6.2 Veroveraars

deel 1
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

deel 1

Slide 1 - Tekstslide

1. Herhaling 
2. Leervragen 6.2 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Waarom gingen de Nederlanders zelf naar Azië?
A
Om geld te verdienen
B
Omdat ze dat leuk vonden
C
Om meer landen te ontdekken
D
Om een handelsroute naar Indië te vinden

Slide 3 - Quizvraag

Welke Nederlander kwam als eerst aan in Oost-Indië?
A
Cornelis Houtman
B
Willem Barentsz
C
Vasco da Gama

Slide 4 - Quizvraag

Hoe werd het ontdekte gebied, Amerika nu, genoemd?
A
Amerigo
B
West-Indië
C
Indonesië
D
Noord- Amerika

Slide 5 - Quizvraag

Waarom werd het ontdekte gebied, nu Amerika, West-Indië genoemd?

Slide 6 - Open vraag

Een van de grootste indianenvolken is de...?
A
Azteken
B
Indonesiërs
C
Egyptenaren
D
Cubanen

Slide 7 - Quizvraag

Waar kwam Columbus vandaan ?
A
Spanje
B
Portugal
C
Italië
D
Zwitserland

Slide 8 - Quizvraag

Leervragen
uitleggen waarom Spanje grote delen van Amerika wilden veroveren 
Aan het eind van de les kan je...
vertellen hoe de Spanjaarden grote delen van Amerika hebben veroverd 
uitleggen waarom andere landen in Europa dit daarna ook deden 
uitleggen hoe de inheemse bevolkingen van Afrika en Amerika tot slaaf werden gemaakt door Europeanen

Slide 9 - Tekstslide

Op zoek naar goud

De Spaanse koning was erg geïnteresseerd in de geruchten over het goud en de rijkdommen van de inheemse bevolkingen.  

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 21 - Tekstslide

welke veroveraar stuurde de Spaanse koning naar West- Indië?
A
Columbus
B
Cornelis
C
Cortes
D
Willem Barentsz

Slide 22 - Quizvraag

Waarom was de Spaanse koning geïnteresseerd in 'West-Indië'?
A
door de geruchten dat er veel goud en rijkdom was
B
door de kruiden die er waren
C
doordat andere landen er ook heengingen
D
door het lekkere weer

Slide 23 - Quizvraag

De inheemse bevolking was niet sterk genoeg om al het zware werk te doen voor de Europeanen, hoe kwam dit?
A
de Europeanen namen ziektes met zich mee
B
ze hadden het te druk met hun eigen werk
C
ze wilden niet meewerken
D
ze vonden dat de Europeanen zelf moesten werken

Slide 24 - Quizvraag

wat zagen de Europeanen als oplossing hierop?
A
zelf gaan werken
B
slaven uit Afrika halen en deze in Amerika laten werken
C
slaven uit Azië halen
D
slaven uit Europa halen

Slide 25 - Quizvraag

Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 51- 52-53
  • KGT: bladzijde 56-57-58

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Extra oefenen!
BK: bladzijde 57
KGT: bladzijde 62-63

Hoe? 
  • Alleen 
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Slide 26 - Tekstslide

deel 2

Slide 27 - Tekstslide

1. Herhaling 
2. Leervragen 6.2 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 28 - Tekstslide

Waarom was de Spaanse koning geïnteresseerd in 'West-Indië'?
A
door de geruchten dat er veel goud en rijkdom was
B
door de kruiden die er waren
C
doordat andere landen er ook heengingen
D
door het lekkere weer

Slide 29 - Quizvraag

De inheemse bevolking was niet sterk genoeg om al het zware werk te doen voor de Europeanen, hoe kwam dit?
A
de Europeanen namen ziektes met zich mee
B
ze hadden het te druk met hun eigen werk
C
ze wilden niet meewerken
D
ze vonden dat de Europeanen zelf moesten werken

Slide 30 - Quizvraag

slavernij

Slide 31 - Woordweb

Leervragen
vertellen welke producten de Europeanen uit Amerika in Europa verkochten
Aan het eind van de les kan je...
uitleggen wat kolonies zijn 
uitleggen wat voor invloed de Europeanen hadden op de kolonies 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Driehoekshandel

Slide 35 - Tekstslide

Slaven
  • West-Afrika

  • Op de slavenmarkt aan de kust in West-Afrika werden ze gekeurd en geruild.

Slide 36 - Tekstslide

Waarom slavernij?


  • Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen

  • Plantageproducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa

  • Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.

  • De oorspronkelijke bewoners van dit gebied waren volgens de Europeanen 'ongeschikt' voor deze arbeid...of al uitgemoord in de eeuwen ervoor...



Slide 37 - Tekstslide

Op de plantages

  • De slaven moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
  • Regelmatig werden ze mishandeld.
  • Ze werden soms gebrandmerkt.  Hiermee kon iedereen zien wie de eigenaar van de tot slaaf gemaakte was.








Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.

Slide 38 - Tekstslide

'Whipped Peter' rug.
Dezelfde man.

Slide 39 - Tekstslide

Productie en handel op de hele wereld
  •  Zuid Amerika - Tabak en cacaobonen
  •  Suikerriet, koffie en katoen groeide goed in het nieuwe werelddeel

  • Landbouwbedrijven ook wel plantages


Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Afsluiting

Slide 44 - Tekstslide

Wat is de goede volgorde?
1.
2.
3.
4.
5.
De Spanjaarden bouwen plantages.

De Spanjaarden halen slaven uit Afrika.

Azteken moeten op de plantages werken.

Azteken sterven door Europese ziektes.

Cortes verovert het land van de Azteken

Slide 45 - Sleepvraag

Suriname
Curaçao
New York/ Nieuw Amsterdam
Afrika
Nederland

Slide 46 - Sleepvraag

Welke goederen haalden de Europeanen van de plantages?

Slide 47 - Open vraag

wat is een kolonie?
A
Land dat onder dwang van een ander land bestuurd wordt
B
een land waar slaven heen werden gebracht
C
een land waar de slaven werden gekocht
D
land dat andere landen veroverde

Slide 48 - Quizvraag

Wat gebeurde er met de slaven op de plantages?
A
ze kregen ene bijnaam
B
ze werden gebrandmerkt
C
ze kregen een hele lage loon
D
ze werden niet betaald

Slide 49 - Quizvraag

wat voor invloed hadden de Europeanen op de inheemse bevolkingen?
A
ze moesten hun taal verplicht spreken
B
ze moesten christelijk worden
C
ze kregen Europese namen
D
ze moesten Europees eten maken

Slide 50 - Quizvraag

Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 54- 55-56
  • KGT: bladzijde 59-60-61

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Extra oefenen!
BK: bladzijde 57
KGT: bladzijde 62-63

Hoe? 
  • Alleen 
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Slide 51 - Tekstslide