REKENEN - Startrekenen Vooraf deel B (oranje) - H11 - LES 1 (oppervlakte)

Startrekenen Vooraf deel A
STARTREKENEN VOORAF deel A
les 1
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Startrekenen Vooraf deel A
STARTREKENEN VOORAF deel A
les 1

Slide 1 - Tekstslide

Startrekenen Vooraf deel A
STARTREKENEN VOORAF deel A
les 1

Slide 2 - Tekstslide

Startrekenen Vooraf deel A
DOEL VAN DE LES
les 1
3.1   De leerling kent de betekenis van oppervlakte en omtrek.



WAT HEB JE NODIG?
boek
pen of potlood

Slide 3 - Tekstslide

Oppervlakte

Slide 4 - Tekstslide

Startrekenen Vooraf deel A
11.1 OPPERVLAKTE
les 1
uitleg 1
blz. 147-146
Als je een muur gaat schilderen, is het handig om te weten hoe groot 
de muur is.
Je hebt het dan over de oppervlakte van de muur.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte?
  • Je geeft aan hoe groot iets is
  • Lengte x Breedte
  •  Voorbeelden in huis/klas

Slide 6 - Tekstslide

Opp = lengte x breedte!
De lengte = van boven naar beneden.
Van top tot teen.

De breedte = van de ene zijkant naar de andere zijkant.
Van de ene hand naar de andere hand.


Slide 7 - Tekstslide

Omtrek - Oppervlakte

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de omtrek?
  • Je kan ergens omheen meten! Oftewel, OMHEEN lopen

Slide 12 - Tekstslide

Startrekenen Vooraf deel A
11.1 OPPERVLAKTE
les 1
uitleg 2
blz. 148-145
Als je een hek om een weiland wilt zetten, is het handig om te weten hoe lang het hek moet zijn.
Je hebt het dan over de omtrek van het weiland.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Formule OMTREK:
lengte+breedte+lengte+breedte= omtrek

Slide 15 - Tekstslide

Oppervlakte en omtrek
Een raam heeft een oppervlakte en omtrek.
Het glas is de oppervlakte.
Het kozijn is de omtrek.

Slide 16 - Tekstslide

Je wilt laminaat leggen in je kamer.
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 17 - Quizvraag

Je wilt de muur behangen.
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 18 - Quizvraag

Je wilt een hek om een voetbalveld zetten.
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 19 - Quizvraag

Startrekenen Vooraf deel A
11.1 OPPERVLAKTE
les 1
opdracht 1
blz. 147 - 144 
Job en Sterre hebben een nieuw huis.
a. Job gaat de deur schilderen. 
Kleur de oppervlakte van de deur rood.

b. Sterre gaat gras zaaien in de tuin.
Kleur de oppervlakte van de tuin blauw.

Slide 20 - Tekstslide

Startrekenen Vooraf deel A
11.1 OPPERVLAKTE
les 1
opdracht 2
blz. 148 - 145 
a.  Richard maakt een lijst om de poster.
Teken de lijst om de poster.
wat heb je getekend?
 de omtrek
 de oppervlakte

Slide 21 - Tekstslide

Startrekenen Vooraf deel A
11.1 OPPERVLAKTE
les 1
opdracht 2
blz. 148 - 146 
b.  Damian legt vloerbedekking 
in zijn kamer.
Teken de vloerbedekking in de 
kamer.
wat heb je getekend?
 de omtrek
 de oppervlakte
c.  Freek zet een hek om het basketbalveld.
Teken waar het hek moet komen.
wat heb je getekend?
 de omtrek
 de oppervlakte

Slide 22 - Tekstslide

Startrekenen Vooraf deel A
11.2 OPPERVLAKTE vergelijken en TELLEN
les 1
uitleg 3
blz. 150-147
Als je wilt weten welke oppervlakte groter is, kun je oppervlaktes vergelijken.

Slide 23 - Tekstslide

Startrekenen Vooraf deel A
11.2 OPPERVLAKTE vergelijken en TELLEN
les 1
opdracht 4
blz. 150 - 147 
Omcirkel het eiland met de grootste oppervlakte.

Slide 24 - Tekstslide

Startrekenen Vooraf deel A
11.2 OPPERVLAKTE vergelijken en TELLEN
les 1
opdracht 5
blz. 150 - 147 
Omcirkel het sportveld met de kleinste oppervlakte.

Slide 25 - Tekstslide

Startrekenen Vooraf deel A
11.2 OPPERVLAKTE vergelijken en TELLEN
les 1
maken

opdracht 1 (blz. 147) tot en met opdracht 5 (blz. 150)  (oude versie)

Slide 26 - Tekstslide