Omgaan met jezelf, het werk en anderen: arbeidsattitudes

Omgaan met jezelf, het werk en anderen
1 / 73
volgende
Slide 1: Tekstslide
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 73 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Omgaan met jezelf, het werk en anderen

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn dat nu, arbeidsattitudes?

Het woord ‘arbeidsattitudes’ kan je splitsen in twee belangrijke woorden.
- Arbeid = werk
- Attitude = houding, manier waarop je naar iets kijkt, ingesteldheid

ARBEIDSATTITUDE
= de manier waarop je naar het werk kijkt,
de houding ten opzichte van ‘gaan werken’

Slide 2 - Tekstslide

Geef een aantal voorbeelden.
ARBEIDSATTITUDES

Slide 3 - Woordweb

GOED
SLECHT
te laat komen
kwaliteitsvol werk afleveren
instructies opvolgen
het werk met volgehouden aandacht uitvoeren
roddelen
niet komen opdagen als je geen zin hebt

Slide 4 - Sleepvraag

Arbeidsattitudes en zichzelf

Je houding ten opzichte van het werk heeft veel te maken met je eigen karakter.
Hoe jij denkt over het leven, hoe jij opgevoed bent, wat jij belangrijk vindt, … dat
bepaalt allemaal hoe je je zal gedragen op het werk.
In dit onderdeel gaan we in op twee specifieke attitudes, namelijk hygiënisch zijn
en discipline hebben.

Slide 5 - Tekstslide

Arbeidsattitudes: hygiënisch zijn

Wanneer je werkt, moet je ook de hygiëne in het oog houden. Op het werk moet je
(misschien anders dan thuis) rekening houden met andere mensen. Wanneer je
alleen woont en eens een weekje niet opruimt, heeft daar niemand (behalve jij
zelf dan) last van. Wanneer je echter onhygiënisch op het werk aankomt en ook de
hygiëne op het werk niet respecteert, kan dit vervelend zijn voor je collega’s en
zelfs voor de klanten.

Slide 6 - Tekstslide

Elk filmpje toont een situatie die zich kan voordoen op de werkplaats.
Bij elk filmpje denken we na …








Wat zou ik doen in zo’n situatie?
Wat vind ik van de reacties?
Heb ik dit al eens meegemaakt?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 13 - Quizvraag

Arbeidsattitudes: discipline hebben
Wanneer je gaat werken, heb je veel zelfdiscipline nodig. Als je niet werkt, maakt
het niet uit hoe je de dag indeelt, wat je allemaal doet, hoe snel je iets doet,
wanneer je iets doet, … Als je werkt, moet je jezelf tot bepaalde dingen
verplichten, om je werk te kunnen behouden.

Slide 14 - Tekstslide

Je moet de discipline hebben om...
...op tijd op te staan.
Je kent het wel; weekends. Je bent wat later gaan slapen
dan in de week. ’s Morgens staat geen wekker te piepen, je
staat op wanneer je wil, je kan zelfs slapen tot ’s middags.
Maar nu is het maandagochtend. De wekker rinkelt veel te
vroeg. Jij drukt op ‘snooze’ … mmmmm… toch nog 5
minuutjes extra slapen … maar dan opnieuw die verdomde
wekker! Je leest het uur en merkt dat je nu echt wel moet
opstaan als je op tijd op het werk wil verschijnen… Och,
denk je, ik zal me straks heel snel wassen en mijn ontbijt onderweg opeten, dan
kan ik nu nog vijf minuutjes extra blijven liggen…. Maar dan komt het moment dat
je MOET opstaan! En nu moet je je haasten; je snel snel wassen, wat boterhammen
smeren, vlug op je fiets en crossen om op tijd op het werk te kunnen zijn. Je bent
wééral te laat, 5 minuten, maar toch, je bent te laat en krijgt op je donder. En
dan denk je: waarom sta ik in hemelsnaam geen kwartiertje eerder op?
Je moet de discipline hebben om.... 
op tijd op te staan

Je kent het wel; weekends. Je bent wat later gaan slapen dan in de week.                            ’s Morgens staat geen wekker te piepen, je staat op wanneer je wil, je kan zelfs slapen tot ’s middags.
Maar nu is het maandagochtend. De wekker rinkelt veel te vroeg. Jij drukt op ‘snooze’ … mmmmm… toch nog 5 minuutjes extra slapen … maar dan opnieuw die verdomde
 wekker! Je leest het uur en merkt dat je nu echt wel moet opstaan als je op tijd op het werk wil verschijnen… Och, denk je, ik zal me straks heel snel wassen en mijn ontbijt onderweg opeten, dan kan ik nu nog vijf minuutjes extra blijven liggen…. Maar dan komt het moment dat je MOET opstaan! En nu moet je je haasten; je snel snel wassen, wat boterhammen smeren, vlug op je fiets en crossen om op tijd op het werk te kunnen zijn. Je bent wééral te laat, 5 minuten, maar toch, je bent te laat en krijgt op je donder. En dan denk je: waarom sta ik in hemelsnaam geen kwartiertje eerder op?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 17 - Quizvraag

Is dit herkenbaar? Vind je het ook lastig om op te staan ’s morgens? 
Wanneer je werkt moet je nochtans de discipline hebben om op tijd op te staan en fit en
monter op het werk te verschijnen.

Met enkele tips lukt het vast en zeker beter:
§ Kruip wat vroeger in bed. Zorg dat je +- 8 uur slaap hebt, dan ben je zeker uitgeslapen.
§ Leg alles dat je ’s morgens nodig hebt ’s avonds al klaar.
§ Vermijd “snoozen”, zet je wekker daarom aan het ander eind van je slaapkamer zodat je wel MOET opstaan.

Slide 18 - Tekstslide

Je moet de discipline hebben om....
elke dag opnieuw naar het werk te gaan.

Wanneer je nog op school zit, heb je vaak meer tijd om dingen te doen die je graag
doet. Je hebt regelmatig vakantie dus wanneer je eens een dagje wil gamen,
een pretpark wil bezoeken, … heb je daar de kans toe.
Ook wanneer je geen werk hebt, kan je elke dag bepalen wat je wil doen zonder
je daarvoor te moeten verantwoorden.
Wanneer je werkt, rekent men op jou. Dit betekent dat je elke dag aanwezig
moet zijn zodat de productie niet in het gedrang komt en zodat je collega’s niet
dubbel zo hard moeten werken.
Je moet dus je vrije tijd zien te plannen na de werkuren, in het weekend en in de
vakanties. Als je kinderen hebt, moet je er ook voor zorgen dat zij elke dag opvang
hebben, op school, in een crèche, speelpleinwerking, bij familieleden, …


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 21 - Quizvraag

Hoe motiveer jij jezelf als je eens geen zin hebt om te gaan werken?

A
Ik werk graag. Zo weet ik dat ik iets beteken en dat ik iets kan.
B
Ik voel me nuttig wanneer ik ga werken. Wanneer ik het resultaat zie van mijn werk, ben ik trots.
C
Ik denk aan de complimenten die ik krijg van mijn collega’s en werkleider.
D
Door te gaan werken heb ik structuur en regelmaat in mijn leven en dat vind ik fijn.

Slide 22 - Quizvraag


Je moet de discipline hebben om....
door te werken en zo de productie draaiende te houden

Naar het werk komen, op tijd komen … en ook op het werk de juiste attitude
hebben. Dit betekent dat je doet waarvoor je betaalt wordt, namelijk: werken.
Hoe meer werk en hoe meer om handen, hoe sneller de dag voorbij vliegt.
Daarom is het aangenaam om door te werken en ervoor te zorgen dat het tempo
van het werk niet vermindert. 
Werken op je eigen tempo, van pauze naar pauze, zorgt ervoor dat er een goede productieve sfeer hangt op het werk.

Slide 23 - Tekstslide

Heb je al eens moeite om je concentratie bij het werk te houden?

Slide 24 - Open vraag

Wat doe jij wanneer je ziet dat je taak er bijna op zit en je niet weet wat je
daarna moet doen?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 29 - Quizvraag

Arbeidsattitudes en het werk

Arbeidsattitudes ten opzichte van het werk zelf, gaan over het naleven van
verschillende regels en afspraken die er zijn op het werk. 
In dit onderdeel hebben
we het over de attitudes inzake veiligheid, kwaliteit en flexibiliteit.

Slide 30 - Tekstslide

Arbeidsattitudes: veilig werken

Deze arbeidsattitude gaat over het naleven van regels op het werk om zo de veiligheid te verzekeren. Als werknemer moet je een veilige houding aannemen en voorzichtig te werk gaan om je eigen veiligheid en die van je collega’s te garanderen.

