JVE JBR 12.4

Een overeenkomst ontstaat door een aanbod en
A
de aanvaarding daarvan
B
een rechtrlijke uitspraak
C
een tegenaanbod
D
de akkoord
1 / 34
next
Slide 1: Quiz
BeveiligingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Een overeenkomst ontstaat door een aanbod en
A
de aanvaarding daarvan
B
een rechtrlijke uitspraak
C
een tegenaanbod
D
de akkoord

Slide 1 - Quiz

De meeste verbintenissen ontstaan NIET uit
A
de wet
B
een rechterlijke uitspraak
C
een contract
D
de grijze lijst

Slide 2 - Quiz

In welk artikel staat de definitie van de onrechtmatige daad?
A
art 6:162 BW
B
art 6:34 BW
C
art 3:162 BW
D
art 3:34 BW

Slide 3 - Quiz

De conditio sine qua non heeft te maken met
A
schadevergoeding
B
doen of nalaten
C
causaal verband
D
schade

Slide 4 - Quiz

Schadevergoeding voor geleden pijn en verdriet, noemt men
A
materiële schadevergoeding
B
smartengeld
C
rechtvaardigings- compensatie
D
leedcompensatie

Slide 5 - Quiz

Als de dader schuldig is aan de onrechtmatige daad, dan heet dit
A
opzet
B
schadeveroorzaker
C
toerenkenbaarheid
D
causaal verband

Slide 6 - Quiz

Als een werkgever vindt dat zijn werknemers ten onrechte staken kan hij bij de rechter vorderen:
A
verbod van de handeling
B
herstel in de oorspronkelijke toestand
C
rectificatie
D
schadevergoeding

Slide 7 - Quiz

Ouders zijn alleen verantwoordelijk voor onrechtmatige daden van hun minderjarige kinderen als het gaat om een doen en niet een:

Slide 8 - Open question

Wanneer hebben ouders een schuldaansprakelijkheid met omgekeerde bewijslast?
A
bij kinderen van 16 jaar tot en met 18 jaar
B
bij kinderen van 16 jaar tot 18 jaar
C
bij kinderen van 14 en 15 jaar
D
bij kinderen tot en met 13 jaar

Slide 9 - Quiz

Bij onrechtmartige daad van kinderen tot en met 13 jaar zijn de ouders sowieso aansprakelijk. Dit noemt men .................. aansprakelijkheid.

Slide 10 - Open question

Wie kan niet worden aangemerkt als "ondergeschikte"?
A
ambtenaar
B
timmerman met een eenmanszaak
C
uitzendkrachten
D
iemand die werkt op basis van een arbeidscontract

Slide 11 - Quiz

Wie is aansprakelijk voor de schade die een dier aanricht?
A
de regering of de verzekering
B
de persoon met de schade zelf
C
de bezitter
D
de eigenaar

Slide 12 - Quiz

In welk geval moet de producent de totale schade (veroorzaakt door een gebrekkig product) vergoeden ?
A
bij lichamelijk letsel
B
altijd
C
bij schade aan andere zaken
D
nooit

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je bepaalde vormen van reclame die als onrechtmatige daad kunnen worden aangemerkt?
(1 woord)

Slide 14 - Open question

Hoe noemt men een natuurlijk persoon die bij het sluiten van een koopovereenkomst niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf?

Slide 15 - Open question

Iemand koopt een apparaat en merkt bij thuiskomst dat er een onderdeel ontbreekt. Er is hier sprake van een .................. van de verkoper.
A
recht van reclame
B
wanprestatie
C
ontbinding
D
onrechtmatige daad

Slide 16 - Quiz

Hoe heet de persoon die een prestatie moet leveren bij een verbintenis?
A
debiteur
B
colporteur
C
schuldeiser
D
crediteur

Slide 17 - Quiz

Een verbintenis gaat teniet wanneer iemand zijn prestatie heeft geleverd. Dit heet
A
nakoming
B
ontbinding
C
verrekening
D
afstand

Slide 18 - Quiz

Een verbintenis gaat teniet wanneer de vordering niet meer afgedwongen kan worden. Dit heet
A
verjaring
B
afstand
C
schuldvermenging
D
verrekening

Slide 19 - Quiz

Piet betaalt 10.000 gulden aan zijn vriend. Vlak daarna begrijpt hij van zijn advocaat dat hij dat niet hoefde doen, omdat die vordering al was verjaard. Kan Piet zijn geld terugvorderen?
A
Ja, het is een onverschuldigde betaling
B
Ja, het is een ongerechtvaardigde verrijking
C
Nee, zo'n vordering verjaart nooit
D
Nee, het is een natuurlijke verbintenis

Slide 20 - Quiz

Als een tekortkoming in de nakoming niet toerekenbaar is, spreken we van
A
verwijtbaatheid
B
overmacht
C
ontoerekenbare wanprestatie
D
ingebrekestelling

Slide 21 - Quiz

Schadevergoeding die wordt gevraagd naast de prestatie die had moeten worden geleverd, noemt men
A
vervangende schadevergoeding
B
prestatie schadevergoeding
C
aanvullende schadevergoeding
D
ingebrekestelling vergoeding

Slide 22 - Quiz

Wat is de eerste vraag die moet worden gesteld om vast te stellen of er schadevergoeding moet worden betaald op grond van een onrechtmatige daad?
A
Is er werkelijk schade?
B
Is de daad onrechtmatig?
C
Is de schade toerekenbaar?
D
Is er sprake van causaal verband?

Slide 23 - Quiz

Hoe noemt men het willens en wetens behartigen van het belang van een ander op redelijke gronden?
A
belangenbehartiging
B
eigendom behartiging
C
zaakwaarneming
D
eerste hulp vergoeding

Slide 24 - Quiz

Een overeenkomst die niet in de wet staat, is
A
wederkerig
B
formeel
C
onbenoemd
D
om niet

Slide 25 - Quiz

Jan smijt de telefoon van zijn ex Anna tegen de grond zodat hij breekt, omdat Anna hem heeft bedrogen en hij haar wilde straffen. Anna kan schadevergoeding eisen op grond van:
A
wanprestatie
B
onrechtmatige daad
C
nakoming
D
natuurlijke verbintenis

Slide 26 - Quiz

Kan Anna ook smartengeld vragen?
A
Ja, omdat Jan wilde haar pijn doen
B
Ja, omdat het illegaal is om iets van iemand anders te breken
C
Nee, smartengeld is immateriele schade
D
Nee, smartengeld is materiele schade

Slide 27 - Quiz

Bij het niet nakomen van een overeenkomst, kan men schadevergoeding eisen op grond van
A
wanprestatie
B
aansprakelijkheid
C
ingebrekestelling
D
onrechtmatige daad

Slide 28 - Quiz

Bij niet nakoming kan de schuldeiser beslissen om ook niet te presteren. Dit is zijn
A
opschortingsrecht
B
schadevergoeding
C
ontbindingsrecht
D
eis tot nakoming

Slide 29 - Quiz

Wanneer is er geen sprake van wanprestatie?
A
Bij overmacht
B
Bij ingebrekestelling
C
Bij ontbinding
D
Bij een contract

Slide 30 - Quiz

Als iemand valse informatie over iemand verspreidt, kan die persoon op grond van de onrechtmatige daad vragen voor
A
rectificatie
B
verbod van de handeling
C
schadevergoeding
D
herstel

Slide 31 - Quiz

Een verbintenis die is verjaard, wordt na de verjaring een
A
ongeldige verbintenis
B
geldige verbintenis
C
natuurlijke verbintenis
D
afdwingbare verbintenis

Slide 32 - Quiz

Welk arrest wordt beschouwd als huis-, tuin- en keukengeval?
A
Wendy en Monique
B
Waterscooter
C
Jetblast
D
Struikelende broodbezorger

Slide 33 - Quiz

Een kind kan niet aansprakelijk worden gehouden bij een "nalaten".
A
Wendy en Monique
B
Waterscooter
C
Jetblast
D
Struikelende broodbezorger

Slide 34 - Quiz