6.2 - De bloedsomloop en het hart (GTL4)

Thema 6 Transport
GTL 4
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 6 Transport
GTL 4

Slide 1 - Slide

Thema 6 - Transport
6.1 - Bloed
6.2 - De bloedsomloop en het hart
6.3 - De bloedvaten
6.4 - Hart- en vaatziekten
6.5 - Weefselvloeistof en lymfe

Slide 2 - Slide

6.1 - Bloed
GTL 4

Herhaling

Slide 3 - Slide

Welke onderdelen bevat het bloed?

Slide 4 - Slide

Wat is de taak van rode bloedcellen?

Slide 5 - Slide

Wat is de taak van witte bloedcellen?

Slide 6 - Slide

Wat is de taak van bloedplaatjes?

Slide 7 - Slide

Wat gebeurt er bij iemand met leukemie?

Slide 8 - Slide

6.2 - De bloedsomloop en het hart

GTL 4


Slide 9 - Slide

Doelen van deze paragraaf
Je kan de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden en functies benoemen
Je kan de onderdelen van het hart benoemen
Je kunt het verloop van de hartslag beschrijven

Slide 10 - Slide

Bloedvatenstelsel
Aders/slagaders hebben naam van orgaan waar ze bij horen
(meer in 6.3)
Uitzonderingen: onderste/bovenste holle aders, aorta, poortader

Slide 11 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Bloed gaat door hele lichaam
2x per omloop door hart

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop

Slide 12 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop - Zuurstof ophalen, koolstofdioxide afgeven (Hart -> Longen -> Hart)
Grote bloedsomloop - Zuurstof afgeven, koolstofdioxide ophalen (Hart -> Organen -> Hart)

Slide 13 - Slide

Het hart

Slide 14 - Slide

Het hart
Holle spier
Krans(slag)aders

Twee boezems, twee kamers
Harttussenwand

Slide 15 - Slide

De hartslag 

Slide 16 - Slide

Hartkleppen
Halvemaanvormige kleppen

Slide 17 - Slide

Harttonen
Luisteren naar hart: 2 tonen
eerste toon - dichtslaan hartkleppen
tweede toon - dichtslaan halvemaanvormige kleppen

Slide 18 - Slide

Vragen?

Slide 19 - Slide

Vragen?

Slide 20 - Slide

De bloedsomloop bij de mens is een dubbele bloedsomloop. Waarom noemen we het een 'dubbele bloedsomloop'
?
A
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer door het hart.
B
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer langs de longen.

Slide 21 - Quiz

Hart-longen-hart hoort bij?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 22 - Quiz


Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Waar bevindt zich zuurstofarm bloed?
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 23 - Quiz

Bloed uit je handen komt in de rechterboezem binnen via de...
A
Aorta
B
Onderste holle ader
C
Longslagader
D
Bovenste holle ader

Slide 24 - Quiz

Het bloed stroomt van een kuitspier via de longen weer terug naar dezelfde kuitspier.
Het bloed gaat daarbij minstens tweemaal door het hart.
Door welke delen van het hart stroomt het bloed hierbij achtereenvolgens?
A
Linkerboezem – linkerkamer – rechterboezem – rechterkamer.
B
Linkerkamer – linkerboezem – rechterkamer – rechterboezem.
C
Rechterboezem – rechterkamer – linkerboezem – linkerkamer.
D
Rechterkamer – rechterboezem – linkerkamer – linkerboezem.

Slide 25 - Quiz


De wanden van het hart...
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

Slide 26 - Quiz

Aan het werk
Maken:
6.2 - Opdr. 9 t/m 19
Lezen:
6.3


Begrippen:
Bloedvatenstelsel
Bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Boezem
Kamer
Kransslagader
Kransader
Bovenste holle ader
Onderste holle ader
Rechterboezem
Rechterkamer
Longslagader/ Longaders
Linkerboezem
Linkerkamer
Aorta
Hartkleppen
Halvemaanvormige kleppen

Leerdoelen:
- Je kan in het bloedvatenstelsel van de mens aders en slagaders benoemen
- Je kan de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden en functies benoemen
- Je kan de onderdelen van het hart en het verloop van de hartslag benoemen

Slide 27 - Slide