6.2

6.2 Bloedsomloop en hart
GTL 4
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

6.2 Bloedsomloop en hart
GTL 4

Slide 1 - Slide

Planning
1. Magister
2. Terugblik
3. Leerdoelen
4. Uitleg
5. Werktijd
6. Check

Slide 2 - Slide

Herhalen van 6.1

Slide 3 - Slide

Welke onderdelen bevat het bloed?

Slide 4 - Open question

Wat is de taak van rode bloedcellen?

Slide 5 - Open question

Wat is de taak van witte bloedcellen?

Slide 6 - Open question

Wat is de taak van bloedplaatjes?

Slide 7 - Open question

Leerdoelen
Je kan de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden en functies benoemen.
Je kan de onderdelen van het hart benoemen.
Je kunt het verloop van de hartslag beschrijven.

Slide 8 - Slide

Bloedvatenstelsel
Aders/slagaders hebben naam van orgaan waar ze bij horen
(meer in 6.3)
Uitzonderingen: onderste/bovenste holle aders, aorta, poortader

Slide 9 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Bloed gaat door hele lichaam
2x per omloop door hart

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop

Slide 10 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop - Zuurstof ophalen, koolstofdioxide afgeven (Hart -> Longen -> Hart)
Grote bloedsomloop - Zuurstof afgeven, koolstofdioxide ophalen (Hart -> Organen -> Hart)

Slide 11 - Slide

Het hart

Slide 12 - Slide

Het hart
Holle spier
Krans(slag)aders

Twee boezems, twee kamers
Harttussenwand

Slide 13 - Slide

De hartslag 

Slide 14 - Slide

Hartkleppen
Halvemaanvormige kleppen

Slide 15 - Slide

Harttonen
Luisteren naar hart: 2 tonen
Eerste toon - dichtslaan hartkleppen
Tweede toon - dichtslaan halvemaanvormige kleppen

Slide 16 - Slide

De bloedsomloop bij de mens is een dubbele bloedsomloop. Waarom noemen we het een 'dubbele bloedsomloop'
?
A
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer door het hart.
B
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer langs de longen.

Slide 17 - Quiz

Hart-longen-hart hoort bij?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 18 - Quiz


Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Waar bevindt zich zuurstofarm bloed?
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 19 - Quiz

Bloed uit je handen komt in de rechterboezem binnen via de...
A
Aorta
B
Onderste holle ader
C
Longslagader
D
Bovenste holle ader

Slide 20 - Quiz

Het bloed stroomt van een kuitspier via de longen weer terug naar dezelfde kuitspier.
Het bloed gaat daarbij minstens tweemaal door het hart.
Door welke delen van het hart stroomt het bloed hierbij achtereenvolgens?
A
Linkerboezem – linkerkamer – rechterboezem – rechterkamer.
B
Linkerkamer – linkerboezem – rechterkamer – rechterboezem.
C
Rechterboezem – rechterkamer – linkerboezem – linkerkamer.
D
Rechterkamer – rechterboezem – linkerkamer – linkerboezem.

Slide 21 - Quiz


De wanden van het hart...
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

Slide 22 - Quiz

Maken:
6.2 - Opdr. 9 t/m 19
Lezen:
6.3


Begrippen:
Bloedvatenstelsel
Bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Boezem
Kamer
Kransslagader
Kransader
Bovenste holle ader
Onderste holle ader
Rechterboezem
Rechterkamer
Longslagader/ Longaders
Linkerboezem
Linkerkamer
Aorta
Hartkleppen
Halvemaanvormige kleppen

Slide 23 - Slide

Aan het werk met 6.2

Slide 24 - Slide