Laagland cursus 12 les 1 inleiding

Laagland cursus 12
twintigste eeuw van 1900 tot 1940, les 1 inleiding
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Laagland cursus 12
twintigste eeuw van 1900 tot 1940, les 1 inleiding

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • opgeven leeskringen
  • uitleg taak 5
  • inleiding cursus 12
  • historische achtergrond 1900-1940
  • aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Opgeven samenstelling leeskring
Stel een groep samen en laat een van de groepsleden een Slack sturen met de namen. 

Slide 3 - Tekstslide

taak 5 (bonus volgende tentamen)
Verwerkingsopdracht gelezen boek van tweede periode: Geef in Slack aan welk daltonuur je beschikbaar bent om deze taak te maken en maak een afspraak; je docent roept je op in Teams. Je krijgt twee vragen over je gelezen boek. Als je die naar behoren weet te beantwoorden, krijg je je paraaf en de bonus. Je hebt één kans.
Deadline: Deze taak moet je voor de voorjaarsvakantie afronden (19 februari 16.00 uur).

Slide 4 - Tekstslide

Inleiding
Lees (mee) op p. 151 van je theorieboek van Laagland het fragment uit Blokken.

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent het dat de bevolking van de Staat 'stationair' is? (r.10)
A
Men mag zich alleen per trein verplaatsen.
B
Men verplaatst zich niet of nauwelijks.
C
Men verplaatst zich alleen in colonnes.

Slide 6 - Quizvraag

Is het in de Staat mogelijk dingen op eigen houtje te doen?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Bordewijk gebruikt complexe en poëtische beeldspraak. Geef een voorbeeld (met regelnummer).

Slide 8 - Open vraag

Beschrijf het uiterlijk van een bewoner van de Staat.

Slide 9 - Open vraag

Leg aan de hand van het fragment uit waarom Bordewijks boek Blokken heet.

Slide 10 - Open vraag

Waarnaar verwijst Blokken (historisch)?

Slide 11 - Open vraag

Historische context (1)
  • Tot 1914: nationalisme en imperialisme veroorzaken steeds meer spanning
  • Op slagvelden WO I: acht miljoen doden, verschikkingen leiden tot morele ontreddering
  • Nederland bleef neutraal, maar grote vluchtelingenstroom uit België
  •  Na WO: totalitaire staten komen op (communisme / nationaal socialisme / facisme) + machtgreep Spanje reactionaire militairen
  • -> democratie en individualisme komen onder druk

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Historische context (2)
  • 1929: beurskrach New York -> doet bestaande onvrede groeien 
  • Wereldwijde economische crisis
  • Grote werkloosheid (o.a. Amsterdamse Bos in die tijd als werkverschaffingsproject aangelegd)
  • 1917: invoering van algemeen kiesrecht voor mannen
  • 1919: ook voor vrouwen
  •  Massaproductie in fabrieken, ongeschoolde arbeid tegen laag loon

Slide 14 - Tekstslide

Historische context (3)
  • Ontgoocheling en morele ontreddering leidt tot cultuurkritiek: angst voor massa en wens bedreigde individu te beschermen 
  • Intellectuelen, schrijvers en kunstenaars: cultuurcritici + afwijzing massacultuur
  • Uitvinding lopende band (Henry Ford) gaf enorme impuls aan industriële productie
  • Nieuwe dansvormen (Charlston) + vrijere omgangsvormen man/vrouw
  • twee kanten: omarmen vernieuwingen <-> pessimisme, somberheid, cultuurkritiek

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Aan de slag
  • Maak van Laagland cursus 12 opdracht 1 (p. 114-115)
  • Maak vraag 1 t/m 4 van de controlevragen (zie elo of bijlage huiswerk Magister)

Slide 17 - Tekstslide