8 januari

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Wat doen we vandaag?

• Toetsweek
• Herhalen Grammatica 20B.
• Bespreken 20B, t/m 12.  
• Vertalen 20B. 

Vragen grammatica?

Taaloefening 20A, A. 

• 1. ik maak los, ik maak los (c)
  
• 2. hij maakt los (c), jij maakt los (c) (m)
  
• 3. jij bent (c)
  
• 4. wij zijn (c)
  
• 5. jullie maken los (a) (c) (m)

Taaloefening 20A, A. 

• 6. maak(t) los! (a)
  
• 7. jij maakt los
  
• 8. zij zijn (c)
  
• 9. opdat wij zeggen (c)
  
• 10. als jullie afwezig zijn (c)

Taaloefening 20A, A. 

• 11. maak niet los! (a) (c)
• 12. opdat zij aanwezig zijn (c)
• 13. zij zeggen (c)
• 14. als jij zegt (c)
• 15. ik ben afwezig (c)

De bloedige wraak. 

• 1. a. Twee (trouwe) slavinnen staan achter Odysseus.
  
• b. Ze hielden een feestmaal. Ze worden verrast door
  Odysseus. 
• c.-  Op O16 neemt Odysseus het op tegen een aanvallende menigte vrijers die allen bewapend zijn.  
• - Slavinnen liggen dood/gewond op de grond. 
• - Er  wordt niet aangegeven wat de vrijers aan het doen  waren vóór ze door Odysseus worden aangevallen.
• 2. - 

Toetsweek

• RTTI  t/m H. 20
•  Leer alle grammatica + cultuurtekst H. 20
• Herhaal de woordjes
• Je krijgt een woordenlijst.

DE CONJUNCTIVUS IN DE BIJZIN

• Bijzinnen van doel
  
• Voegwoorden  ἵνα, ὅπως of ὡς: ‘opdat’, ‘om te’
• εἰσέρχεται εἰς τὸν θάλαμον, ἵνα τὸ τόξον κομίζῃ 
• zij gaat de voorraadkamer in om de boog te halen. 
• De ontkenning is μή: ἵνα/ὅπως/ὡς μή/μή 
• ‘opdat niet’, ‘om niet te’.
  

DE CONJUNCTIVUS IN DE BIJZIN

• Bijzinnen van vrezen (angst)
• Deze bijzinnen dworden ingeleid door μή
• Dit μή moet je vertalen met ‘dat’!
  
• μέμφονται φοβούμενοι μὴ νευρὰν τείνειν δύνηται
• zij uiten kritiek uit vrees dat hij de pees kan spannen.

DE CONJUNCTIVUS IN DE BIJZIN

• Bijzinnen met conjunctivus + ἄν - twee manieren:
• a. In beschrijvingen om een toekomstige handeling of gebeurtenis aan te geven: 
• de conjunctivus futuralis: 
• ἐὰν ὁ ξένος τὸ τόξον τείνῃ, μέλλω αὐτῷ παρέχειν πολλὰ δῶρα
• als de vreemdeling de boog zal spannen/spant, zal ik hem veel geschenken geven.
  

DE CONJUNCTIVUS IN DE BIJZIN

• b. In beschrijvingen om een herhaalde handeling of gebeurtenis of een algemene uitspraak of gebeurtenis aan te geven: 
• de conjunctivus iterativus of generalis:
  
• ὅς ἂν τὴν νευρὰν τείνῃ, τούτῳ γαμοῦμαι!
• wie de snaar spant, met hem trouw ik!

Εἰσελθοῦσα ἡ Πηνελόπεια ἐκαθίζετο ἐναντίον τοῦ Ὀδυσσέως
ἐν πυρὸς αὐγῇ·

οὗτος δὲ πρὸς κίονα μακρὰν ἐκάθητο, κάτω βλέπων, τοὺς λόγους τῆς ἀλόχου προσδεχόμενος ...,

ἀλλ’ ἡ Πηνελόπεια πολὺν χρόνον ἐσίγα τάδε ὁρμαίνουσα·

Οἴμοι, ἀπάνευθεν αὐτὸν ἐξέρωμαι ἢ προσέλθω καὶ
κύσω, κάρη καὶ χεῖρας λαβοῦσα;

Τοτὲ μὲν γὰρ ἐδόκει ἀναγιγνώσκειν αὐτόν, τοτὲ δ’ οὔ, ἅτε κακὰ εἵματα ἔχοντα.

Τέλος δὲ Τηλέμαχος σφόδρα ὀργισθεὶς τῇ μητρὶ ἐμέμψατο·

Μῆτερ ἐμή, δύσμητερ, σκληρὸν θυμὸν ἔχουσα!

Μὴ δὴ οὕτως ὀκνήσῃς τὸν πατέρα τὸν ἐμὸν ἀσπάζεσθαι!

Ὁ γὰρ Ὀδυσσεύς, ὁ φίλτατος πόσις, κακὰ πολλὰ παθὼν εἰκοστῷ ἔτει οἴκαδε ἦλθεν!

Σοὶ δὴ ἀεὶ ἡ καρδία σκληροτέρα ἐστὶ λίθου!

Ἡ δὲ Πηνελόπεια ἀπεκρίνατο αὐτῷ·

Τέκνον ἐμόν, μὴ δὴ οὕτω τῇ μητρὶ μέμψῃ!

Οὐ γὰρ ἔχω τί ποιήσω·

ἔπος τι αὐτῷ προσείπω ἢ αὐτὸν ἐξέρωμαι ἢ εἰς τὸ πρόσωπον αὐτοῦ ἴδω;

Ἀλλ’ ἄγε δή, πειραθῶ αὐτοῦ, εἰ ὅδε ἀληθῶς ἐστιν
Ὀδυσσεύς·

ἔστι γὰρ ἡμῖν σήματα, κεκρυμμένα ἀπ’ ἄλλων, ὅπως ῥᾳδίως ἡμεῖς ἀλλήλους ἀναγιγνώσκωμεν.

Ἀκούσας δὲ τοῦτ’ ὁ σοφὸς Ὀδυσσεὺς ἐμείδησεν.

Aan het werk. 

• Vertaal 20B. 

Dit is ook huiswerk.

Daarnaast: leer de woordjes en grammatica van  20A, B.