EHB(S)O herhaling

EHB(S)O herhaling
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

EHB(S)O herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Ervaringen
- Doel
- Theoriegedeelte
- Praktijkgedeelte
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je meegemaakt?

Slide 3 - Woordweb

Doel
Het doel van vandaag is:

Aan het einde heb jij je EHBO certificaat verlengd voor een jaar.

Slide 4 - Tekstslide

Theoriegedeelte

- Wat is het allerbelangrijkst bij EHBO? S.T.O.P.
- Wanneer bel je 112? Blz. 10
- Wanneer gebruik je een AED? Blz. 13

Slide 5 - Tekstslide

Veelvoorkomend letsel:
- Spierscheur en -kramp (hittekramp) blz. 16 & 33
- Kneuzing/verstuiking blz. 18
- Botbreuken blz. 20
- Brandwonden blz. 21
- Bloedingen blz. 23
- Oogletsel blz. 27
- Bloedneus blz. 28
- Hersenletsel blz. 30
- Onderkoeling blz. 31
- Oververhitting blz. 33
- Wervelletsel blz. 36

Slide 6 - Tekstslide

Spierscheur AKA:
A
Spierkramp
B
Onderkoelingkramp
C
Zweepslag
D
Hittekramp

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij een verstuiking/verzwikking?
A
Botten scheuren volledig af
B
Verschuiving van gewrichten, waardoor kapsels worden opgerekt/afgescheurd
C
Er ontstaat alleen een blauwe plek als je iets dubbelklapt
D
Botten scheuren gedeeltelijk af

Slide 8 - Quizvraag

Welke soorten botbreuken heb je?
A
Open, gesloten of gecompliceerd
B
Open, gesloten of gecombineerd
C
Gecompliceerd, binnenhuids of externe
D
Externe, interne of gecombineerd

Slide 9 - Quizvraag

Welke soorten brandwonden heb je?
A
1e, 2e en 3e graads
B
Lichte, medium en zware brandwonden
C
Rode, witte en zwarte brandwonden
D
Er is er maar 1

Slide 10 - Quizvraag

Wat doe je bij scheuren/kneuzingen/brandwonden?
A
Koelen (vaak 5min)
B
Lauw water erover laten stromen
C
Warm water erover laten stromen
D
Koelen (vaak 10-20min)

Slide 11 - Quizvraag

Wat doe je bij een bloeding?
A
Altijd een pleister plakken
B
Pleister plakken + schouderklopje geven
C
Uitzoeken om welke bloeding het gaat
D
Altijd gelijk 112 bellen

Slide 12 - Quizvraag

Wat moet je voorkomen bij oogletsel?
A
Dat mensen gaan huilen
B
Wrijven in het oog
C
Dat hun lenzen uitvallen
D
Dat ze een veiligheidsbril dragen

Slide 13 - Quizvraag

Hoe lang moet je je neus dichtknijpen bij een bloedneus?
A
5min
B
10min
C
15min
D
20min

Slide 14 - Quizvraag

Iemand heeft hersenletsel. Kan het zijn dat er een paar dagen later nog extra klachten optreden?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer spreek je van onderkoeling?
A
<35 graden Celsius
B
>35 graden Celsius
C
<38 graden Celsius
D
>38 graden Celsius

Slide 16 - Quizvraag

Wat zie je bij iemand de oververhit is?
A
Hevig transpireren en hijgen
B
Hevig transpireren, hijgen en hoesten
C
Hevig transpireren, duizelig, maagkramp, vermoeid, bleke en koele huid
D
Koele huid en vermoeid

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer moet je bedacht zijn op mogelijk wervelletsel?
A
65+, persoon betrokken bij ongeval met een voertuig, val van hoogte, tintelingen/uitvalverschijnselen, pijn in nek/rug, verminderd bewustzijn
B
65+, ongeval, uitvalverschijnselen, persoon die heel er bij het bewustzijn is, persoon die zich goed kan uitdrukken, persoon die een beetje wankelt met lopen
C
40+, persoon die alcohol heeft gedronken, persoon die spierpijn heeft in de rug/nek, persoon die een botbreuk heeft, persoon die onderkoeld is.
D
Je hoeft nooit echt bedacht te zijn op mogelijk wervelletsel

Slide 18 - Quizvraag

PAUZE

10min break

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Aandoeningen en ziektebeelden:
- Astma blz. 44
- ACS blz. 47
- Beroerte blz. 49
- Epilepsie blz. 51



- Diabetes Mellitus blz. 52
- Flauwte blz. 54
- Allergie blz. 55
- Meningitis blz. 59