Slide 31 - Tekstslide

Ik ga altijd voorzichtig te werk.
JA
NEE

Slide 32 - Poll

Ik laat soms al eens iets rondslingeren.
JA
NEE

Slide 33 - Poll

Als ik een onveilige situatie zie, meld ik dat meteen.
JA
NEE

Slide 34 - Poll

Als ik een onveilige situatie zie, probeer ik dat zelf recht te
zetten.
JA
NEE

Slide 35 - Poll

Ik heb al eens een arbeidsongeval gehad.
JA
NEE

Slide 36 - Poll

Als er iets in de weg staat, zet ik het netjes aan de kant.
JA
NEE

Slide 37 - Poll

Ik vind dat mensen hun eigen materiaal moeten opruimen, dat is hun taak niet de mijne.
JA
NEE

Slide 38 - Poll

Ik vind veiligheid belangrijk.
JA
NEE

Slide 39 - Poll

Ik kan er niet tegen als ik mensen onvoorzichtig te werk zie
gaan.
JA
NEE

Slide 40 - Poll

Ik vind het niet leuk om handschoenen/oorbescherming/… te
dragen.
JA
NEE

Slide 41 - Poll

Ik let op de pictogrammen op het werk en weet wat ze
betekenen.
JA
NEE

Slide 42 - Poll

Wat betekent dit pictogram?

Slide 43 - Open vraag

Wat betekent dit pictogram?

Slide 44 - Open vraag

Wat betekent dit pictogram?

Slide 45 - Open vraag

Wat betekent dit pictogram?

Slide 46 - Open vraag

Wat betekent dit pictogram?

Slide 47 - Open vraag

Wat betekent dit pictogram?

Slide 48 - Open vraag

Slide 49 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 50 - Quizvraag

Slide 51 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 52 - Quizvraag

Arbeidsattitudes: kwaliteit bewaken

Naast de attitude ‘veilig werken’, moet je natuurlijk ook de kwaliteit bewaken
wanneer je ergens werkt. Als tuinman zorg je ervoor dat de haag mooi recht
geschoren is, als timmerman timmer je een mooi bed in elkaar, in de
verpakkingsafdeling zorg je ervoor dat alles er netjes en verzorgd uitziet, …

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 55 - Quizvraag

Slide 56 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 57 - Quizvraag

Arbeidsattitudes: flexibel zijn
Een derde werkattitude die we hier centraal plaatsen is ‘flexibiliteit’.

Dit betekent dat je je zonder al te veel stress aanpast aan wisselende taken, aan veranderingen, verschillende collega’s, … 
Het komt erop neer dat je blijft presteren ondanks het feit dat de dag er niet uitziet zoals je op voorhand had gedacht.

Slide 58 - Tekstslide

Op welke manier moet jij FLEXIBEL zijn op het werk?
Welke veranderingen gebeuren er soms?

Slide 59 - Open vraag

Heb je het moeilijk wanneer iets verandert?

Slide 60 - Open vraag

Arbeidsattitudes en anderen

Naast je eigen arbeidsattitudes en de attitudes ten opzichte van de regels op het werk, moet je als werkende man of vrouw ook de attitude hebben om goed om te gaan met je collega’s. 
Daarom dus ‘arbeidsattitudes en anderen’.


Slide 61 - Tekstslide

Arbeidsattitudes: omgaan met conflicten

Gaan werken betekent ook dat je MOET samenwerken. Met de ene collega heb je al een betere band dan met de andere, maar dat betekent niet dat dit zich mag uiten op de resultaten van je werk

Slide 62 - Tekstslide

Met welke soorten mensen werk jij het liefst samen? Rustige mensen, mensen die graag een babbeltje slaan, mensen die goed doorwerken, stille mensen, … ?

Slide 63 - Open vraag

Zijn er karaktertrekken van collega’s waar je niet tegen kan?

Slide 64 - Open vraag

Slide 65 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 66 - Quizvraag

Slide 67 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 68 - Quizvraag

Slide 69 - Link

Welke reactie zou ik kiezen?
A
reactie 1
B
reactie 2
C
reactie 3
D
reactie 4

Slide 70 - Quizvraag

Heb je al conflicten meegemaakt?
Wat heb jij toen gedaan?

Slide 71 - Open vraag

Welk type ben jij?

de babbelkous
de betweter
de uitvinder
de leider
de doorzetter
de gladstrijker
de stille werker
de grapjas

Slide 72 - Poll

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 73 - Poll