Hoofdstuk 4.5 Hefbomen B3 les 5

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

H4: Krachten
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom Basis 3!
Ga zitten en start met:

Ga verder met de opdrachten 4.4. 




Jas over je stoel

Slide 2 - Tekstslide

Practicum
Welkom Kader-3 
Start met opdracht 2, 4, 6 en 8 van 2,3 Temperatuur
Je hebt straks je laptop nodig                     START IN:



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 4 - Tekstslide

H4: Krachten
Introductie
  • 4.1 Soorten krachten
  • § 4.2 Krachten tekenen
  • § 4.3 Zwaartekracht
  • § 4.4 Nettokracht
  • § 4.5 Hefbomen
  • § 4.6 Druk

Slide 5 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Huiswerk-controle
  2. Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk
  7. Nabespreking

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Maak opdracht: van paragraaf 4.4 nettokracht:
 opdracht 1 t/m 8

Slide 7 - Tekstslide

Terugblik
  1. Je kunt bij evenwicht beschrijven aan welke voorwaarden de krachten moeten voldoen.
  2. Je kunt bij evenwicht de bijbehorende krachten benoemen.
  3. Je kunt de nettokracht berekenen van krachten die werken op één voorwerp.

Slide 8 - Tekstslide

Wat lees je op de schaalverdeling van een krachtmeter af?
A
de grootte van de kracht
B
de kracht op de veer
C
de meetafstand
D
het meetbereik

Slide 9 - Quizvraag

De massa van de steen is 250 g. De krachtenschaal is 1 cm ≡ 1 N. Hoe groot is de pijl die je zou moeten tekenen?
A
2,5 cm
B
0,25 cm
C
25 cm
D
0,025 cm

Slide 10 - Quizvraag

De richting van de nettokracht is naar
A
links
B
rechts
C
boven
D
beneden

Slide 11 - Quizvraag

Bereken in de situatie hiernaast de nettokracht.
Fnetto =

Slide 12 - Open vraag

Leerdoelen 4.5 Hefbomen
  1. Je kunt in een hefboom het draaipunt, het werkpunt en het lastpunt benoemen.
  2. Je kunt in een hefboom de werkarm en de lastarm benoemen.
  3. Je kunt bij een hefboom in evenwicht uitleggen op welke manier met een kleine kracht een grote kracht wordt uitgeoefend.
  4. Je kunt enkele en dubbele hefbomen van elkaar onderscheiden.

Slide 13 - Tekstslide

4.5 Hefbomen
Met je vingers krijg je een verfblik niet open. 

Met een schroevendraaier gaat dat veel gemakkelijker. 

Met de schroevendraaier kun je je kracht vergroten.

Slide 14 - Tekstslide

Kracht vergroten
  • Om je kracht te vergroten gebruik je een werktuig.
  • Met een breekijzer kun je meer kracht zetten dan met je blote handen. 
  • Die kracht is wel twintig keer groter.
  • Deze kracht noem je de werkkracht. 

Slide 15 - Tekstslide

Hefboom

Een breekijzer is een voorbeeld van een hefboom.

Een hefboom heeft drie punten (figuur 3):
  1. een werkpunt; het werkpunt is waar je de kracht uitoefent.
  2. een draaipunt; bij het draaipunt kan de hefboom draaien.
  3. een lastpunt: met het lastpunt oefent de hefboom een kracht uit op een voorwerp

Slide 16 - Tekstslide

Enkele hefbomen
Een bandenlichter, koevoet, flessenopener en een steeksleutel zijn voorbeelden van een enkele hefboom.
Met een hefboom kun je een kracht groter maken.
Het midden van de moer is het draaipunt 
van de hefboom. 
Het andere uiteinde van de steeksleutel is
het werkpunt. 
Het lastpunt zit op de punten aan de 
buitenkant van de zeskantmoer.

Slide 17 - Tekstslide

Dubbele hefbomen
Tangen en scharen bestaan uit twee hefbomen die om hetzelfde draaipunt draaien.




                                                                             Dubbele hefboom: 
                                                                       de ene hefboom is oranje,                                                                                    de andere is blauw.
De beide hefbomen draaien 
rond de rode stip:
het draaipunt.

Slide 18 - Tekstslide

Krachtvergroting
De brandweerman zet het lastpunt tussen de deur.
Het draaipunt zet hij tegen de auto. 
De brandweerman duwt op het werkpunt.
Het lange uiteinde houd je vast.
Met het korte uiteinde zet je kracht op een voorwerp.

Werkarm
lastarm

Slide 19 - Tekstslide

Samenvatting
  • Met een hefboom kun je krachten vergroten.
  • Een hefboom heeft een werkpunt, een lastpunt en een draaipunt.
  • Een breekijzer en een steeksleutel zijn voorbeelden van enkele hefbomen.
  • Een tang en een schaar zijn voorbeelden van dubbele hefbomen.
  • Een hefboom heeft een lang uiteinde en een kort uiteinde.
  • Het lange uiteinde is de werkarm. Het korte uiteinde is de lastarm.
  • Hoe langer de werkarm, hoe meer je kracht wordt vergroot.
  • Hoe korter de lastarm, hoe meer je kracht wordt vergroot.



Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht: van paragraaf 4.5 hefbomen:
 opdracht 7 t/m 15

Je mag samenwerken!

Slide 21 - Tekstslide

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 22 - Woordweb

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 23 - Woordweb

Afsluiting: we weten.................
  1. Je kunt in een hefboom het draaipunt, het werkpunt en het lastpunt benoemen.
  2. Je kunt in een hefboom de werkarm en de lastarm benoemen.
  3. Je kunt bij een hefboom in evenwicht uitleggen op welke manier met een kleine kracht een grote kracht wordt uitgeoefend.
  4. Je kunt enkele en dubbele hefbomen van elkaar onderscheiden.

Slide 24 - Tekstslide

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
  • Zet in je planner!!
  • Maak opdracht: van paragraaf 4.5 hefbomen: opdracht 7 t/m 15

Dank voor jullie aandacht!

Slide 27 - Tekstslide

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll