Leerdoelen 1.2

Leerdoelen 1.2 Plantenrijk
Beantwoordt de vragen eerst voor jezelf zonder dat je naar de multiple choice antwoorden hebt gekeken. 
1 / 36
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerdoelen 1.2 Plantenrijk
Beantwoordt de vragen eerst voor jezelf zonder dat je naar de multiple choice antwoorden hebt gekeken. 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 

  • Je kunt de delen van een plant herkennen en benoemen
  • Je kunt voorbeelden van weefsels van een plant noemen
  • Je kunt de onderdelen van een plantencel benoemen
  • Je kunt de functies van de onderdelen van een plantencel benoemen.

Slide 2 - Slide

Noem de 4 organen van een plant

Slide 3 - Open question

Van welk orgaan van een plant is de afbeelding een doorsnede?
Leg uit waarom dit een orgaan is en geen weefsel.

Slide 4 - Open question

Wat is de vacuole?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 5 - Quiz

In de vacuole wordt water opgeslagen. Wat is de andere functie van de vacuole?
A
Geeft stevigheid aan de plantencel
B
Maakt de voedingsstoffen voor de plant
C
Maakt nieuw weefsel
D
Vervoeren van opgeloste stoffen

Slide 6 - Quiz

Wat is het cytoplasma?
A
De bladgroenkorrels in een plantaardige cel
B
Het zijn opgeloste stoffen
C
Vloeistof die alleen uit water bestaat
D
Een dikke vloeistof die bestaat uit water met opgeloste stoffen

Slide 7 - Quiz

In de celkern:
A
zit het DNA
B
worden eiwitten bewerkt
C
wordt zuurstof verbrand
D
worden eiwitten getransporteerd

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er in de bladgroenkorrels van de plant?
A
Hierin vindt fotosynthese plaats.
B
Hier lokken de planten insecten mee.
C
Hiermee ademt de plant.
D
Het is een stofje dat zorgt voor de mooie groene kleur van blad.

Slide 9 - Quiz

Wat doen de bladgroenkorrels?
A
Voortplanten
B
Lekker korrelen
C
Groen zijn
D
Voedingsstoffen maken

Slide 10 - Quiz

Wat ontstaat er bij fotosynthese in de bladgroenkorrels?
A
glucose en zuurstof
B
koolstofdioxide en water

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van de celwand?
A
Opnemen van water
B
Opslaan van reservevoedsel
C
Opnemen van voedingsstoffen
D
Stevigheid geven aan de cel

Slide 12 - Quiz

Wat is een celmembraan?
A
deel van de cel dat alles regelt wat er in de cel gebeurt
B
dikke vloeistof van water met opgeloste stoffen in een cel
C
dun vlies dat om het cytoplasma heen zit
D
cellen van mensen en dieren

Slide 13 - Quiz

Het celmembraan......
A
kan sommige stoffen doorlaten
B
kan alle stoffen doorlaten
C
is een dik stevig vlies
D
regelt alles wat er in een cel gebeurt

Slide 14 - Quiz

Wat is
de belangrijkste functie
van het celmembraan?
A
Stevigheid
B
Transport van stoffen

Slide 15 - Quiz

Welke onderdelen zitten er in een plantencel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
plantencel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 16 - Drag question

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole

Slide 17 - Drag question

Wat is de functie van elk onderdeel van een plantencel? Leerdoel: Je kent de onderdelen van een plantencel met hun functie
Bevat het DNA. Regelt alles wat er gebeurt in de cel
hierdoor is de cel stevig
Regelt welke stof de cel in en uit gaan
zorgt voor een stevige laag om de cel heen
Stroperige vloeistof, hierin liggen de celkern en de bladgroenkorrels
Geeft de plant zijn groene kleur en maken voedingsstoffen 
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 18 - Drag question

Vleesetende planten vangen en verteren vliegjes en andere insecten, en heel soms een muis. Ook Nederland kent een vleesetende plant: de zonnedauw (zie afbeelding hiernaast).

Hebben alle cellen van de zonnedauw een celwand? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Open question

Uitvergroting van een blad met weefsel
1 + 4: Waslaag met opperhuid 
2. Bladmoes (cellen met bladgroenkorrels)

Uitvergroting van 1 cel: volgende dia


Slide 20 - Slide

Wat gebeurd er in het bladmoes?
A
Niks
B
Hier eet de plant
C
Dit is voor ondersteuning van de nerven
D
Hier maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen

Slide 21 - Quiz

Liggen bladgroenkorrels in het bladmoes?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Wat is de functie van de opperhuid van een blad?
A
Vervoer van stoffen
B
Opname van water en voedingsstoffen
C
Bescherming tegen uitdroging en ziekteverwekkers
D
Productie van bladgroenkorrels

Slide 23 - Quiz

De afbeelding geeft een deel van de opperhuid van een blad weer met een huidmondje.
Welke letters vormen samen het huidmondje?
A
P en Q
B
P en R
C
P, R, Q en T
D
Q en T

Slide 24 - Quiz

De afbeelding geeft een deel van de opperhuid van een blad weer met een huidmondje. De letters P en Q geven twee cellen aan. Behoren cel P en cel Q tot hetzelfde soort weefsel?
A
Ja, ze liggen tegen elkaar aan
B
Ja, ze hebben dezelfde vorm
C
Nee, ze hebben een andere bouw en functie

Slide 25 - Quiz

Rechtop staan
Kruidachtige planten blijven rechtop door water in de vacuole van de cellen.

Houtachtige planten blijven rechtop door dikke celwanden van houtstof.

Bomen en struiken zijn houtachtig. Bloemetjes zijn kruidachtig.

Slide 26 - Slide

Wat is het verschil tussen een houtachtige en kruidachtige plant?

Slide 27 - Open question

houtachtige plant
kruitachtige plant
zachte stengel
super stevige stengel
deze plant word slap door een tekort aan water

Slide 28 - Drag question

Zijn deze tulpen kruidachtig of houtachtig?

Slide 29 - Open question

Wat maakt een houtachtige plant stevig?

Slide 30 - Open question

Is dit een houtachtige of kruidachtige plant?

Slide 31 - Open question

Waardoor zijn houtachtige planten stevig?

Slide 32 - Open question

Deze cellen tref je aan in                       planten. Zij krijgen hun stevigheid door                       . Tussen de cellen zitten       
                      celwanden. Hierdoor ontstaan buisjes waardoor water stroomt. 
Bekijk de afbeelding rechts onderaan.
In wat voor een plant tref je deze cellen aan? 
Sleep de juiste woorden naar de plek.
1
2
3
houtachtige
kruidachtige
houtstof
water
wel
geen

Slide 33 - Drag question

Nena krijgt een bosje bloemen van haar collega’s. Ze vergeet vervolgens om ze water te geven en de bloemen gaan slaphangen.

Heeft ze houtachtige planten of kruidachtige planten gekregen? Leg je antwoord uit en gebruik in je uitleg het woord vacuole.

Slide 34 - Open question

Heb je de leerdoelen behaald?
Heb je veel vragen fout? Dan maak je de opdrachten die bij de leerdoelenkaart zit. 

Slide 35 - Slide

Wat is bladmoes?
A
een eetbaar gedeelte van het blad
B
het groene gedeelte van het blad wat tussen de nerven ligt.
C
bladmoes zorgt voor stevigheid
D
bladmoes zorgt ervoor dat planten water krijgen

Slide 36 - Quiz