themaweek armoede

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b
• Leerjaar 2

Invloed dure voeding op sportprestaties

Leerdoel 

Leerlingen leren de invloed van minder voeding op sportprestaties.

 

Leerlingen leren snelheid berekenen.

Samen lezen

Om goed te kunnen sporten en bewegen hebben mensen energie nodig. Deze energie halen mensen voornamelijk uit voedsel. In het nieuws heb je vast meegekregen dat de prijs van eten en drinken in de supermarkt fors is gestegen door de energiecrisis. In juni 2022 betaald iemand in de supermarkt gemiddeld 10% meer voor voedingsmiddelen dan een jaar eerder. Je snapt vast wel dat de prijsstijging van het eten in de supermarkt veel invloed heeft op het energieniveau van mensen. Mensen die namelijk niet zo veel te besteden hebben kunnen nu minder voedsel kopen.

Opdracht

Ernie heeft veel talent voor sport. Hij is een aanstormend toptalent. 

Vorig jaar fietste Ernie met een gemiddelde snelheid van 30 kilometer per uur naar school. Vorig jaar deed Ernie 20 minuten over deze fietstocht.

Vraag: Hoe ver woont Ernie van school af?

Neem onderstaande over op een blaadje en vul het in.

Gegevens: 1______________ min = ___________ uur
                   2_____________ Km/h

Gevraagd: ___________ in ________

Uitwerking: (formule opschrijven) _____________________________________

(Formule invullen)______________________________________________

(Antwoord + eenheid)___________________________________________

Opdracht 

Omdat Ernie nog niet veel geld verdiend als aanstormend sporttalent kan hij minder (goed) eten kopen in de supermarkt. Daardoor is het energieniveau van Ernie laag. 

Over zijn fietstocht doet Ernie tegenwoordig 30 minuten.

Vraag: Wat is tegenwoordig de gemiddelde snelheid van Bert?

Neem onderstaande over op een blaadje en vul het in.

Gegevens: 1______________ min = ___________ uur

                   2_____________ Km

Gevraagd: ___________ in ________

Uitwerking: (formule opschrijven) _____________________________________

(Formule invullen)______________________________________________

(Antwoord + eenheid)___________________________________________

Neem de sommen over op je blad en reken ze om.

357 m = ........ km

8,32 m = ....... km

1,42 km = ......  m

0,58 km = ..... m

Omrekenen tijd

542 min ..... h

30 min .... h

5698 sec ..... h

2,57 h ...... min

Lever je blad in bij de docent

Zorg dat je naam en klas op je blad staan.

na de vakantie krijg je deze nagekeken terug

Antwoorden alleen voor docenten

Opdracht 1 Ernie

Gegevens: 1.  20 min = 0,33 uur (20:60)

                   2.  30 Km/h

Gevraagd:  afstand (S) in km/h

Uitwerking: (formule opschrijven) afstand = gem. snelheid x tijd ( S = Vg : t)

(Formule invullen) afstand = 30 x 0,33    ( s = 30 x 0,33)

(Antwoord + eenheid) afstand = 9,9 km  ( s = 9,9 km)

Antwoorden alleen voor docenten.

opdracht 2 Ernie

Gegevens: 1. 30 min = 0,5 uur

                   2. 9,9 Km (uit vorige som)

Gevraagd: gemiddelde snelheid (Vg) in km/h

Uitwerking: (formule opschrijven) gem. snelheid = afstand : tijd  (Vg = S : t)

(Formule invullen) Vg = 9,9 : 0,5

(Antwoord + eenheid) Vg = 19,8 km/h 

Antwoorden m / km

357 m = 0,357 km

8,32 m = 0.00832 km

1,42 km = 1420 m

0,58 km = 580 m

Antwoorden

542 min ..... 9,03 h

30 min ..... 0,5 h

5698 sec ..... 1,58 h

2,57 h ...... 154,2 min