V4- H2 -oefenen en herhaling

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de landschapzones op de wereldkaart bij deze vraag.
In Afrika liggen de verschillende landschapszones over het algemeen parallel aan de evenaar. In Noord- en Zuid-Amerika is dit patroon minder herkenbaar.  
Welke klimaatfactor veroorzaakt dit afwijkende patroon in Noord- en Zuid Amerika?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Bekijk de landschapszones op de wereldkaart bij deze vraag. In Afrika liggen de verschillende landschapszones over het algemeen parallel aan de evenaar. In Noord- en Zuid-Amerika is dit patroon minder herkenbaar. Welke klimaatfactor veroorzaakt dit afwijkende patroon in Noord- en Zuid Amerika?
A
Breedteligging
B
Gebergte- en hoogteligging
C
Type oppervlak
D
Oceanische circulatie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Een van de natste plaatsen in Afrika is de stad Douala in Kameroen. Op de kaart staat Douala met een rode pijl aangegeven. Het hele jaar door valt hier veel neerslag. Geef aan waardoor er in Douala het hele jaar door neerslag valt

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

. Een van de natste plaatsen in Afrika is de stad Douala in Kameroen. Op de kaart staat Douala met een rode pijl aangegeven. Het hele jaar door valt hier veel neerslag. Geef aan waardoor er in Douala het hele jaar door neerslag valt

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Beschrijf nu hoe de nog grotere hoeveelheid neerslag in Douala in de periode mei-augustus ontstaat

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beschrijf hier hoe de nog grotere hoeveelheid neerslag in Douala in de periode mei-augustus ontstaat

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk bron 14 en 15 op p. 46 van je tekstboek

Rond de Steenbokskeerkring valt aan de oostkust van Zuid-Amerika veel meer neerslag dan aan de westkust. Dit verschil ontstaat door een combinatie van drie oorzaken: zeestromen, windrichting en hoogteligging.

Beschrijf voor elk van deze drie oorzaken hoe dit verschil in neerslag tussen de Oostkust en de Westkust ontstaat.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond de Steenbokskeerkring valt aan de oostkust van Zuid-Amerika veel meer neerslag dan aan de westkust. Dit verschil ontstaat door een combinatie van drie oorzaken: zeestromen, windrichting en hoogteligging.
Beschrijf voor elk van deze drie oorzaken hoe dit verschil in neerslag tussen de Oostkust en de Westkust ontstaat.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denk terug aan de afbeelding op de vorige slide met daarop de stralingsbalans. Welke soort straling straalt de zon uit?
A
Langgolvig
B
Kortgolvig

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou de stralingsbalans van de aarde veranderen als er geen wolken zouden zijn?
A
De stralingsbalans wordt positief dus de temperatuur neemt toe
B
De stralingsbalans wordt negatief dus de temperatuur neemt af
C
Dit kun je niet halen uit de afbeelding

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De samenstelling van de atmosfeer beïnvloedt de gemiddelde temperatuur op aarde



Zonder het broeikaseffect zou het op aarde veel warmer zijn



Grote temperatuurverschillen op aarde worden veroorzaakt door verschillen in breedteligging



Wolken spelen geen rol in de stralingsbalans van de aarde



De zon zendt kortgolvige straling uit, het aardoppervlak langgolvige
Juist
Onjuist
A
B
C
D
E

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans
  • Motor achter de kringlopen
  • Absorberen en weerkaatsen
  • Albedo

Slide 16 - Tekstslide

Je ziet dat een deel van het zonlicht weerkaatst wordt door wolken en het aardoppervlak. Een ander deel van de energie wordt door de wolken opgenomen en omgezet in warmte. Minder dan de helft komt bij het aardoppervlak terecht. Daar wordt de energie opgenomen en omgezet in warmte, geabsorbeerd, en uitgestraald via infrarode straling. De atmosfeer wordt zo verwarmd vanaf het aardoppervlak. Opvallend is dat 114% (109% en 5%) vanaf het aardoppervlak wordt teruggestraald, terwijl er maar 47% van het zonlicht door het aardoppervlak wordt geabsorbeerd. Dat komt door de broeikasgassen: waterdamp, CO₂ en methaan. Een flink deel van de warmte verlaat de atmosfeer niet, maar wordt weer door de broeikasgassen en wolken geabsorbeerd en voor een groot deel teruggestraald (pijl met 96%) naar de aarde. Waren er geen broeikasgassen, dan zou de gemiddelde temperatuur veel lager zijn, namelijk –16 °C. Deze extra warmte maakt het aardoppervlak gemiddeld 31 °C warmer en hierdoor is het hier gemiddeld dus 15 °C.