Herhalen H2 uit Learnbeat

Herhalen 2.1
Atoombouw
protonen, neutronen en elektronen
massagetal
atoommodel van Bohr
ionen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhalen 2.1
Atoombouw
protonen, neutronen en elektronen
massagetal
atoommodel van Bohr
ionen

Slide 1 - Slide

Protonen zijn bouwstenen van een atoom. Waar zitten ze? En wat is de lading van een proton?
A
In de kern, negatieve lading
B
in de kern, positieve lading
C
in de elektronenwolk, negatieve lading
D
in de kern, geen lading

Slide 2 - Quiz

Hoeveel neutronen heeft Li?
A
3
B
5
C
8
D
11

Slide 3 - Quiz

Hoeveel protonen heeft Boor (B)
A
5
B
11
C
6
D
13

Slide 4 - Quiz

Hoeveel protonen heeft magnesium?
A
12
B
24,3
C
12,3
D
36,3

Slide 5 - Quiz

Hoeveel elektronen heeft een atoom met 30 protonen
A
44
B
8
C
11
D
30

Slide 6 - Quiz

protonen + neutronen = massagetal
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

K-schil
L-schil
M-schil
Hoeveel elektronen heeft een chloor-atoom in elke schil?
8 elektronen
2 elektronen
7 elektronen

Slide 8 - Drag question

Herhalen 2.2
Periodiek systeem
perioden en groepen
alkalimetalen, aardalkalimetalen, halogenen en edelgassen

Slide 9 - Slide

De volgende gassen zijn edelgassen:
A
helium en fluor
B
helium en argon
C
stikstof en argon
D
stikstof en fluor

Slide 10 - Quiz

Groep 1 van het periodiek systeem
Groep 17 van het periodiek systeem
Groep 2 van het periodiek systeem
Groep 18 van het periodiek systeem
Edelgassen
Alkalimetalen
Aardalkalimetalen
Halogenen

Slide 11 - Drag question

Sleep de begrippen naar de juiste plek in het periodiek systeem.
Let op er blijven begrippen over!
Groepen
Zouten
Perioden
Edelgassen
Halogenen
Niet-metalen
Formules
Metalen

Slide 12 - Drag question

Herhalen 2.3
soort stof: 
metaal, moleculaire stof en zout
geleiding van stroom per soort stof

Slide 13 - Slide

Metaal, zout of moleculaire stof?
NaF
A
Metaal
B
moleculaire stof
C
Zout

Slide 14 - Quiz

Een moleculaire stof kan stroom geleiden
A
in de vloeibare fase
B
in de vaste fase
C
in vloeibare en vaste fase
D
een moleculaire stof geleidt geen stroom

Slide 15 - Quiz

Welke van deze stoffen is een moleculaire stof?
A
Fe
B
KNO3
C
NaCl
D
CO2

Slide 16 - Quiz

Welke van deze stoffen geleidt stroom?
A
Fe(l)
B
NaNO3(s)
C
NaCl(l)
D
CO2(g)

Slide 17 - Quiz

Deel de stoffen in bij de juiste groep. Namen en formules van stoffen kun je vinden in paragraaf 2.1 en het Periodiek Systeem.
METALEN
ZOUTEN
MOLECULAIRE STOFFEN
wolfraam
calcium
broom
glucose
CuCl2
methaan
lithium
ammoniak
natriumchloride

Slide 18 - Drag question

Herhalen 2.4
naamgeving moleculaire stoffen 

Slide 19 - Slide

geef de systematische naam van
Cl2O3
A
dichloridetrioxide
B
chloortrioxide
C
dikoolstoftrioxide
D
dichloortrioxide

Slide 20 - Quiz

Wat is de systematische naam van
S2O2
A
Dizwaveldioxide
B
Dizwaveldizuurstof
C
Zwaveldioxide
D
Zwavelzuurstof

Slide 21 - Quiz

Wat is de systematische naam van:

PCl5

Slide 22 - Open question

Wat is de systematische naam van
NF3

Slide 23 - Open question

Herhalen 2.5
Rekenen aan moleculen
molecuulmassa berekenen
massapercentage berekenen 

Slide 24 - Slide

Bereken de molecuulmassa van

( Ba= 137,33 Cl= 35,45)
BaCl2
A
280,32 u
B
208,23 u
C
172,67 u
D
172,48 u

Slide 25 - Quiz

Bereken de molecuulmassa van

(Mg=24,31 Cl= 35,45)
MgCl2
A
95,213
B
59,763
C
131,232
D
102,241

Slide 26 - Quiz

Wat is het massapercentage van zuurstof in ?
H2SO4

Slide 27 - Open question

Wat is het massapercentage van koolstof in glucose?

Slide 28 - Open question