Quiz vragen LLP 'nijntje beweegdiploma' les 4

• Lichamelijke opvoeding
• Basisschool
• Groep 1,2

De linkerkant van je hersenen stuurt de linkerkant van je lichaam aan.

1. Juist
2. Onjuist

Een kind vangt prikkels op met zijn zintuigen. Beschrijf minimaal drie situaties waarin een kind reageert op een prikkel middels zijn zintuig.

Asymmetrisch bewegen is belangrijk voor de hersenontwikkeling van kinderen. Wat zijn de kenmerken van asymmetrisch bewegen?

1. Beide kanten van je lijf bewegen op hetzelfde moment, maar links doet iets anders dan rechts
2. De linkerkant van je lichaam beweegt hetzelfde als je rechterkant (in spiegelbeeld), of 1 kant doet niks

Janice vindt het nog moeilijk om met beide handen tegelijk iets anders ten opzichte van elkaar te doen. Hoe oud is Janice?

1. 5 jaar
2. 7 jaar

Femke en Dennis zijn beide 5 jaar. Wie van deze twee kinderen ontwikkeld zich over het algemeen sneller?

1. Femke, omdat het een meisje is
2. Dennis, omdat het een jongen is
3. Femke en Dennis hebben hetzelfde tempo, omdat ze even oud zijn

Cris is een peuter van 3 jaar. Hoe snel reageert hij als jij hem vraagt de bal te pakken?

1. Direct
2. Dat kan wel langer dan 10 seconden duren
3. Binnen 5 seconden
4. Binnen 10 seconden

Jinthe is 6 jaar. Ze maakt een koprol vanaf haar knieën. Wat kun je doen om haar te dwingen, dat ze de koprol vanaf hurkzit gaat maken?

Wat is diepspringen? En geef eens een voorbeeld van diepspringen in een activiteit.

Vera en Esmee gaan in tegengestelde richting balanceren over een smalle balk. Hoe kun je het voor hen gemakkelijker maken?