BK: Bespreken toets H9

Hoofdstuk 9
9.1 9.3 9.5
2.1 2.2 (kopie)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9
9.1 9.3 9.5
2.1 2.2 (kopie)

Slide 1 - Tekstslide

1: wat is er fout aan dit assenstelsel?

Waar moet je altijd op letten? 
1 stapgrootte moet gelijk zijn op een as
2 de eerste stap mag niet groter zijn dan de rest zonder scheurlijn

Slide 2 - Tekstslide

Basis
Waarom is hier een scheurlijn getekend?

Slide 3 - Tekstslide

3: Welke getallen missen er op de verticale as?
4: Welke getallen missen er op de horizontale as

Wat moet je als eerste bedenken?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel hokjes mag je gebruiken?

Slide 6 - Tekstslide

Waar vul je uren in?

Wat staat er tussen 500 en t?
Vraag 8: welke stapgrootte kies je hier?

Slide 7 - Tekstslide

Somformule + Verschilformule
Wat betekent som formule? En wat betekent dit?

Wat betekent verschil formule?

Slide 8 - Tekstslide

Kader: Vraag 8 t/m 10
Lisa betaalt in Maart 188,50
Hoeveel keer is zij deze maand met de trein
gegaan? Laat een berekening zien.
We zijn hier niet streng geweest met inklemmen omdat het geen vergelijking is. 

Vanaf hoeveel keer met de trein reizen is een trajectkaart goedkoper?
Laat een berekening zien.
Dit is inklemmen. Je gaat op zoek naar a!
Je moet meerdere voorbeelden laten zien.

Wat voor soort lijn is prijs in euro = 300            (op welke as staat prijs in euro?)


Slide 9 - Tekstslide

Basis: Rekenvolgorde
Eerst haakjes
Daarna x en :
Daarna + en - 

Slide 10 - Tekstslide

Basis: Rekenvolgorde
Eerst haakjes
Daarna x en :
Daarna + en - 

Slide 11 - Tekstslide

13: inkomsten per dag
14: uitgaven per dag
15: winst per dag (inkomsten - uitgaven)
Op welke dag(en) was de winst het grootste? Hoe kun je dat meteen zien aan de grafieken?

Slide 12 - Tekstslide

6x - 24 = 2x + 4




10M + 15 = 8M + 30



Hoeveel kilometer bij 3,5 uur fietsen?

42 km gefietst.
Gebruik inklemmen. Wat is belangrijk bij inklemmen?

Wat is de vergelijking?
42 = (63 x aantal uren) : 3
Vul steeds een ander aantal uren in.
Begin met 1 uur. 

Slide 13 - Tekstslide

Basis
18: wat is de huurprijs bij 46 dagen huren?
19: De factuur is 237,50
Gebruik inklemmen
237,50 = 25 + 12,50 x tijd in dagen

Slide 14 - Tekstslide

Kader: Vraag 19 t/m 21
Maak een vergelijking 
Formule 1  = Formule 2
30 + 0,35t = 50 + 0,25t

Na hoeveel minuten zijn deze bedrijven even duur? Laat een berekening zien.
Dit kan met de balansmethode of tabellen

Bereken bij welk bedrijf Claire het voordeligst uit is als zij 2 uur de scooter wil huren.
De tijd is in minuten dus je vult 120 minuten in bij beide formules en daarna schrijf je de conclusie op.

Slide 15 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?
Lastige onderwerpen?

Slide 16 - Woordweb

Oefenvragen

Slide 17 - Tekstslide

Welke stapgrootte kies je?
Van 0 tot 6 uur

Slide 18 - Open vraag

De horizontale as loopt van 0 tot 150 seconden. Welke stapgrootte kies je?

Slide 19 - Open vraag

De verticale as loopt van 0 tot 750 meter. Welke stapgrootte kies je?

Slide 20 - Open vraag

In de assenstelsels zitten meerdere fouten.

Noem wat fout is: 1) aan de eerste en 2) aan de tweede grafiek.

Slide 21 - Open vraag

Maak de somformule:
H= 30+2t
H=23-8t

Slide 22 - Open vraag

Schrijf de somformule op.
A: hoogte = 15 - 9t
B: hoogte = 18 - 3t

Slide 23 - Open vraag

Bereken de juiste verschilformule
formule 1: huurprijs in Euro = 60 + 240 W
formule 2: huurprijs in Euro = 30 + 220 W

Slide 24 - Open vraag

Vraag 8.
Formule A: b = 5a + 6
Formule B: b= 8a
Maak de verschilformule voor A - B

Slide 25 - Open vraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen: 64 - 2,5t = 1,5

Slide 26 - Open vraag

Los op met inklemmen
5,6 + 4,35k = 110

Slide 27 - Open vraag

Bereken met inklemmen
25a2+2a=48488

Slide 28 - Open vraag