Les 2 | Normen en waarden SOMA

Les 2 -  1.4 Normen en waarden
Burgerschap
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 2 -  1.4 Normen en waarden
Burgerschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je bijgebleven uit de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 1.03
Welke persoonlijke eigenschappen vind jij belangrijk in een vriendschap?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 1.03
Welke persoonlijke eigenschappen vind jij belangrijk in een familieband?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kun je uitleggen wat normen en waarden zijn.
  • Kun je uitleggen waarom normen en waarden per groep/persoon en tijd kan verschillen.
  • Kun je voorbeelden van je eigen normen en waarden opnoemen.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn waarden?
  • Een waarde is iets wat een persoon of een groep belangrijk vindt in het leven.
  • Dat kan zijn: Vrijheid, gelijkheid, respect
  • Verschilt per groep, persoon en tijd

Slide 6 - Tekstslide


Uitleg betekenis: Een waarde is iets wat een persoon of een groep belangrijk vindt in het leven.
Wordt vaak in 1 woorde beschreven: privacy, eerlijkheid, respect,

Waarden leiden tot specifieke normen (gedragsregels)

Waarden =

De principes of uitgangspunten die 
je belangrijk vindt 
in het leven

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is normaal?
  • Normaal betekent 'volgens de norm'
  • Normen = ongeschreven regels / gedragsregels (niet liegen)
                        Wettelijke normen = liggen wel vast (niet door rood rijden)
  • Normen zijn niet overal hetzelfde, ze verschillen per cultuur en groep.
    Kortom het zijn ongeschreven regels die voor iedereen anders zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Normaal betekent letterlijk: ‘volgens de norm’. Maar wat is dan dé norm? Die is er niet.
Een norm is een idee over wat normaal is of een regel over hoe je je moet gedragen.
Norm zijn dus concrete ongeschreven gedragsregels.

Staat het wel geschreven dan is het een 'wettelijke norm'. Die regels staan dus in de wet geschreven.

Normen zijn niet overal en altijd hetzelfde. Ze verschillen per cultuur en per groep. Er zijn culturen waarin je in het bijzijn van anderen je cadeautje niet open mag maken, of waar mannen geen hand aan getrouwde vrouwen geven, in de Marokkaanse cultuur groeten met 4 zoenen. 

Kortom: wat jij ‘normaal’ vindt, is niet voor iedereen normaal.
Normen =

Regels hoe jij en anderen zich 
moeten gedragen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Norm: Als je in- en uit de lift stapt, groet je de anderen in de lift

Waarde: Beleefdheid

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Norm: Als je zegt dat je iemand helpt, doe je dit ook echt

Waarde: ?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Norm: Als je zegt dat je iemand helpt, doe je dit ook echt

Waarde: Trouw

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Norm: Als de kassamedewerker je teveel geld teruggeeft, dan zeg je dat en geef je het weer terug

Waarde: ?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Norm: Als de kassamedewerker je teveel geld teruggeeft, dan zeg je dat en geef je het weer terug

Waarde: Eerlijkheid

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Norm: Als de bus aankomt, wacht je tot de mensen uitgestapt zijn, voordat je zelf instapt.

Waarde: ?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Norm: Als de bus aankomt, wacht je tot de mensen uitgestapt zijn, voordat je zelf instapt.

Waarde: Geduld

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent een norm?
A
Een economische strategie
B
Een religieus voorschrift
C
Een gedragsregel
D
Een politieke ideologie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een norm?
A
In de rij staan
B
Altijd je handen wassen
C
Elke dag sporten
D
Niet liegen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen waarden veranderen?
A
Ja, waarden kunnen veranderen over tijd en situaties.
B
Nee, waarden blijven altijd hetzelfde.
C
Waarden veranderen alleen bij kinderen.
D
Alleen sommige waarden kunnen veranderen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn waarden belangrijk?
A
Waarden hebben geen invloed op ons leven.
B
Waarden zijn alleen belangrijk voor ouderen.
C
Waarden bepalen alleen wat we eten.
D
Waarden helpen bij het vormen van onze identiteit en bepalen ons gedrag.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden normen en waarden vaak doorgegeven?
A
Via boeken
B
Via opvoeding
C
Via televisie
D
Door voorbeeldgedrag

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOCIALISATIE
Je leert je in elke groep waar jij lid van bent te gedragen zoals het hoort. 

Wanneer jij je niet aan de groeps normen en waarden houdt kun je in de problemen komen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GROEPSNORMEN
  • Normen en waarden kunnen ook binnen Nederland verschillen. Elke groep heeft zijn eigen gebruiken.

  • Groepsdruk: het gevoel dat je je MOET aanpassen aan de gebruiken van een groep.

  • Pesten is vaak ook een vorm van groepsdruk: "straks ben ik de sjaak"

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boek - opdrachten
Wat zijn jouw normen en waarden? Ga hiermee aan de slag aan de hand van de opdrachten:
1.06
1.07
1.08
1.09 (het artikel is te vinden op Teams)
1.11
1.12 a+b óf c+d

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
Huiswerk? 
opdrachten uit de les afmaken - zie planning op Teams!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies