V5-TH4-BS1 23-11

DNA

Thema 4
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

DNA

Thema 4

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kunt beschrijven hoe DNA opgebouwd is
  • Je kunt de functie van DNA beschrijven
  • je kunt het proces van DNA-replicatie beschrijven en toelichten 

Slide 2 - Slide

Begrippenlijst basisstof 1 - bouw en functie van DNA
  • DNA
  • genoom
  • gen
  • kernDNA
  • mtDNA
  • plasmiden
  • nucleinezuur
  • nucleotiden:
  • desoxyribose
  • Guanine (G)
  • Adenine (A)
  • Thymine (T)
  • Cytosine (C)

  • '3-uiteinde
  • '5-uiteinde


  • enkelstrengs DNA
  • dubbelstrengs DNA
  • basenpaar
  • helixstructuur
  • histonen
  • sequentie
  • niet-coderend DNA
  • repetitief DNA

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

DNA-sequentie
  • Een DNA-molecuul past in een celkern door de compacte vorm, het is rond histonen gewikkeld. 

  • Een aantal histonen met DNA eromheen = nucleosoom. De volgorde waarin nucleotiden in een DNA-molecuul zijn gerangschikt: de sequentie

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

DNA - DesoxyriboNucleicAcid - desoxyribonucleïnezuur
DNA is opgebouwd uit 4 verschillende bouwstenen (nucleotiden

Elk nucleotide is opgebouwd uit 
3 onderdelen:
1. fosfaat
2. desoxyribose (suiker)
3. stikstofbase
          Engels                                      Nederlands  
  • Cytosine (C)
  • Thymine (T)
  • Guanine (G)  
  • Adenine (A)

Slide 8 - Slide

Nucleotide = Fosfaatgroep + Desoxyribose + Stikstofbase (A, T, C of G)

bouwsteen van DNA
Fosfaatgroep
Stikstofbase 
(A/T/C/GS
Desoxyribose
Nucleotide = Fosfaatgroep + Desoxyribose + Stikstofbase (A, T, C of G)
'3
'5

Slide 9 - Slide

DNA- replicatie (=verdubbeling)
Een replica maken, een exacte kopie.
Nodig voor de celdeling -> 2 exact dezelfde kernen.

Slide 10 - Slide

Genoom - al het DNA in de cel
prokaryoot = cel zonder kern, bijvoorbeeld een bacterie 

Bij een prokaryoot ligt het DNA in het cytoplasma als een cirkel (circulair DNA) Daarnaast bevat een bacterie vaak ook korte stukjes circulair DNA (plasmide



Slide 11 - Slide

Zelf aan het werk
DNA-stempelen

Slide 12 - Slide

wat ga je doen
  • per duo 1 stempelset
  • Stempel een enkelstrengs-DNA sequentie van >6 nucleotiden
  • Wissel je stempel-papier met een andere tafel
  • Dupliceer de enkelstrengs-DNA die je hebt ontvangen van de andere tafel
  • Teken de waterstofbruggen tussen de ketens.
  • Benoem in je ‘stempeltekening’ de volgende onderdelen: stikstofbase, suiker, fosfaat, nucleotide en waterstofbrug.
  • Geef aan waar de 5’-eindes en de 3’-eindes zich bevinden
  • wissel weer uit met je eerdere tafel en controleer of alles goed staat
  • per duo 1 stempelset
  • Stempel een enkelstrengs-DNA sequentie van >6 nucleotiden
  • Wissel je stempel-papier met een andere tafel
  • Dupliceer de enkelstrengs-DNA die je hebt ontvangen van de andere tafel
  • Teken de waterstofbruggen tussen de ketens.
  • Benoem in je ‘stempeltekening’ de volgende onderdelen: stikstofbase, suiker, fosfaat, nucleotide en waterstofbrug.
  • Geef aan waar de 5’-eindes en de 3’-eindes zich bevinden
  • wissel weer uit met je eerdere tafel en controleer of alles goed staat
Wat ga je doen? (15 minuten)

Slide 13 - Slide

enkelstrengs DNA
ssDNA
dubbelstrengs DNA
dsDNA

Slide 14 - Slide

wat ga je doen
  • per duo 1 stempelset
  • Stempel een enkelstrengs-DNA sequentie van >6 nucleotiden
  • Wissel je stempel-papier met een andere tafel
  • Dupliceer de enkelstrengs-DNA die je hebt ontvangen van de andere tafel
  • Teken de waterstofbruggen tussen de ketens.
  • Benoem in je ‘stempeltekening’ de volgende onderdelen: stikstofbase, suiker, fosfaat, nucleotide en waterstofbrug.
  • Geef aan waar de 5’-eindes en de 3’-eindes zich bevinden
  • wissel weer uit met je eerdere tafel en controleer of alles goed staat
  • Mutaties? -->kun je die nu verklaren?
  • Hoeveel overeenkomst chimpansee met mens? (.....%)
  • Hoeveel overeenkomst tussen mensen? (........%)
  • Hoe komt grote overeenkomst in DNA tussen mensen en chimpansees?  

Vragen

Slide 15 - Slide

wat ga je doen
  • per duo 1 stempelset
  • Stempel een enkelstrengs-DNA sequentie van >6 nucleotiden
  • Wissel je stempel-papier met een andere tafel
  • Dupliceer de enkelstrengs-DNA die je hebt ontvangen van de andere tafel
  • Teken de waterstofbruggen tussen de ketens.
  • Benoem in je ‘stempeltekening’ de volgende onderdelen: stikstofbase, suiker, fosfaat, nucleotide en waterstofbrug.
  • Geef aan waar de 5’-eindes en de 3’-eindes zich bevinden
  • wissel weer uit met je eerdere tafel en controleer of alles goed staat
  • Mutaties? -->kun je die nu verklaren? (kopieerfoutjes)
  • Hoeveel overeenkomst chimpansee met mens? (98.5%)
  • Hoeveel overeenkomst tussen mensen? (99.5%)
  • Hoe komt grote overeenkomst in DNA?  (groot overeenkomsten in bouw, maar ook: niet-coderend DNA)(denk aan rudimentaire organen, nog wel aanwezig, geen functie meer)

Vragen

Slide 16 - Slide

Genoom - al het DNA in de cel
eukaryoot - cel met een kern bijvoorbeeld, plant, dier, schimmel

genoom dierlijke cel:
kernDNA
mitochndriaal DNA(mtDNA)


genoom plantaardige cel:
kernDNA 
mitochndriaalDNA (mtDNA)
DNA in bladgroenkorrels

Slide 17 - Slide

Bouw van DNA

Slide 18 - Slide

lees  basisstof 1 (thema 4)
maak opgave
2 t/m 5  
lees basisstof 2 (thema 4)
maak opgave
6 t/m 9 

Slide 19 - Slide