1H4 Online Lektion 21.11.25

Zutaten und Kocharten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zutaten und Kocharten

Slide 1 - Tekstslide

Programm
  • Wörter wiederholen
  • Speisen bestimmen (welche Zutaten siehst du?)
  • Speisen analysieren (welche Kocharten werden verwendet?)
  • Eine Speisekarte übersetzen 

Slide 2 - Tekstslide

Wörter wiederholen
Welke ingrediënt-woorden kun je nog terughalen van de vorige keer (het liefst uit je hoofd).
Noteer deze in het Duits in de volgende slide.
De spelling is ondergeschikt.

Slide 3 - Tekstslide

Zutatenwörter

Slide 4 - Woordweb

Gegrilltes Lachsfilet mit gegrillte grüne Spargel und Kräuterrahmsoße

Slide 5 - Open vraag

Gemischter Salat mit Ziegenkäse, Apfel, Walnüsse, Guken, Tomaten, Röstbrotwürfel und Honig-Senfdressing.

Slide 6 - Open vraag

Carpaccio vom Rind, oder roten Beeten (V), mit Käsestreifen, Rucola , gerösteten Pinienkernen und Trüffelmayo.

Slide 7 - Open vraag

Kocharten und Zubereitungsweisen
Naast de woorden waarmee je de ingrediënten kunt benoemen, zijn er ook nog aanverwante woorden waarmee je de ingrediënten/ gerechten kunt beschrijven.
De bereidingswijze zegt ook iets over de smaak.
In de volgende slide zie je een aantal van die bereidingswijzen.

Slide 8 - Tekstslide

Kochen- gekocht(e)
Backen- gebacken (e)
Braten-gebraten (e)
Rösten- geröstet (e)
grillen- gegrillt (e)
gratinieren- gratiniert (e)
füllen- gefüllt (e)

Slide 9 - Tekstslide

Welke bereidingswijzen zag je

Slide 10 - Woordweb

Zijn er nog andere woorden te bedenken waarmee je een gerecht verder beschrijft?

Slide 11 - Open vraag

Welche Speise siehst du?

Slide 12 - Tekstslide

Welche Speise sahst du?

Slide 13 - Open vraag

Welche Speise siehst du?

Slide 14 - Tekstslide

Aufgabe
Vertaal ten minste 3 gerechten van de menukaart van 038, Amadeus, of de menukaart van de plek waar je werkt.
Vertaal het gerecht (voor zover dat kan), de ingrediënten, maar ook de beschrijvende woorden.
Voorbeeld:
Piepkuiken uit de oven met citroen, knoflookboter, verse friet en salade
Kücken aus dem Ofen mit Zitrone, Knoblauchbutter, frischen Pommes und Salat. 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe
Noteer in een Word document het volledige Nederlandse gerecht en noteer daaronder de Duitse vertaling. 
Lever het Word document daarna in via Canvas-Duits-Leerjaar 1-Opdracht 2.1.2 online les opdracht

Slide 16 - Tekstslide