Maatschappijkunde - 9.1 Hoe is de Europese Unie ontstaan?

9.1 De geschiedenis van de EU

Politiek
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

9.1 De geschiedenis van de EU

Politiek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Samenwerking met andere landen is nodig:
- Vluchtelingenstromen
- Klimaatveranderingen
- Terrorisme
- Oorlog

Slide 4 - Tekstslide

Nederland en Europa
De geschiedenis van Europa:

- Waarom en wanneer is de EU opgericht?
- Wat zijn de doelstellingen van de EU?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat mocht er nooit weer gebeuren?

Slide 7 - Open vraag

De EU
Na WO2 zijn de landen gaan samenwerken om:

- Europa veiliger te gaan maken
(nooit meer oorlog)

- En welvarender te maken door economische samenwerking.
(rijker)



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

De EU
Nu 27 landen

Oorspronkelijke doel:
Europa veiliger en welvarender maken door economische samenwerking.

Nu 4 doelstellingen:
- Zorgen voor vrede en veiligheid
- Economische samenwerking
- Welzijn
-Het garanderen van Europese waarden

Slide 10 - Tekstslide

Vrede en veiligheid


Zorgen dat het vrede blijft in Europa

Slide 11 - Tekstslide

Economische samenwerking
- Vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen
- Één gezamenlijke munt, de euro
- Garanties voor eerlijke concurrentie
- Gemeenschappelijk landbouwbeleid; zodat er genoeg voedsel wordt verbouwd.

Slide 12 - Tekstslide

Welzijn
De EU wil zorgen dat het goed gaat met zijn burgers, dus willen zorgen voor levenskwaliteit:

- Milieu belangrijk.
- Bestrijden van sociale uitsluiting en discriminatie.
- Gelijke rechten voor mannen en vrouwen.
- Bescherming van de rechten van het kind.

Slide 13 - Tekstslide

Europese waarden
Vrijheid
Gelijkheid 
Veiligheid


Slide 14 - Tekstslide

Voorwaarden toetreding:
Een land wat lid wil worden moet:
- In Europa liggen
- Een democratie zijn.
- Een rechtsstaat zijn.
- De mensenrechten garanderen.
- Een goed draaiende markteconomie hebben.

Alle bestaande lidstaten moeten instemmen met lidmaatschap.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Zijn alle landen uit Europa ook lid van de Europese Unie?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Wat is geen Europese waarde?
A
Vrijheid
B
Veiligheid
C
Geloof
D
Gelijkheid

Slide 19 - Quizvraag

Binnen de Europese Unie is sprake van vrijhandel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Noem een doelstelling van de EU

Slide 21 - Open vraag

Binnen de Europese Unie is er vrij verkeer van goederen. Wat zijn de gevolgen van vrij verkeer van goederen?
A
Kopers kunnen producten uit alle EU-landen halen.
B
Door een vrij verkeer van goederen is er minder keus in de winkels.
C
Door een vrij verkeer van goederen worden producten steeds duurder.

Slide 22 - Quizvraag

Waarom begon de samenwerking op het gebied van kolen en staal?

Slide 23 - Open vraag

De EU bestaat uit ...... landen
A
25
B
27
C
28
D
30

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer mag een land toetreden tot de EU?

Slide 25 - Open vraag

Opdrachten maken
Opdrachten 1, 2, 3 en 12
Bladzijde 103

Slide 26 - Tekstslide

Opdrachten nakijken
Opdrachten 1, 2, 3 en 12
Bladzijde 103

Slide 27 - Tekstslide