BLOK 4 Grammatica ONDERWERP

u
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

u

Slide 1 - Slide

zinsdelen
Je bouwt een zin met stukjes informatie.

(wie , wat wordt er gedaan, waar, wanneer, hoe, waarom etc.)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

het onderwerp
De werkwoorden in een zin vertellen wat er gedaan wordt of wat er gebeurt.

Het onderwerp in een zin vertelt wie of wat dat doet.

Slide 4 - Slide

getalproef
Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar. 
Ze zijn allebei of enkelvoud of allebei meervoud.

Slide 5 - Slide

De kat eet.
De katten eten.

Slide 6 - Slide

Hoe vind je het onderwerp?
1. Je zoekt eerst het werkwoordelijk gezegde.
2. Dan stel je de vraag wie / wat + werkwoordelijk gezegde.

De leerlingen letten goed op.
Wie letten op? ....... de leerlingen.

Slide 7 - Slide

Elsa en Robert eten vanavond pasta.
Wie eten?

Slide 8 - Open question

De fietsenmaker repareert morgen mijn fiets.
Wie repareert?

Slide 9 - Open question

De erg slimme leerling had de moeilijke opdrachten in een half uur gemaakt.
Wie had gemaakt?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

(huis)werk
werkbladen die je meekrijgt

Slide 13 - Slide