Leenwoorden

Leenwoorden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leenwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

Wat zijn leenwoorden? 
Uit welke talen komen onze leenwoorden?



Slide 2 - Tekstslide

Nederlandse leenwoorden




Meer dan 18.000 Nederlandse woorden zijn uitgeleend aan 138 andere talen. Die Nederlandse woorden hebben geleid tot bijna 50.000 nieuwe woorden in vreemde talen.
Over leenwoorden in U.S.A. klik  👉 


                                            👈 Grappig filmpje over Engelse woorden.

Slide 3 - Tekstslide

Uit welke taal hebben wij het woord 'Humor' geleend?
A
Duits
B
Pools
C
Frans
D
Engels

Slide 4 - Quizvraag

Uit welke taal hebben wij het woord 'Robot' geleend?
A
Tsjechisch
B
Duits
C
Amerikaans
D
Russisch

Slide 5 - Quizvraag

0

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Engelse leenwoorden

Bijvoorbeeld:
• Online
 Poncho
• Penalty
• 
Stand-by
• Lay-out

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een leenwoord
Een leenwoord is een woord uit een andere taal dat wij in het Nederlands gebruiken. 

De meeste leenwoorden, die wij in Nederland gebruiken, komen uit het Latijn, Frans, Engels en Duits. Wist jij bijvoorbeeld dat het woord muur uit het Latijn komt, het woord stekker uit het Duits en het woord restaurant uit het Frans?

Slide 9 - Tekstslide

Spel een  Engels leenwoord
  • Als één woord: een gebruikelijke samenstelling met één klemtoon, lookalike, parttimer, voicemail
  • Een koppelteken: als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, time-out, sit-up.
  • De delen los bij sommige woordgroepen met twee klemtonen, full speed, total loss, second opinion, low budget

Slide 10 - Tekstslide

Spel een Frans leenwoord
  • Zonder accenttekens als een Frans woord gebruikelijk is geworden in het Nederlands: controle, diner, compote, ragout
  • behalve als het nodig is voor de uitspraak: Paté, volière, coûte que coûte.
  • Gebruik het woordenboek!!!

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Slide 13 - Link

Maken/huiswerk 2W
blz 66/67 Startopdracht 
Opdracht 1,2,3,4.1

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Songteksten
Op de volgende slide kun je de songtekst van 'Krantenwijk' bekijken. Er is straattaal te zien, maar ook een aantal leenwoorden. Welke zie je en wat betekenen die woorden?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link