Standpunt en argument: Ontdek de zes soorten argumenten

Standpunt en argument: Ontdek de zes soorten argumenten
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Standpunt en argument: Ontdek de zes soorten argumenten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je het verschil tussen een standpunt en argument uitleggen en de zes soorten argumenten herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Leg kort uit wat de leerdoelen zijn van de les.
Wat weet je al over standpunt en argumenten?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een standpunt?
Een standpunt is wat iemand vindt of denkt over een onderwerp of stelling.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat een standpunt is en vraag de leerlingen om voorbeelden te geven.
Wat is een argument?
Een argument is de reden waarom iemand een bepaald standpunt heeft.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat een argument is en vraag om voorbeelden.
De zes soorten argumenten
Er zijn zes soorten argumenten: feiten, voorbeelden, autoriteit, causaliteit, emotie en waarden.

Slide 6 - Tekstslide

Leg de zes soorten argumenten uit en geef voorbeelden.
Feiten
Feitelijke argumenten zijn gebaseerd op bewijs en kunnen worden gecontroleerd.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat feitelijke argumenten zijn en geef voorbeelden.
Voorbeelden
Voorbeeldargumenten gebruiken specifieke gevallen om een algemene stelling te ondersteunen.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat voorbeeldargumenten zijn en geef voorbeelden.
Autoriteit
Argumenten op basis van autoriteit gebruiken testimony van experts of gezaghebbende bronnen.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat argumenten op basis van autoriteit zijn en geef voorbeelden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.