CCNA1-ITNv7-H15

CCNA1-ITNv7-H15
Module 15: Application Layer
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

CCNA1-ITNv7-H15
Module 15: Application Layer

Slide 1 - Tekstslide

Wat is GEEN verantwoordelijkheid
van de Transport Layer?
A
Segmenteren en her-samenstellen van data
B
Error detection
C
Port-nummers toevoegen
D
Encapsulation / De-encapsulation

Slide 2 - Quizvraag

Welke protocollen doen hun
werk in de Transport layer?
A
TCP/IP
B
TCP/UDP
C
HTTP/DNS
D
802.2/802.3

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van
UDP en TCP?
A
UDP is reliable, TCP niet
B
TCP is reliable, UDP niet
C
TCP en UDP zijn reliable
D
TPC en UDP zijn unreliable

Slide 4 - Quizvraag

Welke applicatie maakt
GEEN gebruik van TCP?
A
VoIP
B
DNS
C
HTTPS
D
SMTP

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet waar:
UDP zal een dropped frame opnieuw versturen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wat gebruikt een host om data naar een specifieke applicatie te sturen?
A
port number
B
ip address
C
mac address
D
TCP

Slide 7 - Quizvraag

Welk protocol gebruikt
een DNS client?

Slide 8 - Open vraag

Welke poort gebruikt HTTPS?

Slide 9 - Open vraag

Welke poort gebruikt DNS?

Slide 10 - Open vraag

Met welk commando krijg je een overzicht van gebruikte sockets?

Slide 11 - Open vraag

Hoe heet het opzetten van een
TCP session
A
3 way handshake
B
Connection Establishment
C
syn/ack
D
TCP kent geen sessies

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Uit welke OSI lagen bestaat
de TCP Application laag?
A
Physical, Data Link, Network
B
Application, Presentation, Session
C
Application, Transport, Internet, Network Acces
D
Application, Data Flow

Slide 14 - Quizvraag

Wat is GEEN
Application Layer Protocol
A
HTTP
B
TFTP
C
IMAP
D
JPEG

Slide 15 - Quizvraag

Wat is GEEN
Presentation Layer protocol
A
TCP
B
MOV
C
PNG
D
Matroska Video

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet een host die
diensten afneemt?

Slide 17 - Open vraag

Hoe heet een applicatie die zowel server als client kan zijn.
A
server-to-server
B
client-server
C
peer-to-peer
D
server-to-client

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet een netwerk van gelijkwaardige hosts?

Slide 19 - Open vraag

Waar staat HTML voor?
A
High Tension Mail Link
B
Hypertext Markup Language
C
Home Trial Money Laundring
D
Hello To My LAN

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het Root Level Domain
A
::
B
com
C
.
D
A

Slide 21 - Quizvraag

Met welk commando kan men de werking van DNS controleren?

Slide 22 - Open vraag

Met welk acroniem zijn de 4 fasen
van DHCP te onthouden?

Slide 23 - Open vraag

Welk protocol gebruikt Windows om bestandsoverdracht te doen?
A
SMB
B
FTP
C
TFTP
D
SAMBA

Slide 24 - Quizvraag

einde

Slide 25 - Tekstslide