H4 les 1 klas 2c havo/vwo

H4 klas 2c havo/vwo
1. Leg alvast je spullen klaar! 
2. Log in op LessonUp.
1 / 37
next
Slide 1: Slide
WiskundeHBOStudiejaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

H4 klas 2c havo/vwo
1. Leg alvast je spullen klaar! 
2. Log in op LessonUp.

Slide 1 - Slide

(§4.1) Leerdoel 1
Je weet wat de wortel van een getal is.

Slide 2 - Slide

Wat is de wortel van -√49?
A
-7
B
7
C
8,32
D
Niet mogelijk

Slide 3 - Quiz

(§4.1) Leerdoel 2
Je kunt een benadering van een wortel geven.

Slide 4 - Slide

Geef indien mogelijk
een benadering in twee decimalen.

8
A
= 2,82
B
= 2,828427125
C
≈ 2,83
D
≈ 2,8

Slide 5 - Quiz

(§4.2) Leerdoel 3
Je kunt wortels optellen en aftrekken.

Slide 6 - Slide

Schrijf zo kort mogelijk
8 + 2√5 - 5√5
A
8 - 3√5
B
5√5
C
1,29
D
8 + 2√5 - 5√5

Slide 7 - Quiz

(§4.3) Leerdoel 4
Je kunt wortels met elkaar vermenigvuldigen.

Slide 8 - Slide

Schrijf zo kort mogelijk
4√8 x 2√3
A
4√8 x 2√3
B
6√24
C
39,19
D
8√24

Slide 9 - Quiz

(§4.4) Leerdoel 5
Je kunt een getal als een wortel met alleen
een getal onder het wortelteken schrijven.

Slide 10 - Slide

Schrijf 2√3 als een wortel
met alleen een getal onder het
wortelteken.
A
√5
B
√6
C
√12
D
√7

Slide 11 - Quiz

(§4.4) Leerdoel 6
Je kunt wortels vereenvoudigen.

Slide 12 - Slide

Vereenvoudig indien mogelijk √63
A
7,94
B
√63
C
3√21
D
8

Slide 13 - Quiz

Vereenvoudig indien mogelijk √63
1. Zoek het grootste kwadraat groter dan 1 waardoor het
getal onder het wortelteken deelbaar is.
Als je geen kwadraat kunt vinden, dan is de wortel niet te vereenvoudigen.

Het getal 63 is deelbaar door het kwadraat 9.

Slide 14 - Slide

Vereenvoudig indien mogelijk √63
2. Schrijf de wortel als een vermenigvuldiging van twee
wortels. Zet onder het eerste wortelteken het grootste
kwadraat.

√63 = √9 x √7

Slide 15 - Slide

Vereenvoudig indien mogelijk √63
3. Schrijf de wortel in de vorm...√...

√63 = √9 x √7 = 3 x √7 = 
37

Slide 16 - Slide

Algemene quizvraag:
Wat is de omtrek van deze vierkant?
A
√12 x √12
B
4√12
C
12
D
√144

Slide 17 - Quiz

Algemene quizvraag:
Wat is de oppervlakte van deze vierkant? Schrijf zo kort mogelijk.
A
√12 x √12
B
4√12
C
12
D
√144

Slide 18 - Quiz

Schrijf zo kort mogelijk
3√15 + 2√3 x 4√5 =
A
6√45 x 4√5
B
24√30
C
3√15 + 6√8
D
11√15

Slide 19 - Quiz

Planning


1. Ga bij jezelf na welke leerdoelen je wel/niet hebt gehaald.

2. Havo: Ga in stilte aan de slag met de oefentoets.
Vwo: herhaling § 4.5 derdemachtswortels. 

 

Slide 20 - Slide

(§4.5 vwo) Leerdoel 7
Je weet wat de derdemachtswortel van een getal is.

Slide 21 - Slide

Een kubus heeft een inhoud van 125 cm³.
Hoe lang zijn de ribben van de kubus?
A
B
25
C
D
25

Slide 22 - Quiz

Wat is de derdemachtswortel van -27?
A
-3
B
3
C
-5,20
D
Niet mogelijk

Slide 23 - Quiz

(§4.5 vwo) Leerdoel 8
Je kunt een benadering van een derdemachtswortel geven.

Slide 24 - Slide

Geef met behulp van je rekenmachine een benadering in twee decimalen.
A
Niet mogelijk
B
-4,30
C
-4,30886938
D
-4,31

Slide 25 - Quiz

Planning
Havo: Maak de oefentoets.
Klaar? Maak de extra opdrachten of ga aan de slag met een ander vak. 

Vwo: Maak § 4.6 gemengde opdrachten.
Klaar? Maak de oefentoets.

Eerste 5 minuten in stilte! 
Na 5 minuten mag je met elkaar fluisterend overleggen.




timer
5:00

Slide 26 - Slide

(§4.1) Leerdoel 1

  • De wortel uit een getal is altijd groter dan of gelijk aan 0!

Je weet wat de wortel van een getal is

Slide 27 - Slide

Schrijf zo kort mogelijk
√0,2 x √0,2
A
√0,04
B
Niet mogelijk
C
√0,4
D
√0,2

Slide 28 - Quiz

(§4.1) Leerdoel 2

  • Een benadering bevat vaak decimalen en wordt afgerond. 
Je kan een benadering van een wortel geven 

Slide 29 - Slide

Stel de zijdes van een vierkant zijn
√50 ≈ 7,07 lang.
Wat de oppervlakte van de vierkant?
A
√50 x √50 = 50
B
7,07 x 7,07 = 49,9849 ≈ 49,98
C
2√50 = 14,14
D
7,07 x √50 = 49,99

Slide 30 - Quiz

(§4.2) Leerdoel 3


  • Bij het optellen en aftrekken van wortels veranderd het getal onder het wortelteken niet!
  • Bij het zo kort mogelijk schrijven tel je alleen de gelijksoortige termen bij elkaar op. 
  • Je geeft een exact antwoord, tenzij anders wordt gevraagd.



Je kunt wortels optellen en aftrekken.

Slide 31 - Slide

(§4.3) Leerdoel 4


  • Bij het vermenigvuldigen van wortels verandert het getal onder het wortelteken wel!  
  • Je geeft een exact antwoord, tenzij anders wordt gevraagd.



Je kunt wortels met elkaar vermenigvuldigen.

Slide 32 - Slide

(§4.4) Leerdoel 5



  • Bij het vermenigvuldigen van wortels verandert het getal onder het wortelteken wel!  
  • Je geeft een exact antwoord, tenzij anders wordt gevraagd.



Je kan een getal als een wortel met alleen een getal onder het wortelteken schrijven.

Slide 33 - Slide

(§4.4) Leerdoel 6

  • Ken de kwadraten! 
Je kunt wortels vereenvoudigen.

Slide 34 - Slide

Vereenvoudigen
1. Zoek het grootste kwadraat groter dan 1 waardoor het getal onder het wortelteken deelbaar is.

2. Schrijf de wortel als een vermenigvuldiging van twee wortels. Zet onder het eerste wortelteken het grootste kwadraat.

3. Schrijf de wortel in de vorm...√...

Slide 35 - Slide

Vereenvoudig (indien mogelijk)
288
A
√144 x √2
B
12√2
C
√288
D
72√4

Slide 36 - Quiz

(§4.4) Leerdoel 7


  • Ken de derdemachten!

  •  De wortel √9 = 3 cm noem je een vierkantswortel!
  • De derdemachtswortel van 27 = 3 cm
Je weet wat de derdemachtswortel van een getal is.

 
1³ = 1
2³ = 8
3³ = 27
4³ = 64
5³ = 125
6³ = 216
10³ = 1000

Slide 37 - Slide