per 3 les 2 sociale en recreatieve activiteiten

1 / 17
next
Slide 1: Slide
communicatieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen
Aan het einde van de les kan de student; 
  • kan vertellen wat groepsprocessen inhoud. 
  • kan de verschil vertellen tussen horizontale en verticale groepen.
  • Kan vertellen wat de na/voor delen zijn van deze groepen.
  • kan de verschil vertellen tussen homogene en heterogene groepen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • Werken met groepen en groepsprocessen.
  • Horizontale-, verticale groepen
  • homogene en heterogene groep
  • huiswerk
  • eindopdracht

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Werken met groepen en groepsprocessen
Als je activiteiten gaat doen met een groep, heb je te maken met groepsprocessen.

Een formele groep is een groep die door de organisatie is gemaakt. De deelnemers hebben de groep niet zelf samengesteld. Voorbeelden van formele groepen zijn:
de klas waar je in zit
de afdeling waar je werkt
de projectgroep.

Informele groepen bestaan omdat de groepsleden dit zelf willen. Deelname aan een informele groep is in principe vrijwillig, maar het kan voorkomen dat groepsleden lid zijn door sociale druk. Voorbeelden van informele groepen zijn:
vriendenclub
sportclub.

Slide 4 - Slide

Als je activiteiten gaat doen met een groep, heb je te maken met groepsprocessen. Dit is de manier waarop een groep zich ontwikkelt in het samenwerken en omgaan met elkaar. Bij de voorbereiding en uitvoering van activiteiten is het belangrijk dat je rekening houdt met de soort groep, de groepscultuur en de fase van ontwikkeling van de groep. Groepen kun je op verschillende manieren indelen.

Een manier van indelen is kijken naar de reden waarom een groep bestaat. Je hebt formele en informele groepen.
Annemiek werkt samen met drie collega’s op een naschoolse opvang.
informele groep
formele groep

Slide 5 - Poll

formele groep 
Een keer per week gaat ze samen met twee andere collega’s naar de sportschool
informele groep
formele groep

Slide 6 - Poll

informele groep 
Wat is de eerste dat in je opkomt?
schrijf je antwoord in de chat

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

 Horizontale groep
Bij een horizontale groep is de leeftijd van de deelnemers gelijk of de deelnemers hebben dezelfde leeftijdscategorie. 

Voorbeelden van horizontale groepen zijn:
  • babygroep op een kinderdagverblijf
  • peuter gymclub
  • vakantiegroep voor 50+
  • groepen 1 t/m 8 op de basisschool.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verticale groep 
Bij verticale groepen hebben de deelnemers verschillende leeftijden. 
Voorbeelden van verticale groepen zijn:
  • buitenschoolse opvang, kinderen van 5 tot 12 jaar
  • toeschouwers van een bioscoopfilm die geschikt is voor alle leeftijden.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Benoem 1 voordeel van een horizontale groep

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Benoem 1 nadeel van een verticale groep

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Homogene groep
Het woord homo betekent ‘gelijk’. In een homogene groep hebben de deelnemers een gemeenschappelijk kenmerk. Een groep met alleen maar vrouwen is een homogene groep omdat alle leden vrouw zijn.

Voorbeelden van homogene groepen zijn:
  • babygroep: de groep bestaat uit allemaal baby’s
  • damesvoetbalclub: de groep bestaat uit allemaal dames
  • groep vegetariërs bij een kookclub: De leden eten allemaal vegetarisch.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Heterogene groep
Het woord  betekent ‘verschillend’. De deelnemers zijn verschillend. Een groep met mannen en vrouwen is een voorbeeld van een heterogene groep. 

Heterogene groepen zijn:
  • de klas waar je in zit
  • een korfbalteam; bij korfbal zijn de teams gemengd
  • een groep van de naschoolse opvang; de kinderen hebben verschillende leeftijden.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Sleep het juiste groep bij de juiste plaatje
homogene groep
heterogene groep

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Lezen:
27.1 Soorten materialen
28.1 Veiligheid
29.1 Snoezel ruimte
30.1 Werken met groepen en groepsprocessen
31.1 Horizontale- en verticale groepen
32.1 Homogene en heterogene groepenhuiswerk
Huiswerk:
37. Verbruik of gebruik
40. Een snoezel ruimte
41. Formele en informele groepen
42. Voor- en nadelen
43. In welke homogene en heterogene groepen zit jij?


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Het bordspel
Maak groepjes van 3 en bedenk samen een bordspel.
Voor welke doelgroep willen jullie een bordspel gaan maken?
Welke materialen heb je ervoor nodig?
zie volgende dia...

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Het bordspel
  • Welk thema en doelgroep wil je gebruiken voor het spel? En wat wordt het verhaal daarachter?
  • Voor hoeveel personen is het spel bedoeld?
  • Hoe lang moet het spel ongeveer duren?
  • Kies ik voor een competitief spel (team vs. team of individu vs. individu) of een coöperatief spel? (team vs. spel of individu vs. spel)
  • Bedenk je een nieuw spel, of een zelfbedachte variant op een bestaand spel?
  • Welke materialen heb ik nodig om dit spel te ontwikkelen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions