8.4 Rekenen met breuken

8.4 Breuken optellen en aftrekken
1 / 37
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

8.4 Breuken optellen en aftrekken

Slide 1 - Slide

Leerdoel vandaag
  • Je leert hoe je breuken bij elkaar optelt en van elkaar afhaalt, door:

Rekenen met tellers (bij gelijke noemers);
Noemers gelijknamig te maken;
Helen uit breuken halen (of in breuken plaatsen)


Slide 2 - Slide

Hoe?
  • Terugblik vorige les
  • Quiz
  • (Terugblik opgaven)
  • Zelfstandig werken vanaf 13.05 uur (uiterlijk)

Slide 3 - Slide

Terugblik:
Los op:

Zie magister voor de uitwerkingen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

8.4 Breuken optellen en aftrekken

Slide 7 - Slide

Vul in op de puntjes:
Het bovenste deel van een breuk noem je de ....

Slide 8 - Open question

Vul in op de puntjes:
Het onderste deel van een breuk noem je de ....

Slide 9 - Open question

Vul in op de puntjes:
Van twee breuken met dezelfde teller heeft de grootste breuk de ..... noemer

Slide 10 - Open question

Vul in op de puntjes:
Van twee breuken met dezelfde noemer heeft de grootste breuk de ..... teller

Slide 11 - Open question

Welk deel van de taart geeft de gele taartpunt aan?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Welk deel van de taart geeft de gele taartpunt aan?
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Welk deel van de taart geven de taartpunten bij elkaar aan?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Welke breuk levert het volgende verschil op:
A
B
C
D
0

Slide 15 - Quiz


A
1
B
C
D
Geen van allen

Slide 16 - Quiz


A
B
C
D
Geen van allen

Slide 17 - Quiz

Vereenvoudig je antwoord altijd zo veel mogelijk!

Slide 18 - Slide


A
7
B
4
C
28
D
14

Slide 19 - Quiz

Welke noemer kan ik het beste gebruiken voor de som
A
10
B
21
C
7
D
3

Slide 20 - Quiz

Welke noemer kan ik het beste gebruiken voor de som
A
6
B
5
C
11
D
30

Slide 21 - Quiz

Welke noemer kan ik het beste gebruiken voor de som
A
16
B
2
C
32
D
16 x 2 x 32

Slide 22 - Quiz

Welke noemer kan ik het beste gebruiken voor de som
A
18
B
54
C
6
D
15

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide


A
4
B
2
C
1
D
3

Slide 26 - Quiz

Welke noemer kan ik het beste gebruiken voor de opgave
A
18
B
54
C
6
D
15

Slide 27 - Quiz


A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Reken uit in je schrift:

Schrijf je tussenstappen op!

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide

Huiswerk:
Bestuderen theorie 8.4 Breuken optellen en aftrekken

Maken 8.4
Werk de stappen bij opgave 35(A) en 37(A) uit in je schrift en noteer daarna het antwoord op je chromebook

Belangrijke woorden om te onthouden/begrijpen:
Breuken optellen/aftrekken; Gelijknamig maken; Helen eruit halen; Vereenvoudigen

Slide 31 - Slide

Terugblik opgaven

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide