VEI 5.4 gedrag leren 2021 2022

Hfst 5.4 Gedrag leren.
Fijn dat jullie 
er zijn!!!!

Leg klaar:
Schrift
Boek
Pen
Device
1 / 46
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hfst 5.4 Gedrag leren.
Fijn dat jullie 
er zijn!!!!

Leg klaar:
Schrift
Boek
Pen
Device

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
Vorige les kort herhalen
Lesdoelen deze les bespreken
Verschillende manieren van leren
Veel filmpjes om voorbeelden te laten zien
Oefenen toetsvraag

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Lesdoelen
  1. Na vandaag kan je benoemen wat het verschil is tussen aangeboren en aangeleerd gedrag
  2. Na vandaag kan je de verschillende manieren van leren uitleggen en herkennen

Slide 8 - Slide

Welk leerproces hoort bij de omschrijving
Na bepaalde tijd treedt er geen (of mindere) reactie op bij een bepaalde prikkel
Iets leren in de eerste gevoelige periode van je leven
Proefondervindelijk leren
Gedrag dat wordt aangeleerd door beloning of straf
gedrag van soortgenoten t.o.v. elkaar
Leren door het gedrag van soortgenoten na te doen
In een onbekende situatie wordt de oplossing van een probleem gevonden door ervaringen op een andere wijze te combineren
Gewenning
Inprenting
Trial and error
Conditionering
Sociaal gedrag
Imitatie
Inzicht

Slide 9 - Drag question

Trial and error
Conditionering
Gewenning
Inzichtelijk leren 
Inprenting
Imiteren

Slide 10 - Drag question

Conditioneren
A
Leren door vallen en opstaan
B
Leren door een verband te leggen tussen gedrag en gevolg daarvan
C
Leren door andere dieren na te doen
D
Leren door waarden en normen te gebruiken

Slide 11 - Quiz

In een nieuwe (leer-)omgeving nieuw gedrag vertonen (ontstaan uit ervaringen en combinaties van eerdere gedragingen) is een voorbeeld van:
A
imprenting
B
inzicht
C
Trail and Error
D
oversprong gedrag

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

In je schrift:
Welk gedrag hoef je niet te leren, twee soorten, met voorbeelden.


timer
2:30

Slide 14 - Slide

Welk gedrag hoef je niet te leren?
Reflexen: zuigreflex, slikreflex, grijpreflex bij baby's

Erfelijk gedrag: spergedrag bij vogels, bijen die naar bloemen gaan om nectar te zoeken

Slide 15 - Slide

In je schrift:
6 manieren van leren plus de beschrijving uit de woordenlijst achterin je boek!

Slide 16 - Slide

6 manieren van leren
Inprenten                                 leren in een korte periode, direct na de geboort

Gewennen                               als mens of dier leert om niet meer te reageren op een prikkel

Trial and error                         leren van de ervaringen die je opdoet (proefondervindelijk)

Imiteren                                    leren door gedrag van soortgenoten na te doen

Inzichtelijk leren (inzicht) leren door nadenken: in onbekende situatie oplossing bedenken

Conditioneren                        leren door verband te leggen tussen gedrag en gevolgen ervan

Slide 17 - Slide

1. Inprenten
  • Een leerproces dat plaatsvindt gedurende een gevoelige periode, meestal de eerste levensfase

  • Hier leren jonge dieren bijvoorbeeld hun soortgenoten herkennen

  • Belangrijk voor band met de ouders

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

2. Gewennen
Niet meer reageren op prikkels wanneer deze geen zinvolle informatie meer bevatten.

  • Paarden die moeten leren om niet meer te reageren op knallen
  • Vogels die niet meer schrikken van vogelverschrikkers

Slide 21 - Slide

3. Trial and error
Leren door uit te proberen (= trial) (en te falen = error)

Proefondervindelijk leren

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Het schaap denkt dat hij een hond is. Door welke vorm van leren komt dat?
A
Aangeboren gedrag
B
Inprenten
C
Gewennen
D
Trial and error

Slide 24 - Quiz

4. Imiteren
Leren door het gedrag na te doen.

Wat heb jij geleerd door imiteren?

