This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Strafrecht
Slide 1 - Slide
"Alleen een wet kan gedrag strafbaar stellen"
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Het wetboek van Strafrecht bestaat uit drie delen, noem deel 1:
Slide 3 - Open question
Het wetboek van Strafrecht bestaat uit drie delen, noem deel 2:
Slide 4 - Open question
Het wetboek van Strafrecht bestaat uit drie delen, noem deel 3:
Slide 5 - Open question
Het verschil tussen een misdrijf en overtreding is bepalend voor de straf die opgelegd kan worden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Een poging tot een overtreding is strafbaar.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Het uitgangspunt dat de NLse strafwet van toepassing is op iedereen die op Nederlands grondgebied een strafbaar feit pleegt noemen we:
A
Universaliteitsbeginsel
B
Reikwijdte van Strafrecht
C
Territorialiteitsbeginsel
D
Trias Politica
Slide 8 - Quiz
Een strafbepaling bestaat uit drie onderdelen, welke hoort er NIET bij:
A
Kwalificatienorm
B
Daderprofiel
C
Sanctienorm
D
Delictsomschrijving
Slide 9 - Quiz
Iemand is ook strafbaar als hij voldoet aan minimaal 75% van de bestanddelen in de strafbepaling.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Hoe noemt je dit: (art. 310 Sr Diefstal) "Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen......"
A
kwalificatie
B
sanctienorm
C
delictsomschrijving
D
strafbepaling
Slide 11 - Quiz
Welke voorwaarden voor strafbaarheid worden niet altijd genoemd in een artikel, maar moet wel aan voldaan worden?