Slide 21 - Tekstslide

Wat zijn symptomen van een astma aanval?
A
Hoesten, fluiten, zwaaien
B
Hoesten, piepende ademhaling, kortademig, beklemmend gevoel borst
C
Hoesten, kortademig, paniekaanval, bloed spugen
D
Hoesten, bloed spugen, amper lucht krijgen

Slide 22 - Quizvraag

Wat moet je doen bij een acuut hartinfarct?
A
Zorg voor rustige omgeving, bel 112, pak alvast een AED
B
Bel de huisarts, laat diegene de spanning eruit wandelen, dien medicatie toe
C
Dien medicatie toe, laat het slachtoffer liggen op de grond, koel 10-20min
D
Koel 10-20min, laat het slachtoffer zitten, bel 112

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer spreek je van een beroerte?
A
Als de bloedvoorziening ergens in het hart wordt onderbroken
B
Als je flauwvalt
C
Als je een epileptische aanval hebt
D
Als de bloedvoorziening ergens in de hersenen wordt onderbroken

Slide 24 - Quizvraag

Wat moet je doen als iemand een epileptische aanval (toeval) heeft?
A
Houd het hoofd stevig vast, zodat diegene nergens tegenaan kan stoten
B
Houd de tong goed vast, zodat diegene diens tong niet kan afbijten
C
Maak de omgeving vrij, zodat diegene vrij kan bewegen, bel 112
D
Bel 112 en houd het hoofd vast van diegene

Slide 25 - Quizvraag

Diabetes Mellitus AKA:
A
Diabetes type 1
B
Diabetesziekte
C
Suikerziekte
D
Diabetes type 2

Slide 26 - Quizvraag

Wat zijn symptomen van een flauwte?
A
Gapen, zwakte, wazig zien, transpireren, bleke huid, suizen oren, zwakke polsslag
B
Wazig zien, transpireren, doof zijn, snelle polsslag
C
Snelle polsslag, doof en blind zijn, niets meer voelen
D
Niets meer voelen, blind zijn, bleke huid, gapen

Slide 27 - Quizvraag

Wat doe je als iemand een ernstige allergische reactie heeft en een epipen bij zich heeft?
A
Je belt de moeder van diegene en vraagt om advies
B
Je laat je collega het doen
C
Diegene geruststellen
D
Je gebruikt de pen

Slide 28 - Quizvraag

Wat is meningitis?
A
Een hersenvliesontsteking
B
Een herseninfarct
C
Een hartinfarct
D
Een beroerte

Slide 29 - Quizvraag

Iemand ligt op de grond
Wat doe je?:
- Bewustzijn checken
- Ademhaling checken
- Reanimeren (+ AED)

Slide 30 - Tekstslide

Reanimeren
- Kind?
- Drenkeling?
- Volwassene?
- AED?

Niet reanimatie verklaring.

Slide 31 - Tekstslide

Reanimatie praktijk
- Maak een tweetal (of drietal als het niet anders kan)
- Pak een pop
- Voer alle checks uit
- Doe de reanimatie samen

Slide 32 - Tekstslide

Reanimatie praktijk
- Nu sluit je de AED aan
- Ook dit doe je met zijn tweeën

Slide 33 - Tekstslide

PAUZE
10min break

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Verslikking/verstikking

Slide 36 - Tekstslide

Verslikking/verstikking
- Bij elkaar doen rugslagen en buikstoten (niet levensecht)
- Daarna naar de grond brengen met rautekgreep

Slide 37 - Tekstslide

Stabiele zijligging
- Bij elkaar uitvoeren in tweetallen

Slide 38 - Tekstslide

Boomstamrol
- Optioneel?
- Zelf laten zien.
- Waarom zou je deze gebruiken?

Slide 39 - Tekstslide

Ernstige bloeding
- Wat doe je als eerste als iemand een ernstige bloeding heeft?
- Wat plaats je als het om een arm/been gaat?
- Wat plaats je als het om een andere plek gaat?
- Shock door veel bloedverlies

Slide 40 - Tekstslide

Wat vond je van deze herhalingsles en waarom?

Slide 41 - Open vraag

Wat zou je zelf anders hebben gedaan en hoe of wat zou je dat/anders hebben gedaan?

Slide 42 - Open vraag

Als je mij opbouwende feedback zou mogen geven, wat zou je dan tegen mij zeggen?

Slide 43 - Open vraag

Als je een compliment zou mogen geven aan mij, wat zou je dan zeggen?

Slide 44 - Open vraag

Bedankt voor vandaag!
Tot de volgende keer.
Doei.

Slide 45 - Tekstslide