3 [K]
A Benoem twee oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
B Leg uit wat er bedoeld wordt met de oorzaken.
C TL-vraag: Wat was de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog? Leg je antwoord uit.
Voorbeeld uit de toetsen:
A - Hitler wilde meer macht dus ging hij landen aanvallen --> 1 oorzaak, geen antwoord op de vraag
B - Waarom iets in de geschiedenis gebeurt --> Niet goed gelezen
C - Ze pleegden een aanslag op een belangrijk iemand