Wat is het?In het Visgraat-diagram wordt een duidelijke onderzoeksvraag als startpunt genomen. Aan de hand van een visvorming model, brengen je leerlingen mogelijke oorzaken in beeld (de graten). Door deze oorzaken te groeperen en onder te verdelen (de kleine graatjes), ontstaat een helder schema dat laat zien hoe verschillende factoren met elkaar samenhangen (aan de ruggengraat).
Deze werkvorm bevordert analytisch denken, samenwerking en het stellen van verdiepende vragen. Leerlingen worden uitgedaagd om verder te kijken dan het eerste antwoord en ontwikkelen een scherpere blik op het onderwerp. Voor docenten biedt het een concrete methode om onderzoekend leren te begeleiden en leerlingen actief bij de les te betrekken.
Wat is de kracht van het Visgraat-diagram?
Allereerst werkt de visuele opbouw van het diagram abstracte problemen concreet en bespreekbaar. Dit draagt bij aan visueel en betekenisvol leren. Het model leent zich prima voor samenwerkend leren:
- Geef ieder groepje een eigen vraagstuk waar zij een diagram voor uitwerken. Uiteindelijk presenteren alle groepjes hun model en de conclusie van hun onderzoek.
- Of laat elk groepje leerlingen uit zich te verdiepen in één graat van jullie overkoepelende vraag. Klassikaal vul je het diagram in en kijk je naar de categorieën en bijbehorende oorzaken. Welke conclusie trekt de klas al geheel? Hadden de diverse groepjes dit tijdens hun analyse verwacht?
Door oorzaken zorgvuldig te categoriseren en structureren, ontwikkelen je leerlingen inzicht in complexe vraagstukken. Dit proces van oorzaak-gevolg analyse helpt hen hoofd- en bijzaken te onderscheiden, wat zorgt voor meer overzicht en grip op de leerstof.
Daarnaast past het visgraat-diagram moeiteloos binnen onderzoekend leren en is het breed inzetbaar binnen het curriculum – van economie tot biologie, van maatschappijleer tot techniek. Of je nu werkt aan kritisch denken, begripsvorming of reflectie, deze analytische en activerende werkvorm brengt verdieping en betrokkenheid in elke les.
Hoe maak je het?
Je kiest een vraagstuk of probleem dat je met leerlingen wilt analyseren. Je kan denken aan vragen als: Waarom blijft vapen populair bij jongeren?, Wat veroorzaakt het verlies aan biodiversiteit? of Waardoor ontstaat inflatie?
Je kan starten met gewone slide waar je het model van een visgraat op plaatst.
Vervolgens zijn de stappen eenvoudig:
- Kop van de vis: Formuleer het centrale verschijnsel of het vraagstuk van je les.
Is het vraagstuk voor je leerlingen te breed? Begin dan met een deelvraag en werk meerdere, kleine visgraat-diagrammen uit. - Zijgraten: Bepaal 4 tot 6 hoofdcategorieën. Dit kunnen standaardcategorieën zijn (mens, methode, omgeving, materiaal) of vakspecifiek (zoals sociaal, biologisch, economisch).
Geef vaste categorieën of laat leerlingen deze zelf bepalen. In dit laatste geval zou je een woordweb als uitgangspunt kunnen nemen. De leerlingen leveren de categorieën aan die zij bij het onderwerp vinden passen. Bespreek en versleep de antwoorden klassikaal (zie het voorbeeld voor Nederlands in deze les).
Zijn er misschien ook al oorzaken aangeleverd? Maak het bespreekbaar en overleg met de leerlingen: Is dit een categorie of een oorzaak? Hoe maak je dat onderscheid? Onder welke categorie valt deze oorzaak? - Kleine graatjes: Laat leerlingen per categorie oorzaken zoeken. Ze noteren deze op de bijbehorende graat.
- Staart van de vis: Bespreek en analyseer. Welke oorzaken zijn dominant? Wat valt op? Welke oorzaken beïnvloeden elkaar?
Varieer in het eindproduct. Is het diagram het product dat leerlingen via een fotovraag kunnen aanleveren? Of is een poll met daarin de mening over het vraagstuk de evaluatie? Uiteraard kan je je leerlingen ook een adviesrapport, presentatie of poster laten maken waar hun visgraat-diagram de basis van is.
Om je slide overzichtelijk te houden, is het raadzaam je informatie in het diagram in hotspots te plaatsen. Zo voorkom je óf een onleesbaar diagram óf het gebruik van te kleine letters die achter in het lokaal niet meer te lezen zijn.
Hoe werkt het in de les?
Het visgraagt-diagram is flexibel en sluit aan bij verschillende lesfasen en leerdoelen.
- Vooraf: Start met een centrale vraag of probleemstelling die past bij je leerdoel. Denk aan een prikkelende casus of actuele situatie die leerlingen uitnodigt tot nadenken. Je activeert de voorkennis van je leerlingen en je betrekt hen direct bij je les.
- Oefenen: Zet je leerlingen na je instructie aan het werk met een vraagstuk dat aansluit op jouw leerdoel. Geef bijvoorbeeld categorieën die nieuw geleerde begrippen bevatten, laat leerlingen verbanden leggen of laat hen probleemoplossend denken met de lesstof die je hen net hebt gegeven.
- Evaluatie: Zet eens een visgraat-diagram in om een periode of les af te sluiten. Denk aan een centrale vraag als: Waarom bevorderde het lesplan van de afgelopen periode wel/niet onze motivatie?, Waarom kon ik deze les mijn aandacht wel/niet vasthouden? Door de resultaten klassikaal te bespreken, geef je leerlingen inzicht in hun leerproces. Ben je bereid jouw lessen aan te passen naar de inzichten die uit diagram naar voren kwamen? Dan geef je jouw leerlingen om een mooie manier ook autonomie ook autonomie over hun leerproces.
Kies bewust wat je met de werkvorm wilt bereiken: wil je dat leerlingen vooral oorzaken ontdekken, verbanden leggen, of toewerken naar een oplossingsgerichte stap? Door deze keuze te koppelen aan je lesdoel, maak je de inzet van het visgraat-diagram doelgericht en betekenisvol.
Werk je zonder devices?
Zet het vraagstuk dan centraal in een slide en laat je leerlingen een leeg visgraat-diagram invullen met post-its. Op die manier blijven de aangeleverde oorzaken verplaatsbaar tussen de categorieën en is er een mooi klasgesprek te voeren.