Lesweek 4 W3

Wonen en huishouden
                      W3
Lesweek 4
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wonen en huishouden
                      W3
Lesweek 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Theorie les leefbare ruimte
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les weet je hoe je een ruimte leefbaar kan maken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De leefomgeving wordt gevormd door de materiële en sociale omgeving.

Waarom is een prettige leefomgeving belangrijk?
  • Gezondheid
  • Ontwikkeling mogelijkheden
  • Beter functioneren



Terug blik vorige les

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie les 
Pak je aantekeningen/notities erbij

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je een ruimte leefbaar wilt maken denk je aan de volgende punten:
  • Sfeervolle inrichting
  • Praktische inrichting
  • Stimulerende inrichting



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij
een sfeervolle ruimte?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kleuren

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vloeren
Laminaat
Vinyl
Tapijt

Slide 9 - Tekstslide


De juiste vloer kiezen

Welke vloer je kiest, hangt af van de functie en het gebruik van de ruimte. Linoleum wordt vaak toegepast. Linoleum is gemakkelijk schoon te maken, bestand tegen intensief gebruik, gaat lang mee, blijft mooi en is bij een goede kwaliteit geluiddempend. Zeker als er in een ruimte veel wordt gelopen, is dat erg belangrijk. Te veel geluid is vermoeiend en storend voor de concentratie.

De volgende vragen helpen je bij de keuze:

    Wat gebeurt er in de ruimte? Spelen er kinderen op de grond, vinden er creatieve activiteiten plaats, wordt er een maaltijd bereid of wordt er vooral gewoond?

    Is er een open verbinding met buiten? Wordt er gemakkelijk zand en vuil mee naar binnen genomen door rolstoelgebruikers?

    Is er vloerverwarming of zijn er verwarmingsroosters?

    Hoe intensief wordt de vloer gebruikt en hoeveel kans is er op knoeien? Welke mensen, en hoeveel, maken gebruik van de ruimte?

    Worden er bepaalde eisen gesteld aan de uitstraling die de vloer heeft? Passend bij het gebouw, bij aangrenzende ruimten of de sfeer die een ruimte moet oproepen?

    Hoe duurzaam is de vloer en hoe gemakkelijk in het onderhoud?

    Kunnen rolstoelgebruikers zich er gemakkelijk op bewegen, hoe groot is het risico van uitglijden?


2
3
1
4
5
6
7

Slide 10 - Tekstslide

Laat de studenten zeggen wat voor soort raambekleding het is.
1: Plisségordijnen
2: Rolgordijnen
3: Paneelgordijnen
4: Jaloezieën
5: Lamellen
6: Gordijnen of overgordijnen 
7: Vitrage
1: Plisségordijnen
2: Rolgordijnen
3: Paneelgordijnen
4: Jaloezieën
5: Lamellen
6: Gordijnen of overgordijnen
7: Vitrage

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlichting
Basis
Werk
Sfeer

Slide 12 - Tekstslide



    De basisverlichting wordt ook wel de algemene verlichting genoemd. Hiermee wordt de ruimte zo gelijkmatig mogelijk verlicht, genoeg om te zien waar je loopt. De basisverlichting is niet overduidelijk aanwezig en geeft weinig schaduw, zodat deze rustig voor de ogen is. Basisverlichting lijkt zo veel mogelijk op natuurlijk daglicht. Dit werd vroeger vaak gerealiseerd door een lamp middenin de ruimte aan het plafond te hangen, nu met inbouw- of opbouwspots. Een goede basisverlichting combineert direct en indirect licht dat de wanden en het plafond beschijnt.

    Bij werklicht heb je het over functionele verlichting. Dat is direct licht boven een werkblad, aanrecht, eettafel of een leeslamp bij een stoel. Dit licht zorgt ervoor dat je goed kunt zien wat je doet. Werkverlichting wordt op verschillende momenten op de dag gebruikt. Dan is het prettig is als deze dimbaar is.

    Sfeerverlichting vult de basisverlichting aan, het zijn de extra lampen die de juiste sfeer scheppen. Deze kunnen zowel direct als indirect licht geven. Veel sfeerverlichting heeft een lagere lichtopbrengst en valt vooral op door het uiterlijk. Zoals een schemerlamp met een grote kap. Decoratieve verlichting kun je ook gebruiken als eyecatcher in het interieur.

Accessoires
Om de juiste accessoires te kiezen moet je inleven in de belevingswereld van de doelgroep





LET OP: Zet niet te veel accessoires neer, dat kan de omgeving erg onrustig maken.
 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische inrichting 
Hoe doe ik dat:
- Looproutes door de ruimte
- Ruimte tussen de meubelen
- Spullen op een vaste plek

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Materialen nodig om te:
- Spelen
- Ontwikkelen
- Leren
- Ontspannen
- Ontmoeten

Voorbeelden van materialen:
speelgoed, spellen, multimedia, creatieve materialen, leermiddelen en sport- en bewegingsmaterialen



Stimulerende materialen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Houd rekening met de veiligheid.

Een risicoanalyse is het in kaart brengen van alle mogelijk gevaarlijke situaties die kunnen leiden tot ziekten, letsels en risicovol gedrag.

Houd rekening met: brandgevaar, gevaarlijke stoffen, valpartijen, BHV’ers, vluchtroutes etc.

Denk daarnaast ook aan:
- Mogelijk gevaarlijk gedrag van de cliënten (stoeien, agressie)
- Eigen gedrag: professioneel blijven

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Maken thiememeulenhoff opdrachten
Boek Leefomgeving
Thema 1.2 opdracht: 1BCDE, 2AC, 3C, 4A
Thema 1.3 opdracht: 2BC, 3BCD, 4C, 5B

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies