ruimtelijke figuren

Welk figuur zie je hier?
A
Gelijkbenige driehoek
B
Trapezium
C
Rechthoekige driehoek
D
Gelijkzijdige driehoek
1 / 26
volgende
Slide 1: Quizvraag
RekenenVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welk figuur zie je hier?
A
Gelijkbenige driehoek
B
Trapezium
C
Rechthoekige driehoek
D
Gelijkzijdige driehoek

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet in de stelling van Pythagoras eruit bij deze driehoek?
A
KL2+KM2=ML2
B
ML2+KM2=KL2
C
ML2+KL2=KM2

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit is een kubus opgebouwd?
A
rechthoeken
B
driehoeken
C
cirkels
D
vierkanten

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rekenvolgorde?
A
Vermenigvuldigen, haakjes, delen, plus en min
B
Van links naar rechts rekenen
C
Delen, vermenigvuldigen, haakjes , plus en min
D
Haakjes, vermenigvuldigen, delen, plus en min

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Breuken vermenigvuldigen
15243=
A
1201
B
103
C
2203
D
97

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij breuken vermenigvuldigen moet je de breuken gelijknamig maken
A
Waar
B
Niet waar
C
Kan niet
D
Delen door 2

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1 kilo appels kost € 1,70.
Hoeveel kost 2,5 kilo?
A
€ 4,10
B
€ 4,15
C
€ 4,20
D
€ 4,25

Slide 7 - Quizvraag

Je kan het getal direct vermenigvuldigen met 2,5. Je kan het ook eerst vermenigvuldigen met 2, dan apart vermenigvuldigen met 0,5 (delen door 2), en deze antwoorden bij elkaar optellen.
Met welk getal moet 540 vermenigvuldigen als je wilt uitrekenen wat 24% van 540 is?
A
24
B
0,24
C
2,4
D
0,024

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lange zijde is 4
Korte zijde is 3
Bereken het oppervlak
A
7
B
9
C
12
D
49

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je het oppervlak van deze driehoek?
A
0,5x45x20
B
0x5x45x30
C
0,5x45x24
D
0,5x38x24

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel groter is het oppervlak van de grote driehoek?
A
2
B
3
C
4
D
geen idee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken het
oppervlak
van de vlieger
A
168 cm²
B
42 cm²
C
38 cm²
D
21 cm²

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijde CB = 7
en d (hoogte) = 2
Bereken oppervlak van deze driehoek.
A
7
B
14
C
28
D
kan niet

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je het oppervlak van deze driehoek?
A
0,5 x 35 x 21
B
0,5 x 35 x 28
C
0,5 x 21 x 28
D
21 x 28

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De kleine cirkel heeft een straal van 1 meter. Bereken oppervlak ?
A
1
B
3,14
C
3
D
6,28

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je het oppervlak van een cirkel?
A
Phi x straal x straal
B
Phi x diameter x diameter
C
Straal x straal
D
Diameter x diameter

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel in procenten?
A
75%
B
25%
C
40%
D
4%

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 1/5 van 1/4 in procenten? (Ja, uit je hoofd. Kan wel. Echt.)
A
50%
B
5%
C
0,5%
D
0,05%

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 2019 zijn er 12 apen in de dierentuin. In 2016 waren het er 8. Wat is de groei in procenten?
A
25%
B
50%
C
75%
D
2,5%

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De som van 7 en 4 is
A
11
B
3
C
28
D
Kan niet

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de uitkomst van deze som?
A
100
B
81
C
1444
D
9

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de som van 49 en 76 en 93
A
169
B
125
C
44
D
218

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 3:
Het antwoord op de som:
12345678=
timer
0:45
A
is negatief
B
is positief
C
0
D
kan niet

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
exponent
B
onderste macht
C
grondtal
D
kwadraat

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het grondtal en wat is de exponent in
?
65
A
Grondtal = 6 Exponent = 5
B
Grondtal = 5 Exponent = 6

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gegeven:
Wat is de X?

XY
A
Grondtal
B
Exponent

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies