1. Geef een voorbeeld van een maatschappelijk probleem.
2. Wie hebben er last van dit probleem? Noem minimaal 1 groep
3. Geef aan welke actoren bij dit probleem horen. (minimaal 2)
3. Noem van 1 actor een waarde of het belang.
Als je klaar bent, vul je bladzijde 19
timer
8:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Startopdracht op het wisbordje
Gebruik blz. 9 en 10 van jouw reader:
1. Geef een voorbeeld van een maatschappelijk probleem.
2. Wie hebben er last van dit probleem? Noem minimaal 1 groep
3. Geef aan welke actoren bij dit probleem horen. (minimaal 2)
3. Noem van 1 actor een waarde of het belang.
Als je klaar bent, vul je bladzijde 19
timer
8:00
Slide 1 - Slide
Programma vandaag
1. Startopdracht bespreken
2. Uitleg AWB-schema
3. Meerkeuzevragen
3. Toetsvraag analyseren
4. Praktische opdracht (30 minuten)
5. Jeopardy?
6. Nieuws kijken of flitskaartjes maken
Slide 2 - Slide
Voorbeeld AWB
1. Oorlog Israël en Palestina (Maatschappelijk probleem)
2. Inwoners Gaza, hulpverleners, Hamas, Hezbollah, onschuldige kinderen/burgers (Actoren)
3. - Kinderen en burgers willen leven in vrijheid/veiligheid (waarde)
- Leiders Israel willen meer land/macht (belang)
- Hulpverleners willen in veiligheid hulp kunnen bieden zonder gevaar.
Actoren
Israelische leider
Palestijn uit Gaza
Waarde
dominantie
veiligheid - vrijheid - gelijkheid
Belang
zo veel mogelijk land
een staakt-het-vuren
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Huiswerk vrijdag 18 oktober
M. Opdrachten over maatschappelijke functies + nieuws en beeldvorming
L. Begrippen uit KO - flitskaartjes - leerdoel blz. 19
Slide 5 - Slide
Functies van de media
1. INFORMATIEVE functie: er is vrije informatie zodat we op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland.
2. CONTROLE- of WAAKHONDfunctie: de media houdt politici in de gaten. Ze kijken of zij hun werk goed doen.
3. SOCIALISERENDE functie: media heeft invloed op jouw normen en waarden. Het kan ons daarnaast ook verbinden.
Slide 6 - Slide
Als ik een wedstrijd van het Nederlands elftal op televisie kijk voel ik me echt een ''Nederlander''
A
Dit hoort bij de informatieve functie
B
Dit hoort bij de controle- waakhondfunctie
C
Dit hoort bij de socialiserende functie
Slide 7 - Quiz
Het is goed dat de media onderzoekt of er fouten zijn gemaakt! Bijvoorbeeld de toeslagenaffaire.
A
Dit hoort bij de informatieve functie
B
Dit hoort bij de controle- waakhondfunctie
C
Dit hoort bij de socialiserende functie
Slide 8 - Quiz
Het is fijn dat het politieke debat werd uitgezonden. Nu weet ik de standpunten van alle partijen en kan ik een verstandig besluit nemen bij het stemmen.
A
Dit hoort bij de informatieve functie
B
Dit hoort bij de controle- waakhondfunctie
C
Dit hoort bij de socialiserende functie
Slide 9 - Quiz
1. Actuele gebeurtenis
Een actuele gebeurtenis is een gebeurtenis dat kort geleden heeft plaatsgevonden.
Slide 10 - Slide
2. Bijzondere gebeurtenis
Als iets niet vaak voortkomt of het is uitzonderlijk dan wordt dat een bijzondere gebeurtenis genoemd.
Slide 11 - Slide
3. Dichtbij of veraf
Journalisten kijken ook of het dichtbij of veraf is. Dus, vinden de mensen het hier interessant?
Slide 12 - Slide
4. Belangrijk voor de samenleving
Als het gevolgen heeft voor de samenleving of het heeft te maken met de samenleving schrijven journalisten hierover.
Slide 13 - Slide
Persvrijheid en Censuur
Persvrijheid = de vrijheid van journalisten om ongehinderd berichten te kunnen publiceren.
Persvrijheid is onderdeel van de vrijheid van meningsuiting.
Censuur = publicaties in de media worden door de overheid gecontroleerd.
Slide 14 - Slide
Persvrijheid
Slide 15 - Slide
Nepnieuws
"Nieuws dat niet op waarheid is berust"
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Beeldvorming
Het vormen van een beeld van iets, iemand of een situatie
(invloed van de media is groot)
Feiten en Meningen
Slide 18 - Slide
Objectief of subjectief
Slide 19 - Slide
www.instagram.com
Slide 20 - Link
Toetsvraag op wisbordje
Is het antwoord op deze vraag goed (JA/NEE)
Schrijf op waarom je dit vindt.
1. Leg uit wat het onderwerp is in deze cartoon en waar je dit aan ziet?
Antwoord: Het gaat over de asielcrisis. Dit zie je aan de tekening. Leg je wisbordje met de tekst naar beneden als je klaar bent met schrijven.
timer
1:30
Slide 21 - Slide
Voorbeeld van een toetsvraag op wisbordje:
1. Wat is het verschil tussen censuur en persvrijheid?
Schrijf nu het juiste antwoord op.
Leg je wisbordje met de tekst naar beneden als je klaar bent met schrijven.
timer
1:30
Slide 22 - Slide
zelf flitskaartjes maken
Je krijgt van jouw docent een A4 waar je flitskaartjes mee kunt maken.
Kijk weer naar alle begrippen van blz. 7-18 of naar de leerdoelen op blz. 19