Leesdossier 1 hfdst. 3 en 4

Socialiseren 
Je pakt je leesboek en een Chromebook. 
Eliza, Jolita en Miriam
timer
5:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Socialiseren 
Je pakt je leesboek en een Chromebook. 
Eliza, Jolita en Miriam
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
  • 8 min. ZS 
  • Leesdossier 1 
    - Korte terugblik vorige les 3 'Inleiding, middenstuk en slot'.
  • Einde van de les zijn 3 hoofdstukken af. 
  • Ben je klaar, ga je verder met je fictiedossier. 

Slide 2 - Tekstslide

ZS
Je leest 8 minuten uit je boek. 
Je laptop is dicht.
timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Leesdossier 1
Leerdoel:

  • Je kunt een tekst indelen in een inleiding, middenstuk en slot.

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Aan het werk
  • Doe mee met de verlengde instructie - boekje
  • Ga zelfstandig/samenwerkend aan het werk - boekje
  • Alle opdrachten van hoofdstukken 1 en 2 zijn deze les af. 
  • Je hebt hierna nog 1 les voor de opdrachten van hoofdstuk 3. 
  • Vrijdag werk je aan het fictiedossier. 



Slide 6 - Tekstslide

Welk antwoord omschrijft het middenstuk van een tekst?
  1. De schrijver schrijft een besluit in dit stukje tekst.
  2. Dit stukje tekst is kort. De schrijver probeert de lezer te motiveren om verder te lezen.
  3. In dit stuk tekst wordt het onderwerp van meerdere kanten besproken. Het onderwerp wordt opgedeeld in verschillende deelonderwerpen.



Slide 7 - Tekstslide

Welk antwoord omschrijft de inleiding het beste? 
  1. Hierin wordt het belangrijkste van de tekst opnieuw verteld. Dit kan in de vorm van een samenvatting, besluit of advies. Als je een tekst goed wil begrijpen, mag je dit stukje tekst zeker niet overslaan.
  2. Dit moet het onderwerp inleiden. Dit stukje tekst bereidt de lezer voor op wat zal komen in.
  3. De schrijver schrijft een besluit in dit stukje tekst.


Slide 8 - Tekstslide

Welk antwoord omschrijft het slot?

  1. Dit is het lichaam van de tekst. De schrijver bewijst de hoofdgedachte. Deze bestaat uit verschillende alinea's.
  2. Dit stukje tekst is kort. De schrijver probeert de lezer te motiveren om verder te lezen.
  3. De schrijver schrijft een besluit, conclusie of samenvatting in dit stukje tekst.


Slide 9 - Tekstslide

Waar of niet waar?

  • In het middenstuk van een tekst wordt een korte samenvatting van het onderwerp gegeven.

  • niet waar 

Slide 10 - Tekstslide

Waar of niet waar?

  • Als je een conclusie trekt in de tekst, vind je de conclusie terug in het slot van de tekst.

  • waar

Slide 11 - Tekstslide

Waar of niet waar?

  • De inleiding van een tekst eindigt vaak met een vraag, met een mening of met een vooraankondiging

  • waar

Slide 12 - Tekstslide

Tekstdoelen en soorten

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video