3TL 5.4 les 5+6

5.4 Gedrag leren
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.4 Gedrag leren

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Welk gedrag hoef je niet te leren?
  • Hoe leren dieren en mensen?
  • Waarom moet je oefenen?
  • Hoe train je dieren?
  • Welk gedrag leer jij in je opvoeding?

Slide 2 - Slide

Welk gedrag hoef je niet te leren?
Aangeboren gedrag:
Reflexen: zuigreflex, slikreflex, grijpreflex bij baby's
Erfelijk gedrag: spergedrag bij vogels, bijen die naar bloemen gaan om nectar te zoeken

Slide 3 - Slide

6 manieren van leren
  1. Inprenten
  2. Gewennen
  3. Trial and error (proefondervindelijk leren)
  4. Imiteren
  5. Inzichtelijk leren (inzicht)
  6. Conditioneren

Slide 4 - Slide

1. Inprenten
Een leerproces dat plaatsvindt gedurende een gevoelige periode, meestal de eerste levensfase

Hier leren jonge dieren bijvoorbeeld hun soortgenoten herkennen

Belangrijk voor band met de ouders

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Inprenting
Iets kan alleen in een korte periode geleerd worden (= de gevoelige periode)
Wie zijn je soortgenoten?
Wie zijn je ouders?
Tam worden huisdier.

Slide 8 - Slide

2. Gewennen
Niet meer reageren op prikkels wanneer deze geen zinvolle informatie meer bevatten

  • Paarden die moeten leren om niet meer te reageren op knallen
  • Vogels die niet meer schrikken van vogelverschrikkers

Slide 9 - Slide

3. Trial and error
Leren door uit te proberen (= trial) (en te falen = error)

Proefondervindelijk 
leren

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Het schaap denkt dat hij een hond is. Door welke vorm van leren komt dat?
A
Aangeboren gedrag
B
Inprenten
C
Gewennen
D
Trial and error

Slide 12 - Quiz

4. Imiteren
Leren door het gedrag na te doen.

Wat heb jij geleerd door imiteren?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video


Maken: 
Opdracht 1  t/m 14

Lezen: blz. 127 t/m 137

Slide 15 - Slide

5. Inzicht

In een onbekende situatie wordt de oplossing van een probleem gevonden door verschillende vroeger opgedane ervaringen te combineren.

Slide 16 - Slide

6. Conditioneren
Een verband leggen tussen tussen het gedrag en het gevolg daarvan

Bijvoorbeeld dat je gaat staan en het lokaal verlaat als de bel gaat.

Slide 17 - Slide

6. Conditioneren
  • Als de dolfijn een kunstje doet, krijgt hij een vis
  • Als een hond gaat zitten, krijgt hij een koekje
  • Als het dier het kunstje niet doet, krijgt het geen beloning, dat is eigenlijk een straf
Dieren kan je trainen door beloning en straf

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Een hongerige kikker eet een wesp op en wordt gestoken. Voortaan laat hij alle geel-zwarte insecten met rust.
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering

Slide 21 - Quiz

Een koekoek legt haar eieren in een nest van een andere soort. Dit is de zelfde soort als waarin ze zelf zijn grootgebracht.
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Conditionering
D
Imitatie

Slide 22 - Quiz

Je ringtone is een toeter van een auto. Als een echte auto toetert heb je de neiging om je telefoon te pakken.
A
Inprenting
B
Conditionering
C
Imitatie
D
Gewenning

Slide 23 - Quiz


Maken: 
Opdracht 1 5 t/m 26

Lezen: blz. 127 t/m 137

Slide 24 - Slide