Slide 25 - Slide

Imitatie

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

5. Inzicht

In een onbekende situatie wordt de oplossing van een probleem gevonden door verschillende vroeger opgedane ervaringen te combineren.

Slide 28 - Slide

6. Conditioneren
Een verband leggen tussen tussen het gedrag en het gevolg daarvan

Bijvoorbeeld een hond die geleerd heeft dat hij een koekje krijgt als hij direct komt als hij geroepen wordt

Slide 29 - Slide

6. Conditioneren
Dieren kan je trainen door beloning en straf.

Als de dolfijn een kunstje doet, krijgt hij een vis

Als een hond gaat zitten, krijgt hij een koekje

Als het dier het kunstje niet doet, krijgt het geen beloning, dat is eigenlijk een straf

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Oefenen
Herhalen van gedrag om zo steeds beter te worden.

De nieuwe verbindingen tussen hersencellen worden zo steeds sterker.

Bijvoorbeeld woordjes leren

Slide 32 - Slide

Hoe train je een dier?
Welke vorm van leren gebruik je daarbij?

Slide 33 - Slide

Hoe train je dieren?
  • Dieren kun je trainen door conditioneren.

  • Met conditioneren beloon je dieren voor gewenst gedrag. Maar met conditioneren straf je een dier ook voor ongewenst gedrag.

  • Hiernaast zie je een voorbeeld van zindelijkheidstraining. In je boek vind je een voorbeeld over dolfijnen trainen.

Slide 34 - Slide

Normen en waarden

  • Waarden geven aan wat mensen belangrijk vinden.
    (respect hebben, eerlijk zijn, trouw zijn) 
    Zijn overal hetzelfde

  • Normen zijn de gedragsregels die bij een waarde horen.
    (gedragsregels: je kijkt iemand netjes aan, je zoent niet met een ander)
Kunnen per cultuur verschillen


Slide 35 - Slide

Rolpatronen

  • Bij mensen is/was er ook altijd een bepaald rolpatroon.

  • Dit zijn alle gedragingen die bij een rol horen. Bijvoorbeeld de rol van man, vrouw, ouder, docent of kind.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Mannetjes honden plassen veel meer dan vrouwtjes honden. Bij welk type gedrag hoort dit?
A
Imponeergedrag
B
territoriumgedrag
C
Baltsgedrag
D
Overspronggedrag

Slide 38 - Quiz

Gedrag

Rekening houden met elkaars gedrag heet ook wel
A
a-sociaal gedrag
B
territorium gedrag
C
sociaal gedrag
D
bewust gedrag

Slide 39 - Quiz


A
aangeboren gedrag
B
aangeleerd gedrag

Slide 40 - Quiz

Imiteren leer je door:
A
Gedrag na te doen
B
Gedrag te herhalen
C
Nieuw gedrag te bedenken

Slide 41 - Quiz

Gedrag dat wordt veroorzaakt door een prikkel heet een
A
aangeboren gedrag
B
respons
C
aangeleerd gedrag
D
prikkel

Slide 42 - Quiz

Het gedrag van een hond die een pootje geeft:
A
Natuurlijk gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 43 - Quiz

Bekijk de chimpansees op de afbeelding hiernaast.

Van welk gedrag is hier sprake?

A
agressief gedrag
B
paringsgedrag
C
sociaal gedrag
D
vluchtgedrag

Slide 44 - Quiz

Bekijk de ratten op de afbeelding hiernaast.

Van welk gedrag is hier sprake?

A
agressief gedrag
B
paringsgedrag
C
sociaal gedrag
D
vluchtgedrag

Slide 45 - Quiz


Wat is ethologie?

A
Het bestuderen van gedrag
B
Het beïnvloeden van gedrag
C
Het gedrag van dieren veranderen
D
Het gedrag van mensen veranderen

Slide 46 - Quiz