per 4 les 2 sociale en recreatieve activiteiten

1 / 37
next
Slide 1: Slide
sociale en recreatieve activiteitenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen
Aan het einde van de les kan de student; 
  • vertellen wat groepsprocessen inhouden. 
  • het verschil  tussen horizontale en verticale groepen benoemen
  • vertellen wat de na/voor delen zijn van deze groepen.
  • het verschil benoemen tussen homogene en heterogene groepen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • Werken met groepen en groepsprocessen.
  • Horizontale-, verticale groepen
  • homogene en heterogene groep
  • quiz
  • huiswerk
  • eindopdracht

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Werken met groepen en groepsprocessen
Als je activiteiten gaat doen met een groep, heb je te maken met groepsprocessen.

Een formele groep is een groep die door de organisatie is gemaakt. De deelnemers hebben de groep niet zelf samengesteld. Voorbeelden van formele groepen zijn:
de klas waar je in zit
de afdeling waar je werkt
de projectgroep.

Informele groepen bestaan omdat de groepsleden dit zelf willen. Deelname aan een informele groep is in principe vrijwillig, maar het kan voorkomen dat groepsleden lid zijn door sociale druk. Voorbeelden van informele groepen zijn:
vriendenclub
sportclub.

Slide 4 - Slide

Als je activiteiten gaat doen met een groep, heb je te maken met groepsprocessen. Dit is de manier waarop een groep zich ontwikkelt in het samenwerken en omgaan met elkaar. Bij de voorbereiding en uitvoering van activiteiten is het belangrijk dat je rekening houdt met de soort groep, de groepscultuur en de fase van ontwikkeling van de groep. Groepen kun je op verschillende manieren indelen.

Een manier van indelen is kijken naar de reden waarom een groep bestaat. Je hebt formele en informele groepen.
Annemiek werkt samen met drie collega’s op een naschoolse opvang.
informele groep
formele groep

Slide 5 - Poll

formele groep 
Een keer per week gaat ze samen met twee andere collega’s naar de sportschool
informele groep
formele groep

Slide 6 - Poll

informele groep 
Wat is de eerste dat in je opkomt?
schrijf je antwoord in de chat

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

 Horizontale groep
Bij een horizontale groep is de leeftijd van de deelnemers gelijk of de deelnemers hebben dezelfde leeftijdscategorie. 

Voorbeelden van horizontale groepen zijn:
  • babygroep op een kinderdagverblijf
  • peuter gymclub
  • vakantiegroep voor 50+
  • groepen 1 t/m 8 op de basisschool.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verticale groep 
Bij verticale groepen hebben de deelnemers verschillende leeftijden. 
Voorbeelden van verticale groepen zijn:
  • buitenschoolse opvang, kinderen van 5 tot 12 jaar
  • toeschouwers van een bioscoopfilm die geschikt is voor alle leeftijden.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Benoem 1 voordeel van een horizontale groep

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Benoem 1 nadeel van een verticale groep

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Homogene groep
Het woord homo betekent ‘gelijk’. In een homogene groep hebben de deelnemers een gemeenschappelijk kenmerk. Een groep met alleen maar vrouwen is een homogene groep omdat alle leden vrouw zijn.

Voorbeelden van homogene groepen zijn:
  • babygroep: de groep bestaat uit allemaal baby’s
  • damesvoetbalclub: de groep bestaat uit allemaal dames
  • groep vegetariërs bij een kookclub: De leden eten allemaal vegetarisch.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Heterogene groep
Het woord  betekent ‘verschillend’. De deelnemers zijn verschillend. Een groep met mannen en vrouwen is een voorbeeld van een heterogene groep. 

Heterogene groepen zijn:
  • de klas waar je in zit
  • een korfbalteam; bij korfbal zijn de teams gemengd
  • een groep van de naschoolse opvang; de kinderen hebben verschillende leeftijden.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Sleep het juiste groep bij de juiste plaatje
homogene groep
heterogene groep

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

In welke stad brandde het Olympisch vuur als eerste?
A
Parijs
B
Amsterdam
C
Rome
D
Madrid

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de beroemde kathedraal in Parijs?
A
De Eiffeltoren
B
Arc de Triomphe
C
Notre Dame
D
Panthéon

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wie is de zanger van dit liedje?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Uit welk land komen deze figuren?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Op welke datum is The King of Pop (Michael Jackson) overleden?
A
25 juni 2009
B
22 juni 2009
C
23 juni 2010
D
25 juni 2010

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Wie is de zanger van het vorige liedje?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Noem de zanger en de titel van het vorige nummer

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Wie is de zanger van Dirks lievelingsliedje?
A
Danny Panamero
B
Danny Toonen
C
Danny Pamadero
D
Danny Panadero

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 27 - Video

This item has no instructions

wanneer heeft Maan met de Voice of Holland meegedaan?
A
2015
B
2017
C
2013
D
2016

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel maanden hebben 28 dagen?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

In welk land vind je deze bouwwerken?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Wat is de naam van dit toetje waarin onder andere lange vingers, mascarpone en koffie zitten?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk
lezen
29.1 Werken met groepen en groepsprocessen
30.1 Horizontale- en verticale groepen
31.1 Homogene en heterogene groepen
Maken
41. Formele en informele groepen
42. Voor- en nadelen
43. In welke homogene en heterogene groepen zit jij?



Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht activiteitenplan en uitvoeren
  1. Lees in je boek van Boom 24.1 Werken met een activiteitenplan
  2. Download het formulier werkmodel activiteitenplan van opdracht 32 
  3. Kies een doelgroep waarmee je 2 activiteiten wil doen
  4. Maak voor deze twee activiteiten een activiteitenplan volgens het werkmodel van opdracht 32
  5. Tijdens de toetsweek ga je  een van deze twee activiteiten uitvoeren met je klas (groepje van 9)
  6. Cijfer: 60% activiteitenplan, 40% uitvoering tijdens de toetsweek
  7. Je mag in tweetallen werken

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

koppeling werkmodel activiteitenplan, opdracht 32
https://digitaal.boomonderwijs.nl/api/nl/library/get.json?dpsid=2019-9ecf3579-44d5-453f-bf20-477564484b70--Werkmodel-Activiteitenplan.docx

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld activiteitenplan
Naam   Ballenregen
Datum en tijdstip   Maandag 5 september om 14.00 uur
Doelgroep    6 t/m 12 jaar
Doelstelling   Recreatief/samenwerken
Organisatie   Zie volgende dia. Maak een tekening van hoe je de ruimte inricht







Slide 35 - Slide

This item has no instructions

vervolg voorbeeld Organisatie

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Vervolg voorbeeld activiteitenplan
Materiaal/hulpmiddelen    Mand Tennisballen
Uitleg
- Alle tennisballen in de mand.
- De spelleider gooit de ballen een voor een weg.
- De deelnemers mogen de ballen een voor een teruggooien in de mand.
- Wedstrijd: wie krijgt de mand het eerst leeg en wie kan dat voorkomen?

Begeleiding/Regels/Aandachtspunten
- ballen niet vanaf een grote afstand gooien
- opletten dat je niet botst.



Slide 37 - Slide

This item has no instructions