2.3 De invloed van hoogte, zee en wind

2.3 De invloed van hoogte, zee en wind
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

2.3 De invloed van hoogte, zee en wind

Slide 1 - Slide

Lesinhoud
  • Leerdoelen

  • Uitleg 2.1

  • Zelfstandig werken / Huiswerk 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet door welke oorzaken de temperatuur kan veranderen.


  • Je kunt beschrijven wat de invloed is van hoogte, wind, zee en zeestromen op de temperatuur.

Slide 3 - Slide

Om de hoeveel uur draait de aarde om de zon?
A
6
B
12
C
18
D
24

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Wanneer is het welk seizoen?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De warmte van de zon

A. De zon verwarmt de aarde
B. De helft van de zonnestralen komt op aarde terecht
C. De aarde wordt opgewarmd
D. Warmte wordt afgegeven aan de atmosfeer

De atmosfeer houdt deze warmte vast als een soort deken.

Slide 8 - Slide

De warmte van de zon
  •  De gassen die de warmte vasthouden in de atmosfeer noemen we: broeikasgassen. (CO2)

  • Het broeikaseffect is het (teveel) vasthouden van warmte door broeikasgassen. 
  • Zonder broeikasgassen zouden we bevriezen!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe hoger, hoe kouder
  • Aarde wordt van onderaf opgewarmd
  • Hoe hoger je gaat hoe meer warmte verloren gaat
    - Per 100 meter ongeveer 0,6 graden

  • Planten passen zich aan maar kunnen op een zeker moment niet meer groeien. 

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 2.3
Opdracht 1 t/m 10

Slide 12 - Slide

2.3 De invloed van hoogte, zee en wind

Slide 13 - Slide

Wanneer is het welk seizoen?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Zee of Land
  • Land warmt snel op en koelt snel af
  • Water warmt traag op en koelt traag af 

  • De zee bepaalt veel over de temperatuur
  • Wind die van zee naar land gaat: aanlandige wind
  • Wind die van land naar zee gaat: Aflandige wind

Slide 17 - Slide

Zee of Land
  • De wind in Nederland komt bijna altijd uit het westen

  • Hierdoor is het weer in Nederland niet heel warm maar ook niet heel koud!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Zeestromen
  • De wind zorgt ook voor zeestromen
  • Rond de evenaar starten veel warme zeestromen
  • Hoe verder het stroomt hoe kouder het wordt 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 2.3
Opdracht 1 t/m 17

Slide 23 - Slide