H7.C bespreking

H7.C bespreking
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H7.C bespreking

Slide 1 - Tekstslide

r.1-2 Bijzin
Ὅταν μὲν οὖν καὶ αὐτῷ ἐκείνῳ ἐντύχῃ τῷ αὑτοῦ ἡμίσει καὶ ὁ παιδεραστὴς καὶ ἄλλος πᾶς,
vragen?

Slide 2 - Tekstslide

r.1 αὐτῷ en αὑτοῦ komen van hetzelfde woord
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

r.1 αὐτῷ en αὑτοῦ komen NIET van hetzelfde woord
αὐτῷ dativus enkelvoud mannelijk van αὐτός:  (aan) hem
αὑτοῦ = ἑαυτοῦ: van hemzelf -> zijn  eigen
let op de spiritus!

Slide 4 - Tekstslide

wederkerend vnw.
aanwijzend vnw.

Slide 5 - Tekstslide

wat is het onderwerp van ἐνττύχῃ?
A
ὁ παιδεραστὴς
B
ἄλλος πας
C
καὶ ὁ παιδεραστὴς καὶ ἄλλος πας
D
niet apart uitgedrukt, dus 'hij'

Slide 6 - Quizvraag

ἐνττύχῃ is
A
coni. generalis
B
coni.futuralis
C
coni.adhortativus
D
coni. dubitativus

Slide 7 - Quizvraag

r.2-4 Hoofdzin
τότε καὶ θαυμαστὰ ἐκπλήττονται
φιλίᾳ τε καὶ οἰκειότητι καὶ ἔρωτι, οὐκ ἐθέλοντες ὡς ἔπος εἰπεῖν χωρίζεσθαι ἀλλήλων οὐδὲ σμικρὸν χρόνον.
vragen?

Slide 8 - Tekstslide

welke 2 stijlfiguren vind je in de eerste helft van de hoofdzin

Slide 9 - Open vraag

Gaat het trikolon gepaard met een climax?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

οὐκ ἐθέλοντες ὡς ἔπος εἰπεῖν χωρίζεσθαι ἀλλήλων οὐδὲ σμικρὸν χρόνον. De Win handhaaft in zijn vertaling niet de structuur van het Grieks. Leg uit aan de hand van ἐθέλοντες

Slide 11 - Open vraag

r.4-6 
Καὶ οἱ διατελοῦντες μετ’ ἀλλήλων διὰ βίου οὗτοί εἰσιν, 
οἳ οὐδ’ ἂν ἔχοιεν εἰπεῖν ὅτι βούλονται σφίσι παρ’ ἀλλήλων γίγνεσθαι.

Slide 12 - Tekstslide

διατελοῦντες is een gesubstantiveerd ptc.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Vertaalt de Win διατελοῦντες als gesubstantiveerd ptc?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Καὶ οἱ διατελοῦντες μετ’ ἀλλήλων διὰ βίου οὗτοί εἰσιν,
οἳ .....
En zij die met elkaar het leven doorbrengen, dat/ zíj (οὗτοί) zijn degenen, die (οἳ )....
De Win: hoewel zij met elkaar het leven doorbrengen, ...
vertaalt het ptc. met een bijwoordelijke bijzin, vertaalt οὗτοί εἰσιν niet en vertaalt ook geen betrekkelijke bijzin, maar maakt daar een hoofdzin van

Slide 15 - Tekstslide

r.5 ἔχοιεν is een
A
optativus potentialis
B
vervanginsgoptativus

Slide 16 - Quizvraag

Optativus 
met ἀν: potentialis
in bijzin na een hoofdzin in de verleden tijd: vervangingsoptativus 
Zie boek blz. 247-248

Slide 17 - Tekstslide

Van welke 3 woorden is 'verwachten' de weergave?

Slide 18 - Open vraag

r.5 ὅτι is
A
een voegwoord en betekent (om)dat
B
onzijdig van ὅστις en betekent (al)wat

Slide 19 - Quizvraag

ὅστις onbepaald betrekkelijk vnw.

Slide 20 - Tekstslide

r.6-8
Οὐδενὶ γὰρ ἂν δόξειεν τοῦτ’ εἶναι ἡ τῶν ἀφροδισίων συνουσία,
ὡς ἄρα τούτου ἕνεκα ἕτερος ἑτέρῳ χαίρει συνὼν οὕτως ἐπὶ μεγάλης σπουδῆς·

Slide 21 - Tekstslide

Οὐδενὶ γὰρ ἂν δόξειεν τοῦτ’ εἶναι ἡ τῶν ἀφροδισίων συνουσία,
Wat is onderwerp van de hoofdzin?
A
Οὐδενὶ
B
τοῦτ'
C
ἡ τῶν ἀφροδισίων συνουσία
D
wordt niet apart uitgedrukt, dus 'hij/zij/het'

Slide 22 - Quizvraag

Οὐδενὶ γὰρ ἂν δόξειεν τοῦτ’ εἶναι ἡ τῶν ἀφροδισίων συνουσία,
Want de seksuele omgang zou niemand toeschijnen dat te zijn/ dat zou niemand toeschijnen etc. 

Slide 23 - Tekstslide

ὡς ἄρα τούτου ἕνεκα ἕτερος ἑτέρῳ χαίρει συνὼν οὕτως ἐπὶ μεγάλης σπουδῆς·
ἑτέρῳ staat in de dativus omdat
A
aanvulling bij χαίρει
B
aanvulling bij συνὼν
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 24 - Quizvraag

 ἕτερος ἑτέρῳ χαίρει συνὼν
lees: ἕτερος χαίρει συνὼν ἑτέρῳ
Door deze zinsvolgorde ἕτερος ἑτέρῳ wordt de sterke band tussen beide mannen benadrukt

Slide 25 - Tekstslide

ὡς ἄρα τούτου ἕνεκα ἕτερος ἑτέρῳ χαίρει συνὼν οὕτως ἐπὶ μεγάλης σπουδῆς·
Welk Grieks woord komt helemaal niet terug in de vertaling van De Win
A
ἕτερος
B
ἑτέρῳ
C
χαίρει
D
συνὼν

Slide 26 - Quizvraag

r.8-10 

ἀλλ’ ἄλλο τι βουλομένη ἑκατέρου ἡ ψυχὴ δήλη ἐστίν, 
ὃ οὐ δύναται εἰπεῖν, ἀλλὰ μαντεύεται ὃ βούλεται, καὶ αἰνίττεται.

Slide 27 - Tekstslide

ἄλλο τι βουλομένη
Wat bedoelt Aristophanes?
A
De 2 zielen van de 2 minnaars willen elk iets anders, dus willen verschillende dingen
B
Beide zielen willen nog iets anders behalve seksuele omgang

Slide 28 - Quizvraag

ἀλλὰ μαντεύεται ὃ βούλεται, καὶ αἰνίττεται.
Van welke woorden is 'slechts vaag aanduiden' de weergave?

Slide 29 - Open vraag