3.3 Hoe de aardas ons klimaat beïnvloedt

3.3 Hoe de aardas ons klimaat beïnvloedt
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

3.3 Hoe de aardas ons klimaat beïnvloedt

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van de les
    Als je klaar bent met deze paragraaf dan:

- kun je uitleggen welke gevolgen de schuine stand van de aardas heeft voor dag en nacht op aarde.
- begrijp je waarom de schuine stand van de aarde invloed heeft op de seizoenen en de temperatuur op aarde.
 - weet je het verschil tussen pooldag en poolnacht.
- Weet je hoe je coordinaten afleest / plaatsbepaling kunt toepassen.
 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
-opstarten
-uitleg
-oefenen
-uitleg
-werken
-afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een woestijnklimaat en een steppeklimaat?
A
In een woestijnklimaat is het warmer
B
In een woestijnklimaat valt minder regen
C
Een woestijnklimaat heeft een natte en droge periode
D
In een woestijnklimaat is het kouder

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een landklimaat en een toendraklimaat
A
In een landklimaat valt meer regen
B
In een landklimaat zijn er grotere temperatuurverschillen
C
In een landklimaat is het warmer
D
In een landklimaat waait het harder

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Per 1000 meter stijging wordt het ..?.. graden kouder
A
0.6 graden
B
6 graden
C
60 graden

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maximum- en minimum temperatuur
Maximum temperatuur: hoogste temperatuur op een dag
Minimum temperatuur: laagste temperatuur op een dag

Deze worden gebruikt voor gemiddelde temperatuur per dag: 
Gemiddelde temp. = (max. temp. + min. temp.) / 2

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaatsbepaling 
Vaardigheden: voor dat we verder kunnen moet je weten wat plaatsbepaling is.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

  • Lijnen die evenwijdig lopen aan de evenaar heten breedtecirkels of parallellen.
  • Het deel van de aarde ten noorden van de evenaar, heet het noordelijk halfrond
  • Het deel van de aarde ten zuiden van de evenaar, heet het zuidelijk halfrond
  • De evenaar is de breedtecirkel van .
  • De noordpool ligt op 90° NB en de zuidpool op 90° ZB 
  • De afstand van een plaats tot de evenaar noem je de geografische breedte.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Lijnen die van de noordpool naar de zuidpool gaan heten lengtecirkels of meridianen.
  • De nulmeridiaan loopt precies over het plaatsje Greenwich bij Londen.
  • Het halfrond ten westen van de nulmeridiaan noemen we westelijk halfrond.
  • Het halfrond ten oosten van de nulmeridiaan noemen we oostelijk halfrond.
  • De afstand van een plaats tot de nulmeridiaan noem je geografische lengte

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleur de meridianen en parralelen  7 minuten
Kleur in bron 4 de meridianen groen en de parallellen rood.
(bij vaardigheden)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening plaatsbepaling
in tweetallen ga je aan de slag om in 20 minuten de volgende opdracht te maken aan de met behulp van de Bosatlas kaart:

Opdracht 3 en 4 vaardigheden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seizoenen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De stand van de zon
Als de zon hoog staat, in de middag, is het warmst
In de avond is het het koudst. 
Dit komt omdat 's avonds de zonnestralen schuin vallen op het aardoppervlak -> dezelfde warmte voor een groter gebied

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De aarde draait om haar eigen as, hier doet zij 24 uur over

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De aarde draait ook om de zon, hier doet zij 365 en een kwart dagen over (een heel jaar)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke positie staat de aarde nu in?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Wat bedoelt hij met de 'satéprikker'?
Waarom is het tijdens de pooldag nog steeds koud op de polen; er is toch 24/7 zon?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aardas
Noordpool
noordelijk halfrond
evenaar
zuidelijk halfrond
Zuidpool

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de aardas recht zou staan, zouden dag en nacht even lang zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De scheve aardas is de oorzaak van de seizoenen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel graden staat de aardas scheef?
A
3,5 graden
B
13,5 graden
C
23,5 graden
D
33,5 graden

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de denkbeeldige lijn die ten noorden van de evenaar loopt?
A
Evenaar
B
Steenbokskeerkring
C
Kreeftskeerkring
D
Aardas

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zorgt de scheefstand van de aardas voor?
A
dag en nacht
B
zomer en winter

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de denkbeeldige lijn die ten zuiden van de evenaar loopt?
A
Evenaar
B
Steenbokskeerkring
C
Kreeftskeerkring
D
Aardas

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beste verklaring voor het mooie weer in de zomer?
A
In de zomer is de dampkring op ons halfrond dunner
B
In de zomer staat de aarde dichter bij de zon
C
In de zomer staat de zon hoger door de scheve aardas

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Ga aan de slag met de opdrachten van 3.3 op blz. 134 tm 137
timer
20:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies