Het verleden kennen en dateren

1 / 47
next
Slide 1: Slide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Uitgestorven
Niet uitgestorven

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

Hoe weet men hoe mensen in de 12de eeuw leefden? Geef 2 verschillende methoden.

Slide 5 - Open question

Wat is de tegenhanger van archeologie voor de evolutionaire geschiedenis?

Slide 6 - Open question

Wat is de tegenhanger van geschreven bronnen voor de evolutionaire geschiedenis?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Geef 1 typisch vogelkenmerk dat je kan zien in het fossiel Archaeopteryx.

Slide 11 - Open question

Geef 1 typisch reptielkenmerk dat je kan zien in het fossiel Archaeopteryx

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

oef 1. p 10. Archeologen hebben een mummie ontdekt en ze willen weten hoe lang het geleden is dat ze gestorven is. Ze bepalen de hoeveelheid C-14 en ze ontdekken dat er nog 25% C-14 overblijft in de doeken rond haar lichaam. Gebruik de grafiek en bepaal hoe lang het geleden is dat ze gestorven is.
A
de mummie is 5730 jaar oud.
B
de mummie is 11460 jaar oud.
C
de mummie is 25 jaar oud.
D
de mummie is 17190 jaar oud.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Oef 2 p 10. Wetenschappers hebben een maanrots ontdekt en ze hebben bepaald dat er nog ongeveer 50% van de uranium aanwezig is. Gebruik de bijhorende grafiek om de leeftijd van deze maanrots te bepalen.
A
De rots is 4 500 jaar oud
B
De rots is 9 000 000 000 jaar oud
C
De rots is 4 500 000 000 jaar oud
D
De rots is 50 jaar oud

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

.......................... datering zegt iets over de exacte leeftijd van iets, terwijl .............................. datering de leeftijd vergelijkt met de leeftijd van een ander object.
.......................... datering kan men gebruiken om de absolute leeftijd te bepalen van organismen die een paar .............................. jaar oud zijn. .................................. datering kan men gebruiken om de leeftijd te bepalen van een aantal ................................ jaar geleden.
koolstof
abolute
uranium
duizend
relatieve
miljoen

Slide 20 - Drag question

Slide 21 - Slide

Oef 3 p 10. Welke “aanpassing” heeft het paard evolutionair ondergaan door de verandering van voedselbron van bladeren naar grassen?

A
de lengte van de benen
B
de vorm van de tanden
C
van tenen naar hoeven
D
de lengte van de staart

Slide 22 - Quiz

Oef 3 p 10. Welke “aanpassing” heeft het paard evolutionair ondergaan door de verandering van ondergrond van zacht naar hard?

A
de lengte van de benen
B
de vorm van de tanden
C
van tenen naar hoeven
D
de lengte van de staart

Slide 23 - Quiz

Oef 3 p 10. Welke “aanpassing” heeft het paard evolutionair ondergaan door de verandering van gesloten naar open landschap?

A
de lengte van de benen
B
de vorm van de tanden
C
van tenen naar hoeven
D
de lengte van de staart

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Oef 5 p11. De breedneusaap (brulaap) uit Brazilië en de smalneusaap (baviaan) uit Botswana.

Leg in je eigen woorden uit waarom beide soorten erg op elkaar gelijken en toch te vinden op 2 totaal verschillende continenten

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Oef 4 p10. Je ziet hier een stukje DNA van een walvis en van de mens. We zien er compleet anders uit, we leven in totaal andere leefgebieden, en toch als je het DNA van beide vergelijkt zie je erg veel gelijkenissen.
Misschien vind je het verbazend dat het DNA van mens en walvis zo gelijkend is. Hoe zou je die gelijkenis toch kunnen verklaren?

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Welke beer is het meest verwant met de ijsbeer (polar bear)?
A
raccoon
B
asiatic black bear
C
brown bear
D
spectacled bear

Slide 33 - Quiz

Welke beer is meer verwant met de grote panda (giant panda) dan met de rode panda (lesser panda)?
A
raccoon
B
sun bear
C
brown bear
D
spectacled bear

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Oef 7 p12.
Vlinders en vogels kunnen vliegen. Hun vleugels zijn...
A
homologe lichaamsdelen
B
analoge lichaamsdelen

Slide 44 - Quiz

Oef 8 p 12. Slangen zijn reptielen zonder poten. In het skelet van een slang zijn er vooraan en achteraan heel kleine botjes terug te vinden zoals een schouderblad, een bekken en een dijbeen.
Die botjes zijn...
A
homologe lichaamsdelen
B
fossiele lichaamsdelen
C
rudimentaire lichaamsdelen
D
atavismen

Slide 45 - Quiz

Oef 9 p 12.
Welke organen / lichaamsdelen zijn rudimentair?
A
de kieuwen van een dikkopje
B
de vleugels van een vleermuis
C
de vleugels van een merel
D
de staartwervels van een mens

Slide 46 - Quiz

Oef 10 p 12
Homologe lichaamsdelen zijn...
A
Lichaamsdelen die alleen bij uitgestorven soorten een functie hadden.
B
Lichaamsdelen met veel overeenkomst in bouw, maar met een verschillende functie.
C
Lichaamsdelen die niet of nauwelijks tot ontwikkeling komen.
D
Lichaamsdelen die embryonaal nog een functie hebben en nadien verdwijnen.

Slide 47 - Quiz