
   Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

jds

400 mL = ... L
0,5 m3 = ... dL

Slide 4 - Tekstslide

8.1 Ruimtelijk kijken en tekenen

Slide 5 - Tekstslide

Gezichtsbedrog
Als je iets ziet, gebruik je niet alleen je ogen. Je ogen kijken naar iets en geven daarover signalen door aan je hersenen. Daardoor zie je wat je ziet. Maar soms foppen je hersenen je! Dan zie je iets anders dan er eigenlijk is. We noemen dat gezichtsbedrog of een optische illusie.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

8.1 Ruimtelijk kijken en tekenen

Slide 11 - Tekstslide

Stappenplan:

  1. Teken eerst het voorvlak
  2. Teken nu de ribben schuin naar achteren (altijd 2 hokjes naar rechts en 1 omhoog)
  3. Teken de kubus verder af
  4. Zet de hoofdletters A t/m H bij de hoekpunten. De letter A t/m D horen bij het ondervlak. De letters E t/m H horen bij het bovenvlak

Slide 12 - Tekstslide

Stappenplan balk:

Lengte = 3 cm
Breedte = 5 cm
Hoogte = 2 cm

Eerst voorvlak.
Daarna 2 rechts en 2 omhoog vanuit hoekpunten.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Voorkennis blz 168 af
+
Blz 169 som 1 t/m 11

Slide 14 - Tekstslide

Uit hoeveel kubussen bestaat dit bouwwerk?
A
10
B
13
C
17
D
19

Slide 15 - Quizvraag

Aanzichten

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag:
Blz 154
Som 9 tot 13
+
Blz 162
Som 21 tot 26

Slide 17 - Tekstslide

Blz 166
Opdracht 11 tot 19

Slide 18 - Tekstslide

8.1 Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je moet tekenen in perspectief door gebruik te maken van de horizon (die op ooghoogte is) en het verdwijnpunt.

Slide 19 - Tekstslide

Tekenen in perspectief
De regels voor het tekenen in perspectief moet je kennen voor de toets: 

1. Evenwijdige lijnen die van je af weg lopen snijden elkaar in het verdwijnpunt op de horizon. 

2. De horizon is op ooghoogte

3. Verticale lijnen blijven verticaal. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag:
Blz 174
Som 12 t/m 17
+ L1 & L2

Slide 23 - Tekstslide